Jean Tinguely Machinespektakel.

Gezien op 18 december 2016 in het Stedelijk Museum Amsterdam

Zonder dat we het wisten, en zonder dat we het opzochten liepen we tijdens de vakantie tegen het werk van Tinguely aan. We waren op vakantie in het grensgebied tussen Frankrijk, Duitsland en Zwitserland. We hadden een camping gevonden in Duitsland maar vlak bij het Zwitserse Bazel. Op zich viel Bazel verschrikkelijk tegen. We hadden het gevoel dat er vrij weinig te beleven viel. Het Joods historisch museum bijvoorbeeld. Daar hadden we ons erg veel van voorgesteld. Zwitserland gold als het joods walhalla tijdens de oorlog. Het museum wist ons niet veel meer te vertellen dan dat joden trouwden en kinderen kregen; kortom het zijn net echte mensen. Het kunstmuseum bleek in renovatie en de belangrijkste werken waren in het volkenkundig museum te zien. Daar was in ieder geval één bijzonder doek: Jezus in zijn graf van Albrecht Dürer. Onderweg naar dit museum stuitte Josien en ik op een fontein. Een bewegende speelse fontein waarin van alles gebeurde. Fraai om te zien. Een tijdlang hebben we er, in de heerlijke vakantiezon naast gezeten en er gefascineerd naar gekeken. Het bleek een fontein te zijn die ontworpen was door Jean Tinguely.  Van een kunstenaar die spelen met mechanica tot kunst had gemaakt. Een kunstenaar die machines bouwde. Het Stedelijk Museum heeft een overzichtstentoonstelling gemaakt over het werk van deze bijzondere kunstenaar.

Tinguely maakte machines als kunst maar net zo goed speelmachines. Een enkele machine produceert iets tastbaars maar de meeste machines produceren lol. Zeker in het eerste deel van zijn leven. Later werd hij serieuzer, lijkt het. Spel bleef altijd een belangrijk element in zijn werk.

Die ontwikkeling in het werk van Tinguely wordt op een duidelijke en overzichtelijke manier in beeld gebracht. Zo is er het begin. Schilderijen die doen denken aan het constructivisme van Malevitsj. Maar hij laat ze bewegen. Daarmee schept hij elke seconde een nieuw kunstwerk. Staan de geometrische figuren van Malevitsj statisch op het doek, Tinguely zet de figuren op ijzerdraadjes en laat ze, elk in hun eigen tempo, draaien. Hij was zo trots op wat hij daarmee presteerde en zo overtuigd van het idee dat voor dit soort kunst een markt was, dat hij patent aanvroeg voor deze techniek en zelfbouwpakketten maakte. Gelukkig heeft dit nooit veel succes gehad want dan zou het de koers van Tiguely’s levensloop toch aardig verlegd hebben. In die periode van zijn kunstenaarschap ook de eerste humor. De tekenmachine. Machines die moderne kunst produceren. Eerst nogal gewantrouwd want… namen deze machines de ‘officiele’ moderne kunst niet in de maling?

Van de tekenmachines door naar zijn Amerikaanse avontuur. In die periode het idee dat zijn kunst antikunst was. Dat het een gebeurtenis is die geen sporen nalaat. Veel kunst en vliegwerk. Ook veel vuur. Ontploffingen. Het enige dat daarvan over is zijn wat filmpjes. Ook de filmpjes waren uiteindelijk niet de bedoeling, Eenmalig en verder niets.

Dan de periode waarin hij directeur Sandberg van het Stedelijk Museum tegen het lijf liep. Die twee zagen meteen wat in elkaar. Samen met zijn vrouw Niki de Saint Phalle ontwierp en bouwde hij de tentoonstelling (of happening) Dylaby in 1962. Daar zou helemaal niets van overblijven ware het niet dat alles vastgelegd werd door Ed van der Elsken. Slechts één van zijn verbouwde radio’s is als ‘echt’  bouwsel van Tiguely in het Stedelijk achtergebleven. Dylaby leek het meest op een lunapark en doolhof, gemaakt om de tentoonstellingsbezoeker een leuke ervaring te laten opdoen. Humor was de grootste kracht. In 1966 werd zo’n soort tentoonstelling nog een keer overgedaan in Stockholm. Daar een immens beeld van Niki de Saint Phalle. Een wijdbeens liggende vrouw met haar vagina als entree.

Daarna weer een Amerikaanse periode waarin hij oude onderdelen van van alles en nog wat aan elkaar bevestigde en liet bewegen. En alles beweegt nog steeds. Dat laat het museum zien. In de laatste zaal een compleet machinepark. Veel roest, schedels, poppen, pannen echt van alles. Aan elkaar gelast en geplakt. Bewegend. Fascinerend. Leuk ook. Moet je naartoe! Die tentoonstelling is een ervaring die je niet moet missen. Dat is mijn mening.

Dan nog even terug naar dat saaie Bazel dat ons niets leek te bieden. Als je zo op vakantie gaat als wij, dan kan dat je overkomen; een slechte voorbereiding. We wisten vrij weinig van Bazel. Met wat meer voorbereiding hadden we geweten dat we een groot deel van de machines die nu in het Stedelijk Museum staan opgesteld, daar, in Bazel hadden kunnen bewonderen: In het Tinguelymuseum. Wisten we niet…