Eigenlijk ben ik wel weer eens toe aan een roman over gewone hetero’s. Vooral onder vrouwelijke auteurs lijkt genderverwarring het thema tegenwoordig. Ik wil wel weer eens een roman over een vrouw die zich vrouw voelt en op mannen valt, of over een man die zich thuis voelt in zijn lichaam en op zoek is naar een vrouw. Eventjes geen transgenders (of mensen die vermoeden dat ze dat zijn) en even geen homo’s of lesbo’s. Heus, de regenboogvlag staat op mijn voorhoofd getatoeëerd, maar ik heb er gewoon even genoeg van al dat getob. Ik moest het boek van Mariken Heitman wel lezen, want het staat op de shortlist van de Libris literatuurprijs en zoals alle afgelopen jaren lees ik de hele shortlist. Om maar meteen met de deur in huis te vallen; het is een best aardige roman. Het leest niet makkelijk weg. Vaak moet je naar houvast zoeken: waar zitten we precies en met wie en wat zijn we aan het doen? Die zoektochtjes naar houvast zorgt ervoor dat het je als lezer maar mondjesmaat lukt om je te identificeren of op zijn minst meegenomen te worden in het verhaal.
Hoofdpersoon Elke is zaadveredelaar. Op het moment dat de roman begint heeft ze een grote domper te verwerken: De pompoen die ze gekweekt heeft en waar voor de verkoop van de zaden al een hele reclamecampagne werd opgetuigd, blijkt precies hetzelfde te zijn als de pompoen van de concurrent. De door de concurrent opgekweekte pompoensoort is echter al gepatenteerd en in de handel genomen. Het veredelingsproject van de hoofdpersoon is daardoor mislukt. Wat opvallend is, is dat de pompoensoorten van zowel Elke als de concurrent hybride zijn. Het zaad uit de pompoen kan nooit een nieuwe pompoenenplant opleveren. Doordat de vrucht deze voortplantingseigenschap verloren heeft, komen andere eigenschappen die we veel liever willen hebben beter uit de verf. De plant verliest eigenschappen waarmee het zichzelf in stand kan houden, maar krijgt eigenschappen die wij mensen graag willen ervoor terug.
Om het echec van haar pompoenveredelingsproject te verwerken besluit ze om in het huisje van haar overleden oom Filip op één van de Waddeneilanden in retraite te gaan. Ze wil daar een speciaal project uitvoeren namelijk een erwt on-veredelen. Ze wil de erwt terugkweken naar haar oervorm. Met eigenschappen waarmee de plant zich kan verdedigen tegen haar natuurlijke vijanden zoals bijvoorbeeld een taaie haast ondoordringbare zaadhuid of bitterstoffen waardoor geen dier (en dus ook mens) de erwt wil eten. Onderwijl verzint ze een verhaal over een stam mensen in de oertijd die juist die eerste erwten hebben gevonden. Zij staan aan het begin van het traject om de erwt op te kweken naar de vorm die we nu kennen; een gewas waarmee we ons kunnen voeden. In die verzonnen oerwereld spelen vergeten riten een rol. Heilig is een gecastreerde jongen. Een man kortom die geschikt gemaakt is om rituelen uit te voeren, maar daarvoor wel een eigenschap heeft moeten verliezen waarmee hij zich in stand kan houden.
Voor hoofdpersoon Elke geldt dat ze ook moeite heeft om zich voort te planten. Ze wordt in winkels vaak aangezien voor een man en als niet-man valt ze op vrouwen. Ze gaat uit met een vrouw en stopt een paar sokken als ware het een kunstlul in haar broek. Ze lijkt te zoeken wat de eigenschappen van het niet (kunnen) voortplanten bij haar voor veredelingen heeft gezorgd. Ondertussen overweegt ze allerhande diersoorten die zich voortplanten en die zich op die wijze aanpassen aan de omstandigheden. Zo overdenkt ze op het Waddeneiland het ontstaan van dwergsoorten op het eiland Flores waar een vriend van haar onderzoek naar doet. Er schijnt daar een dwergolifant te hebben geleefd en een dwergmens die niet groter werd dan een meter.
De roman is zoals gezegd op de shortlist terecht gekomen van de Libris literatuurlijst 2022. Als pretlezer, want dat ben ik, vond ik het een moeilijk boek. Helemaal geen lekker boek. Het leest zonder meer stroef. Denk je dat je eindelijk een lijn te pakken hebt, dan ben je hem ook zo weer kwijt en besef je je dat je al enkele bladzijden een stam in de oertijd volgde. Als amateur-lezer had ik het boek toch wel vrij snel weer dicht geslagen, maar omdat ik voor deze literatuurprijs eventjes helemaal geen amateur ben, heb ik stug doorgezet. Uiteindelijk vind ik het allemaal wel aardig maar besef ik me dat ik weinig gemist zou hebben als ik de roman niet gelezen had. Je vraagt je dan ook af voor wie deze roman geschreven is. Een moeilijke vraag wellicht en misschien wel een onmogelijke vraag omdat het in ons tijdsgewricht zo is dat een kunstenaar niet aan het publiek zou moeten denken; de kunstenaar schrijft vanuit zichzelf en voor zichzelf en is blij als een ander dat waardeert…
Mariken Heitman is biologe en dat laat ze je weten ook. Daar krijg je soms leuke woorden van. Het woord ‘aarspil’ bijvoorbeeld. Het moet wel aar-spil zijn, maar ik heb toch nog even getwijfeld over aars-pil. Kan net zo goed.
Deze roman over (on)vruchtbaarheid en (de onmoglijkheid van) voortplanting is wel aardig maar behoort zeker niet tot mijn favorieten voor de hoofdprijs