Deze roman gaat hoog scoren bij mijn eigen Librisliteratuurprijs 2017. Wat een verhaal en wat een ideeën rijkdom! Met absurdistische wendingen die zomaar realistisch worden. Fantastisch. Wel zo hier en daar een minpuntje, maar over de hele linie een fantastisch roman die me vanaf het begin in zijn greep kreeg en waarvan ik op de laatste pagina jammer genoeg afscheid moest nemen. Boeiend ondanks alle filosofische en psychiatrische uitstapjes. Je vraagt je na het lezen van de roman af wat je nu precies gelezen hebt: Een roman waarin Grunberg afscheid heeft willen nemen van zijn moeder met wie hij een sterke band had. De biografie van Grunberg geeft daar wel aanleiding toe. Wilde hij een verhandeling schrijven over zijn visie op de psychiatrie: Voor een schrijver natuurlijk heel veel over te zeggen. Sinds Freud speelt de psychiatrie een grote rol in de literatuur. Of wilde Grunberg een roman schrijven waarin nauwelijks voorstelbare gebeurtenissen en personages tot een realistisch verhaal kunnen leiden? Want hoe vaak vind je nou een moeder die eerst vader was maar om de dood van de ‘echte’ moeder te verwerken, moeder werd? Of waar vind je zo’n in het extreme in protocollen denkende psychiater die zo makkelijk de protocollen links laat liggen? Juist ja, bij Arnon Grunberg in zijn romans. Waarschijnlijk is de roman een mengelmoes van alles. Het laat zich niet zo makkelijk duiden.
Hoofdpersoon in de roman is psychiater Kadoke. Hij werkt bij de crisisdienst en zijn taak is het om mensen van zelfmoord te weerhouden. Hij heeft een oude moeder die zorg behoeft. Daarom wonen er bij zijn moeder twee Nepalese meisjes die haar verzorgen. Met een van de twee denkt hij ‘iets’ te hebben. Maar dat ‘iets’ blijkt niet wederzijds. Haar vriendje komt verhaal halen en vervolgens gaan beide meisjes bij moeder weg en staat hij alleen voor de verzorging van zijn moeder. Via een advertentie hoopt hij een bejaardenverzorgster te vinden. De verzorgster die er uiteindelijk op af komt, ontdekt dat moeder eigenlijk vader is. Daarom neemt ze de baan als verzorgster niet op zich. Ondertussen draait Kadoke nachtdienst samen met arts-assistente Dekha. De eerste patiënt die ze samen zien is iemand waarvan Dekha vindt dat hij opgenomen moet worden. Kadoke vindt dat te ver gaan. De man pleegt zelfmoord. De volgende patiënt die ze zien is Michette. Een jonge vrouw met een borderline stoornis. Ze zit onder de littekens van het snijden in zichzelf en drinkt nu schoonmaakmiddelen. Kadoke vindt dat ze tegen haar zin opgenomen moet worden. Dekha vindt van niet. Als Kadoke de volgende dag informeert naar Michette, blijkt dat ze alweer ontslagen is. Kennelijk had Kadoke weer de verkeerde diagnose gesteld.
Tegen alle regels in gaat Kadoke op bezoek bij Michette om zijn excuses aan te bieden omdat hij kennelijk de verkeerde diagnose had gesteld. Hij laat zich verlijden tot het geven van zijn prive-telefoonnummer. Niet veel later belt ze hem op omdat ze nu wél opgenomen wil worden. Kadoke biedt Michette spontaan een alternatieve therapie aan. Een therapie die nog niet bestaat. Een therapie die alle protocollen aan zijn laars lapt. Michette moet bij moeder gaan wonen en moeders verzorgster worden. Michette stemt hiermee in.
Als het Michette inderdaad lukt om stabiel te worden en niet meer dood te willen en ze moeder verzorgt, sluit Kadoke de alternatieve therapie af. Om Michette een overgangsperiode te gunnen van verzorgster in het huis van moeder (en zoon Kadoke), naar volledige zelfstandigheid, brengt Kadoke Michette onder in het Zeelandse hotel van Michette d’r ouders. Moeder gaat een tijdje bij Michette in Zeeland wonen… En dat is het einde van het verhaal.
De personen en het verhaal hebben karikaturale absurdistische trekken. Neem Michette. Ze drinkt niet alleen bleekwater, maar ze biedt Kadoke ook een glaasje aan. Ik weet niet of zulke personen echt bestaan…maar in mijn ogen klinkt het redelijk absurd. Of moeder die eerst vader was. Toen moeder overleed was er maar een manier om voor vader haar dood te verwerken; zelf transformeren tot de vrouw die dood ging. Inclusief alles. Haar nukken en haar leuke kanten maar ook haar holocaust verleden. Of Kadoke zelf. Zijn manier om naar mensen te kijken en naar lijdende mensen te kijken is helemaal volgens protocollen. Alles wat hij doet lijkt ingegeven door regels die vastliggen. Tot in het absurde. Aan de andere kant brengt Grunberg alle personages samen en beleven ze een bijna realistisch verhaal. Maken ze een realistische ontwikkeling door. Vandaar dat ik absurdistisch-realistische roman geen slechte karakterisering vind. In die zin vind ik de roman prima in zijn hele oeuvre passen omdat veel personages ook in andere romans absurdistische trekjes hebben. Neem bijvoorbeeld de hoofdpersoon uit ‘De Joodse Messias’.
Je zou het verhaal ook heel symbolisch kunnen zien vanuit de biografie van Arnon Grunberg. Je zou kunnen zeggen dat Kadoke, als Grunbergs alter-ego, uiteindelijk zijn moeder, samen met al haar nukken wegbrengt naar een oord hier ver vandaan (de dood?) maar dat ze altijd toch in zekere zin, dichtbij blijft. Dat moeder vader is, voegt een psychologische dimensie toe. Moeder noemt Kadoke regelmatig ‘vadertje’ en op een gegeven moment zegt hij zelfs dat hij de vader en de zoon is en daarmee, volgens mij, dat de roman zelf de heilige geest; Kadoke is Grunberg en in de roman is hij de scheppende kracht.
Laten we het gewoon bij het verhaal houden. Niet wat ik erbij fantaseer. Zonder dat fantaseren is het boek al rijk genoeg. Echt een heel goede roman; ik heb ervan genoten.
Eén aspect was wat mij betreft niet helemaal geloofwaardig. Kadokes verhouding met vrouwen kon ik niet helemaal plaatsen. Voor iemand die zo verzot is op protocollen en zo zijn gevoelsleven buitenspel zet en zo recht in de leer is, kan ik me moeilijk voorstellen dat veel vrouwen voor hem vallen. Michette probeert hem met alles te verleiden en zegt ook verliefd op hem te zijn. Ook Dekha is erg verliefd op hem. Ik kan dat niet helemaal plaatsen…
Of deze roman een hoogtepunt in zijn oeuvre is, weet ik niet echt. Maar dat maakt even niets uit.