Gezien op 2 november 2015 in het Joods Historisch Museum.
Foto’s uit de periode dat ik geboren ben. Foto’s over de joodse gemeenschap in Amsterdam in die periode. Foto’s over mensen die op dat moment weer opkrabbelen; die een nieuw levens-elan zien groeien na de zwartste periode ooit. Dat is het centrale thema van de tentoonstelling van foto’s van de Amerikaanse fotograaf Leonard Freed in het Joods Historisch museum.
Freed leefde in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw in Amsterdam. Hij begon daar zijn carrière met het geven van een beeld van de stand van zaken van de joodse gemeenschap zo’n 10 tot 15 jaar na de oorlog. Begin jaren ’70 van de vorige eeuw ging Freed weer naar New York en groeide hij uit tot een van de grote fotografen van de Magnum groep.
In de jaren ’50 van de vorige eeuw begon er ook een nieuwe wind te waaien in kunstzinnig Amsterdam. Karel Appel en Constant Nieuwenhuizen baanden nieuwe paden in de schilderkunst. Simon Vinkenoog, Gerrit Kouwenaar, Remco Campert maar vooral Lucebert zochten nieuwe wegen in de poezie (de laatste trouwens ook in de schilderkunst). Amsterdam bruiste zachtjes en zou tot halverwege de jaren ’60 uitgroeien tot het ‘Magies centrum’.
Na de oorlog probeerden de mensen zo goed en zo kwaad als het ging, hun leven weer op te pakken. Voor velen werd de synagoge weer het middelpunt van het religieuze leven. Men vierde Bar Mitswa, men trouwde er en men las de thora.
Kinderen die geboren werden vlak na de bevrijding vormden de belofte voor de toekomst. (kinderen zijn dat altijd, trouwens) Ondergedoken kinderen, of de paar die het op een raadselachtige andere manier hebben overleefd, worden zich bewust van de wereld en overwegen hoe ze verder willen in het leven; hier in Amsterdam of elders, volgens de joodse traditie of integreren. Van dit alles doet Leonard Freed fotografisch verslag.
De foto hier getoond, laat een meisje zien op een joodse dansavond voor jongeren. Het meisje had mijn moeder kunnen zijn. Zo uit het leven gegrepen.
Sommige kinderen die getoond worden op de foto’s vertellen achteraf op de tentoonstelling over de foto’s. Daarmee vertellen ze over hun jeugd. Aviva Moskovits bijvoorbeeld. Haar ouders pakten de draad van het leven na de oorlog op. Dat deden ze op precies dezelfde wijze als dat ze het in de oorlog hadden achtergelaten. Ze hielden vast aan de joodse tradities. Beide ouders hadden de concentratiekampen overleefd en bovendien ook nog twee kinderen er doorheen gesleept. Na de oorlog werd Aviva geboren. Echt een leuk verhaal om te horen. Ook bijzonder is, dat de ouders altijd erg open zijn geweest over de oorlog. Dit staat een beetje in contrast met verhalen die je vaak hoort dat men de oorlog zwijgend achter zich neer heeft gelegd.
Op zich een weinig spectaculaire, maar wel leuke tentoonstelling.