Wil – Jeroen Olyslaegers. Geen kanshebber!

De eerste van de zeven heb ik uit. De eerste genomineerde voor de Frits’ Libris Literatuurprijs 2017. Ik heb er best lang over gedaan, moet ik zeggen. Het was dan ook geen eenvoudig boek. Geschreven in plat Antwerps. Dat was mij bijna teveel geworden. Ik ben twee keer overnieuw begonnen aan het boek. Toen ik het de eerste keer las, was ik al snel de draad kwijt. De tweede keer heb ik het met meer aandacht gelezen. Toen bleven de personages iets meer op hun plaats dan de eerste keer. De eerste keer werd het een chaos en kon ik moeilijk bepalen wie het baardje had of Lode heette. Maar ook de tweede keer viel het boek niet mee. De roman ging niet echt leven, bij mij. Het boek nam me niet echt mee.

De hoofdpersoon is een hoogbejaarde man die zijn verhaal aan het papier toevertrouwd. Het verhaal is bestemd voor zijn achterachterkleinzoon die vooralsnog nog niet verwekt is, blijkt uiteindelijk. De hoofdpersoon speelde als jonge politieagent een dubieuze rol in de oorlog. Belgische en Nederlandse politieagenten spelen allemaal een dubieuze rol tijdens de oorlog. Helemaal als het gaat om de jodenvervolging. Daarnaast worstelt hij met de zelfmoord van zijn kleindochter, vele jaren na de oorlog; in haar afscheidsbrief legt ze alle schuld voor haar zelfmoord bij de hoofdpersoon. Uitgekotst door iedereen vertelt Wilfried Wils (Wil) zijn verhaal.

De openingsscene maakte wel indruk op me. Het speelt in de oorlog. Wil en zijn collega en vriend Lode moeten mee met de SD om een ‘werkweigeraar’ op te halen. Het blijkt het gezin te zijn van Chaim Litzke. Met veel geweld wordt het joodse gezin naar buiten gedreven en de twee jonge agenten moeten ervoor zorgen dat er geen gezinsleden ontsnappen. Lode doet een poging om het gezin te beschermen terwijl de hoofdpersoon toekijkt hoe het noodlot de joodse familie treft. Wil legt zich neer bij de situatie terwijl Lode in verzet komt. Dat toekijken is zo ongeveer de houding die Wil aanneemt; hij kijkt toe en onderneemt zelf geen actie. Hij verkeert in zeer verkeerde kringen, maar laat alles gaan zoals het gaat. Hij gaat ook om met Lode die Chaim Litzke laat onderduiken. Hij brengt de onderduiker zelfs eten, maar zelf een daad stellen tegen de bezetters, dat doet hij niet. Of…hij doet het wel, maar dan is het eigenlijk te laat. Als de oorlog afgelopen is, vermoord hij Omer; het gepersonifieerde racistische kwaad in Antwerpen. Een haast terloopse moord. Terloops beschreven.

Voor de oorlog krijgt Wil bijles Frans van Nijdig Baardje. Nijdig Baardje heeft nationaalsocialistische sympathieën. Tijdens de oorlog zal Nijdig Baardje zich samen met Omer ontwikkelen tot nietsontziende jodenjagers. Wil blijft omgaan met deze twee collaborateurs. Wils geliefde Yvette, de zus van Lode, wordt gezelschapsdame voor de moeder van Nijdig Baardje. Zo wordt de verhouding tussen goed en kwaad tijdens de oorlog geheel met elkaar vervlochten.

Het verhaal speelt zich af in Antwerpen. Antwerpen ken ik vrij goed en in die zin was het wel een leuk boek om te lezen. De Meir, het station, de opera, ik kan me de plekken makkelijk voor de geest halen. Vooral het stukje Antwerpen rond het station. De wijk waar nog steeds veel joden wonen. Ik zie het allemaal voor me. Verder vond ik het niet een heel sterk boek. Ik weet nu al zeker dat het niet hoog gaat eindigen in mijn prijsuitreiking. Olyslaegers slaagt er niet in om mij echt te boeien. De verhalen uit de oorlog zoals hij het verteld, ken ik al. Het sleepte me zeker niet mee.

Op naar de volgende roman!