Mandeeërs in Iran

Eén van de leukste programma’s die op dit moment wordt uitgezonden is de EO serie ‘Van Nablus naar Ninevé’ van de Nederlandse Palestijn Kefah Allush. Een programma over de vergeten volkeren van het Midden-Oosten. Het is leuk omdat het de blik richt op groepen mensen waarvan je het bestaan niet wist en die vaak een geschiedenis hebben die te maken heeft met ‘onze’ Bijbelse geschiedenis. Zo ging het in de eerste aflevering om de Samaritanen. Daar bleken er nog een kleine honderd van te zijn. Van glaszuivere Samaritanen dus. En wie heeft er nou niet van de barmhartige Samaritaan gehoord?

De afgelopen keer ging het over de Mandeeërs. Die naam spreekt weinig tot de verbeelding, maar degene die ze aanbidden des te meer; Johannes de Doper. Dat is hun grote held. De Mandeeërs kunnen daardoor het dopen niet laten. Bij elk feest laten ze het water rijkelijk over zich stromen en gedenken ze Johannes in hun gebeden. Ook van de Mandeeërs zijn er nog zo’n slordige honderd over. Honderd Mandeeërs die niet met vreemd bloed zijn vermengd.

Wat Mandeeërs en Samaritanen gemeen hebben is dat je een partner van dezelfde soort moet zoeken. Doe je dat niet, dan verlaat je ook meteen de geloofsgemeenschap. Je kinderen zijn niet meer ‘echt’. Je kan niet meer aan de rituelen meedoen. Ik begrijp dat. Als Mandeeër wil je je onderscheiden van de rest. Je hebt ‘wij’ de Mandeeërs ten opzichte van ‘zij’ (alle anderen). Wij en zij. Ook al zijn ze nog maar met niet meer dan 100 echte Mandeeërs, het blijft ‘wij’ en het blijft ‘zij’.

Ja, ik vind het leuk om verhalen te horen over dit soort ‘vergeten’ volkeren. Het laat de diversiteit van mensen zien. Maar er zit ook een keerzijde aan het verhaal. Neem de Mandeeërs. Die zijn van de Jordaan naar het zuiden van Iran gediscrimineerd. In het zuiden van Iran hadden ze net zo goed geen leven. In de negentiende eeuw zijn ze daar massaal vervolgd. Vermoord kan je wel zeggen. Zielig zou je zeggen, en dat is het ook. Mensen zouden niet moeten discrimineren; racisme moet uitgebannen worden. Maar discrimineren en racisme zie ik als eerste bij de Mandeeërs zelf. Zij verdelen de wereld in wij en zij. Kunnen ze dan iets anders van de hun omringende volkeren verwachten? Ik denk het dus niet. Racisme en discriminatie zijn van alle tijden en van overal. Je kan het een tijdlang onderdrukken maar op den duur steekt het de kop weer op. Zo leuk als diversiteit is, zo gevaarlijk is het meteen ook.

Wat mist de wereld precies als de Mandeeërs en de Samaritanen opgenomen zijn in andere volkeren. Als zo’n klein groepje opgegaan is in het geheel. Ik wist niet van Mandeeërs en ik wist niet van Samaritanen. Nu wel. En…wat heeft dat verandert.

Op dit moment worden Mandeeërs in Iran met rust gelaten. Weliswaar moeten ze bij alles wat ze zeggen nadenken of hun dat geen problemen gaat opleveren, maar zo is de situatie in Iran voor iedereen. Mandeeërs kunnen veel beroepen niet uitoefenen. Voor de overheid mogen alleen moslims werken. In de voedselindustrie mogen alleen moslims werken. Daarom zijn de meeste Mandeeërs edelsmid. Als rationeel denkend mens denk ik: Wat doe je jezelf aan! Spring lekker zo vaak als je wil in de rivier, maar trouw lekker met een moslim of moslima en je bent van het hele gezeur af.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *