Uitgeverij Podium. Amsterdam 2015 (e-boek naar de eerste druk.)
Ik heb Inge Schilperoord uit. De Muidhond. Een boek op de shortlist voor de Libris literatuurprijs 2016. Het boek rammelt aan alle kanten. Vergelijk je deze roman met romans die op de longlist staan maar die buiten de shortlist vielen, dan wordt het onbegrijpelijk. Wat is hier aan de hand? Inge Schilperoord beheerst het metier niet. Het schrijverschap. De taal. Als je de taal onvoldoende beheerst, dan kan je het vergeten. Maar ook de plot rammelt. Ik vind het ongeloofwaardig. In de roman opgevoerde personages doen dingen die, in mijn ogen, niet passen bij hoe ze beschreven zijn.
De hoofdpersoon is net ontslagen uit de gevangenis; vrijgelaten bij gebrek aan bewijs. Hij zou een klein meisje hebben meegenomen naar een plek en daar ontucht mee hebben gepleegd. Maar het bewijs leek niet rond en daarom wordt hij vrijgelaten. In het Huis van Bewaring kreeg hij therapie. Therapie om zijn gedrag onder controle te krijgen en te houden. Als Schilperoord de gevangene laat terugkijken op zijn tijd dat hij vastzat, dan beschrijft ze dat hij misselijk werd van de etensgeuren in de gevangenis. Merkwaardig, want dat is dus helemaal niet de geur die je meteen op de keel slaat als je een cellenblok binnenloopt. Vuile sokken. De gevangenis stinkt naar ongewassen lijven. Elke dag als ik op mijn werk kwam, moest ik daar even doorheen. Maar goed, wellicht dat Schilperoord andere ervaringen heeft…
Wat ik opmaak uit grote zaken waarbij pedofilie een rol speelt, gaat het om mensen die steeds bewust het gezelschap van kinderen opzoeken en dan vervolgens het vertrouwen winnen en dan van kwaad naar erger gaan. Zo niet in de Muidhond. De hoofdpersoon wordt beschreven als een wat teruggetrokken persoon die samen met zijn moeder woont. Hij werkt in de visverwerkende industrie. Weinig mensen hebben contact met hem. Ze vinden hem een rare. Thuis is hij voortdurend bezig met zijn werkboek. Met zijn oefeningen die hij van de gevangenispsycholoog meegekregen heeft om zijn gedrag onder controle te houden. De contactgestoorde hoofdpersoon wordt geconfronteerd met zijn buurmeisje. Hij wil niets met kinderen te maken hebben, want hij weet dat het dan mis gaat. Hij lijkt dat echt te willen. Zo ook het buurmeisje. Hij wil haar niet. Het buurmeisje wordt weggestuurd en afgeblaft door de hoofdpersoon maar dat haalt niets uit; ze dringt zich op aan de man. Ze doet er alles aan om alleen met hem te kunnen zijn, zo lijkt het. Toevallig en ongeloofwaardig!
Observaties slepen je mee het verhaal in. Maar in de Muidhond kom je gekke dingen tegen. Zo is de afmeting van een kinderkamer heel erg klein volgens Schilperoord… hoogstens zeven bij drie! Wat stelt zij zich bij een klein kinderkamertje voor? De hoofdpersoon is tijdens een hevig onweer het huis van het meisje en haar moeder binnengeslopen. De lucht is zwart. De wereld gehuld in duisternis. De regen stort zich op de uitgedroogde aarde…Maar wat ziet de hoofdpersoon als hij bovenaan de trap staat? ‘Boven aan de trap bleef hij staan en keek naar de trillende stofdeeltjes die in het licht ronddwarrelden.’ Hoe kan dat? Tijdens een zware onweersbui…Vraag het Inge Schilperoord.
‘Met de stang van de stofzuiger drong hij diep in de naden van de vloerdelen…’ Ik zie dat niet voor me. Ze speekt van ‘…versnelde hartslag in de aderen onder zijn huid…’ (zijn er dan ook aderen op zijn huid?) Ze observeert dat ‘Zijn longen bonsden.’ (Echt nog nooit mijn longen voelen bonzen; kan me er ook niets bij voorstellen.) Ook matige zinnen. Zo laat ze een ventilator lauwe lucht ‘wieken’. Verder veel slordigs waarvan ik me afvraag of dat in andere drukken gecorrigeerd is: ‘Om vijf voor half zeven uur diende hij het eten op.’ (blz. 93) Je zou zeggen: Om vijf voor halfzeven diende hij het eten op.
Nee, ik ben niet kapot van dit boek. Misschien dat het waardevol is als illustratie van een geval uit Schilperoords praktijk als forensisch psycholoog, maar als literatuur rammelt het boek te veel.