Een dagje naar het Openluchtmuseum in Arnhem

In het Openluchtmuseum in Arnhem voel je je eigen leeftijd. Naarmate de tijd voortschrijdt komen er steeds meer dingen te staan die verdwenen zijn uit het gewone leven, maar die je nog heel goed kent. Hoe ouder je wordt, hoe meer je herkent. Neem de arbeidershuisjes uit Tilburg.  Zuigelingenzorg hebben ze er zo neergezet dat je de injectienaald in je arm voelt. Maar vooral de inrichting van het jaren zeventig huisje. Daar voelde ik me haast sentimenteel worden. De muren en het houtwerk in warme kleuren. Veel bruin en oranje. Meubels zien er goedkoop uit of waren samengesteld uit gevonden dingen. De boekenkast bijvoorbeeld. De planken rusten op stenen die zomaar ergens vandaag gehaald waren. De zitzak en de poef. We hadden die ook thuis, en ik zou er zo op kunnen neerploffen.

Ook onze ideale woning staat er. Als je ons had gevraagd: Kies maar. Kies maar het ideale huis, dan wisten we het wel; de woonboerderij. De woonboerderij was ook nog ons ideale huis toen Josien en ik met kleine kinderen op een bovenwoning in de Lomanstraat woonden. Zelfs nu nog. Rationeel weet ik wel dat ik, als ik op het platteland ga wonen, veel zal gaan missen. Dat voor mij de culturele prijs wel heel hoog zou zijn, maar toch…een woonboerderij, het voelt heel ideaal. De manier waarop de woonboerderij aan ons gepresenteerd wordt in het museum, draagt ook bij aan dat idyllische gevoel; riant ingericht. Groot, maar toch heel knus. Met de openhaard in een zitkuil. Een prachtige open keuken…ik zou er zo in willen trekken. Heel herkenbaar. Ik denk dat het museum met de woonboerderij dicht tegen onze tijd aan zit.

Aansluitend op de woonboerderij staat het vakantiehuisje. Wij gaan veel naar vakantiehuisjes en een dergelijke inrichting kom je nog overal tegen. Eigenlijk dus niet zo museaal. Dat vind ik wel een punt van discussie; op welk moment moeten objecten geconserveerd worden in een museum en tot welk moment is het nog zo ‘gewoon’, dat het eigenlijk niet bijzonder is. Neem bijvoorbeeld de stacaravan; loop een willekeurig vakantiepark op en je ziet ze bij bosjes. Op dit moment vind ik dat het museum net iets te vaak te dicht tegen onze eigen tijd aan zit; je gaat naar een museum om het bijzondere te zien.

Maar hoe dan ook, het blijft een heerlijk museum om eens in het jaar te bezoeken. Ik vind het mooi om te zien dat ook in dit museum de stad oprukt. Een stukje Tilburg en een stukje Amsterdam.

Jordaan

Kortgeleden bezocht ik museum ‘het schip’. Daar laten ze je een Jordaanse krotwoning zien. Dat geeft echt een idee hoe het was. Ik vind dat ze in het Openluchtmuseum wel wat hebben laten liggen. Met projecties proberen ze wel wat, maar echt voelbaar wordt de armoe in de Jordaan niet. Anders als bijvoorbeeld de plaggenhut, die er toch ook staat; de armoede van de dagloner wordt hier zichtbaar maar vooral ook voelbaar. Dat ontbreekt in de Jordaan. Verder zou een ingerichte bovenwoning ook wat meer inzicht kunnen geven over het leven in een oude volksbuurt. Hoe sliepen de mensen toen? Op de diverse boerderijtjes krijg je het benauwd van de bedstedes…Dat vind ik in de Jordaan ontbreken. Hoe woonden de mensen; hoe sliepen ze, waar kookten ze hun eten. Dat had wel wat uitgewerkt mogen worden!