Steenkool, olie en schaliegas

Doorgaans kan ik goed overweg met mijn leidinggevenden. Een enkele keer niet en dan loopt het meteen uit op een drama. De laatste keer dat het goed mis ging was met manager S.P. Maar laten we wel wezen, die man deugt gewoon niet. Mijn huidige werkgever zou er goed aan doen om deze man te lozen. Enkele jaren geleden had ik een leidinggevende waar ik heel erg goed mee door de deur kon. We waren twee handen op één buik. We hadden goeddeels dezelfde mening over hoe de afdeling moest draaien en ik kon daar, door zijn toedoen, het mijne aan bijdragen. Door hem voelde ik me daar als een vis in het water en steeg ik boven mezelf uit. Zelfs toen dat bedrijf door de markt gedwongen werd om te stoppen met dat deel van het bedrijf waar ik werkte en ik dus naar een andere baan moest omkijken, wist hij me op te porren en op te stoken. Ik ben hem daar nog steeds dankbaar voor. Lange tijd nadat wij gedwongen waren ieder ons weegs te gaan, gingen we nog regelmatig samen uit eten om bij te praten.

Deze manager had ook een kant die ik veel minder kon waarderen; Hij geloofde in bizarre complotten. Hij ging ervan uit dat er complotten waren om onze manier van leven negatief te beïnvloeden. Het zouden complotterende mensen zijn die vooral uit eigenbelang handelden. Het betreffende complot werd steevast gevormd door mensen die in de normale wereld neutraal en wetenschappelijk te werk gaan. Die doorgaans ook van onbesproken gedrag zijn. Zo’n standpunt kende ik destijds nog niet en ik was er zeer door verrast. Als ik met hem discussieerde, dan kon ik niet begrijpen waarom zo’n bijzonder aardig mens in zulke absurditeiten kon geloven. Maar de laatste tijd blijkt dat niet alleen mijn ex-manager op zo’n manier met de realiteit omgaat. Trump, maar ook Wilders, lijken zo te denken.

Vandaag staat er een fantastisch artikel over in de Volkskrant van de hand van Francis Fukuyama. Hij stelt dat wij nooit alles kunnen weten. Daarom moeten we vertrouwen op bronnen die onkreukbaar zijn en die wél in staat zijn om op hun terrein de waarheid, voor zover bekend, te vertellen. Wat Fukuyama in toenemende mate ziet gebeuren is dat de geloofwaardigheid van die instituties ter discussie wordt gesteld.

Over het klimaat, bijvoorbeeld, is het KNMI een toonaangevend instituut die op wetenschappelijk verantwoord onderzoek tot uitspraken komen over klimaatverandering. Die kennis hebben ze niet alleen uit eigen onderzoek, maar ook bundelen en interpreteren ze onderzoeken wereldwijd. Over de adviezen die ze geven, bestaat binnen de wetenschap nagenoeg consensus. Doordat we CO2 uitstoten ontstaat er een broeikaseffect en daardoor warmt de aarde op en daardoor smelten de ijskappen en stijgt de zeespiegel. Dat brengt de mensheid in gevaar. CO2-uitstoot is wat vrijkomt als je fossiele brandstoffen verbrandt. Volgens mijn ex-manager leven de medewerkers van het KNMI allemaal van subsidie. Als ze niet zulke onzinverhalen verkopen dan wordt de subsidie ingetrokken en raken ze hun baan kwijt. Een volkomen kromme redenering. Veel voor de hand liggender is het om te denken dat de olie- en auto-industrie het KNMI in diskrediet willen brengen omdat ze grote economische belangen van die industrie in gevaar brengen. Toch geloven sommigen liever het complotverhaal over het KNMI. Wellicht dat dat het gevoel geeft dat niets hoeft te veranderen en we door kunnen gaan op de weg die we gaan.

In Amerika, zo heb ik begrepen, stellen meteorologen hun onderzoeksgegevens veilig en zoeken ze een goed heenkomen. Voor hen is een zwarte tijd aangebroken nu Trump gekozen is tot president. Hun werk wordt gezien als een groot complot tegen de wereld. Tegen de welvaart. Welvaart is in Trumps visie het verder exploiteren van steenkool, olie en schaliegas.