Biodiversiteit en de Oostvaardersplassen

Eens in de zoveel tijd gaan Josien en ik ‘ergens’ heen met de trein. Zij heeft een bepaalde kortingskaart waarop ik dan mee-rij-korting krijg als we samen reizen. Zo zijn we een dagje naar Leeuwarden geweest voor die fantastische tentoonstelling over Alma-Tadema. We zijn een dag naar Den Haag geweest om het toen weer net geopende Mauritshuis te bezoeken. Ook het Rotterdamse Boymans-Van Beuningen deden we op die manier aan. We vertrekken dan ’s ochtends vroeg en maken samen echt een leuk dagje door. Op één van die dagjes voerde de trein ons langs of door de Oostvaardersplassen. Ik was daar best benieuwd naar want Josien en ik hadden samen ‘De Nieuwe Wildernis’ gezien; een verhaal dat zich zomaar afspeelt in ons eigen kleine kikkerlandje en dat ons liet zien hoe weelderig en veelzijdig de natuur hier is. Wat ik er verder van wist was dat men daar de natuur haar gang liet gaan en dat er ook grote dieren in de winter van honger stierven. Dat lieten ze trouwens in de film ook goed zien. Het idee erachter sprak mij wel aan; als je aas laat liggen dan komen daar aaseters op af. Dat zou de biodiversiteit kunnen bevorderen. Spreek met mij over biodiversiteit, en ik ben ervoor!

Op één van onze treindagjes, dus, reden we door of langs de Oostvaardersplassen. Opgetogen wees ik Josien op een paar herten. Dat kon ik zomaar uit de trein zien. Ik was helemaal opgewonden; hoe vaak zie je zo’n kudde herten? Ik, in ieder geval, niet vaak. Maar toen we verder de Oostvaardersplassen in-treinde bleek die kudde helemaal niet zo uniek. De ene kudde na de andere. Kuddes grote herten, kleine herten, paarden, koeien. Dat hele terrein liep over van de grote grazers. Dat was niet wat ik me voorstelde van biodiversiteit. Wat ik zag was een wildgroei van maar een paar soorten die hutjemutje bij elkaar stonden. Dat leek dus in helemaal niets op die nieuwe wildernis. In die nieuwe wildernis hebben plant en dier de ruimte, maar hier keek ik naar volgestouwde weilanden. Weliswaar niet met schapen of koeien, maar met herten en paarden. Eerlijk gezegd vond ik het helemaal niets. Ik stelde me bij biodiversiteit iets heel anders voor.

Josien en ik hebben elkaar leren kennen toen we samen werkten aan een grotere diversiteit van plant en dier in onze natuur. Dat deden we door boerenlandschap uit het verleden te beschermen. Heidevelden bijvoorbeeld. Als je niets doet dan verandert heide onherroepelijk in bos. Heide ontstond door begrazing door schapen. De schapen aten de jonge boompjes tussen de heidestruiken uit. Omdat er geen kuddes meer over de heide zwierven werden de boompjes niet opgegeten en veranderde de heide in bos. Op heidevelden vind je allerhande bijzondere dier- en plantensoorten. Om die levende have in Nederland te behouden dienen wij te zorgen voor het openhouden van de heidevelden. Biodiversiteit, dus. In mijn ogen hebben de Oostvaardersplassen nauwelijks iets met biodiversiteit. Wat ik zag was juist het tegenovergestelde. Ik vond het een zielig gezicht.

Wat mij betreft mag 90% van de grote grazers in de Oostvaardersplassen gevangen en geslacht en lekker opgegeten worden. De overgebleven 10% zou in stand en op peil moeten blijven. De natuur, beheerst en beheert haar gang gaan, dat zorgt voor biodiversiteit! Ben ik van overtuigd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *