Nog toen ik thuis was en niet, zoals nu, in Frankrijk zat, las ik het nieuwste boek van Wieteke van Zeil, ‘Goed kijken begint met negeren’. Ik moest het wel kopen; geen ontkomen aan. Ze schreef me namelijk persoonlijk aan. Om haar nieuwe boek te promoten gaf ze een lezing in het Catharijnen Convent in Utrecht. Ik was daarbij uitgenodigd omdat ik een keertje op een van haar stukjes in de Volkskrant had gereageerd. Ik voelde me zeer vereerd. In het mailtje dat ze me stuurde vertelde ze dat het stukje waar ik op gereageerd had, ook in haar nieuwe boek was opgenomen. Wieteke van Zeil beweerde namelijk in een van haar columns dat een stootband die in de zeventiende eeuw gebruikt werd om het hoofdje van een dreumes tegen stoten te beschermen, nauwelijks te zien was behalve op schilderij x en tekening y. Maar ik kende ook het schilderij ‘Familieportret van David Leeuw’ van Adriaan van den Tempel. Daarop de dreumes van de familie met de stootband. Dat schreef ik haar en ze reageerde persoonlijk. Vond ik erg attent.
In haar nieuwe boek ook een beschrijving van het ‘Stilleven met krakelingen’ van Clara Peeters. Dat schilderij heb ik uitgebreid in het Mauritshuis bekeken. Ook als jpg op mijn pc, zodat ik lekker kon inzoomen en alle details kon bekijken. (Haar portretje op de dop van de kan, en haar naam op het handvat van het mes, bijvoorbeeld) Op het schilderij diverse kazen waaronder een groene. Wieteke van Zeil vertelt in haar boekje dat ze naar haar kaasspecialist is gegaan en gevraagd heeft naar de herkomst van de kaas. Het zou volgens haar kaasspecialist gaan om een edammer kaas die met peterselie groen gekleurd is. Ik geloof daar dus helemaal niets van. Wel misschien een hele tijd geleden, toen ik nog naïef naar schilderijen met groene kazen keek in het Rijksmuseum. Maar op een dag verloor ik mijn onschuld toen ik samen met Rene Zanderink van Slow Food naar het schilderij Stilleven met Kazen van Floris van Dijck in het Rijks keek. Hij vertelde dat de groene kaas bovenop, de vermaarde groene Texelse Schapenkaas was. De kaas kwam aan haar kleur doordat aan de room schapenmest werd toegevoegd. Vlak daarvoor had een ander Slow Food lid beweerd dat worteltjes pas bij de kroning van koning Willem I oranje werden gekweekt (flauwekul, dus), nam ik ook Rene’s bewering niet erg serieus. Maar ik zocht het na en inderdaad, de strontschapenkaas werd tot in de negentiende eeuw gemaakt en was heel erg populair.
De kaas op het schilderij van Clara Peeters lijkt qua kleur sprekend op de kaas van Floris van Dijck. Ik heb ook nog eens gekeken hoe een peterseliekaasje eruit ziet…lijkt niet op het kaasje van Clara Peeters. Ik blijf erbij dat het hier om een groene schapenkaas gaat die met mest is gekleurd. Later hoorde ik dat de befaamde kaas niet alleen op Texel werd gemaakt, maar ook elders.
Zal ik Wieteke van Zeil attenderen op de groene schapenmestkaas?
Mooi, over de strontkaas. Hebt u meer informatie erover? Over de Texelse ‘groene kaas’ bestaat geen twijfel – die was poepgroen. Maar die van ‘s Gravenzande?
Beste Lodewijk,
Dank voor je reactie. Over de Texelse schapenkaas heb ik een interessant artikel gevonden in een uitgave van de Historische Vereniging Texel: https://tijdschriften.archiefalkmaar.nl/issue/TEX/1991-06-01/edition/0/page/7
Op grond van de vorm van de kaas, concludeerde een kaasspecialist (die geciteerd wordt in de catalogus van het Mauritshuis waar het schilderij hangt) dat de groene kaas op het schilderij van Clara Peeters een Edammer kaas moet zijn en dat de groene kleur afkomstig is van toegevoegde groene kruiden. Ik heb dit voorgelegd aan Rene Zanderink van Slow Food en hij reageerde met de bewering dat het wel eens schapenstrontkaas uit ‘s Gravensande zou kunnen zijn. Verdere informatie gaf hij niet en heb ik ook niet kunnen vinden. Beetje mager dus.
Met vriendelijke groet,
Frits de Klerk