Ik weet niet eens meer wie mij in de zomer van 1994 opbelde. Mijn pa lag in het St.Lucasziekenhuis in Amsterdam te overlijden. Wat had ik voor contact met hem. Niets dus. Iets dus, want twee weken voor dat moment werd ik door mijn tante gebeld of ik niet eens langs wilde gaan bij mijn pa omdat ze zich erge zorgen maakte en zij het niet durfde. En zo fietsten mijn zus, broer en ik naar het huis van mijn pa waar wij in geen jaren waren geweest. Zijn vriendin, immer bezopen Riet, deed open. Binnen kwam mijn pa uit zijn bed voor ons onverwachte bezoek en nam er snel twee borrels op. Nee hoor, verzekerde hij ons, het ging prima. Maar twee weken later hadden zijn nieren en lever het opgegeven. Broer noch zus waren bereikbaar en zo zat ik naast het opgezwollen lichaam dat toen nog kunstmatig in leven werd gehouden. Naast mijn pa, die nooit een vader was geweest.
Iedereen heeft uiteindelijk een pa die overlijdt. Sommigen schrijven er een roman over. Renee van Marissing bijvoorbeeld. Een heel dunne roman die ik uit had voor ik eraan begonnen was. Een roman die best lekker wegleest en die me dus in korte tijd dichter bij het moment brengt dat ik een oordeel kan vellen over alle boeken die op de shortlist staan van de Libris literatuurprijs. En daar komt mijn eerste probleem: Waarom is dit boekje terecht gekomen op die shortlist? Dat een roman lekker wegleest en mooi dun is, maakt het nog niet tot het literaire kleinood dat je op die lijst verwacht. Wellicht dat Renee van Marissing in de toekomst nog mooie dingen zal schrijven, maar deze novelle op de lijst is helemaal onterecht.
Hoofdpersoon in het verhaal is Mia. Ze heeft een relatie met Sally die hoogzwanger is. Mia gaat dus moeder worden. Op dat moment stikt haar vader Nico in een pinda en overlijdt. Samen met zus Iris gaan ze het huis van pa leegruimen. Tijdens het werk komen de herinneringen los aan het leven met hun vader. Toen Mia nog jong was, scheidde haar ouders. Vader Nico werd een weekendvader. Niet direct een heel verstandige vader, maar hij was er wel. Vader Nico had bepaald een drankprobleem en zijn dochters, hoe jong ook, van de drank afhouden, was geen prioriteit voor hem. Mia zat vaak in cafe Eik en Linde. (de Eik en Linde naast de Hollandse schouwburg in Amsterdam?) Vader hertrouwde met vrouwen die het goed voor hadden met Mia en d’r zus, maar de meegebrachte kinderen bleken steeds een ramp. Ik denk dat dit wel zo’n beetje de samenvatting is…
Af en toe een grappig slordigheidje. Zo heb ik menigmaal in een keer ‘LUL’ op een beslagen raam geschreven. Ik weet hoeveel vingers je daarvoor nodig hebt. Met de drie vingers waarmee Van Marissing het op bladzijde 66 doet, lukt het mij niet… De twee zussen stellen vast dat ze nauwelijks leuke herinneringen aan hun pa hebben, maar vervolgens volgt de ene na de andere best leuke herinnering. Het was een beetje aparte man met zijn eigen nukken en hij dronk ietsje te veel, maar aan de andere kant deed hij van alles met zijn dochters. Laat ik het zo zeggen, ik ben best een beetje jaloers.
Geen hoogvlieger deze roman maar ook niet heel erg slecht. Ik begrijp niet hoe hij op de shortlist van een prestigieuze literaire prijs terecht is gekomen daarvoor is de novelle te licht. Wie weet is het voor de schrijver een stimulans. Ik weet nu al dat dit boekje niet erg hoog zal eindigen op mijn lijst.