Toen Willem Holleeder even niet in het gevang zat, werd hij in het programma ‘Collegetour’ door Twan Huys samen met een zaal studenten geïnterviewd. Men vroeg hem toen zoiets als: Als je nog iets kon gaan studeren, wat zou je dan voor vak kiezen? Holleeders antwoord liet niet lang op zich wachten: Psychologie. Dat leek hem het meest interessant. Mij ook trouwens. Je wilt zo graag weten waarom we denken en voelen zoals we denken en voelen. Maar ook, hoe je dat denken en voelen kunt manipuleren. Hoe kan ik ervoor zorgen dat jij een bepaald gedrag gaat vertonen? Mateloos aantrekkelijk. Een ander laten doen wat jij graag wil. Iemand die geen zin heeft om iets voor je te doen zo manipuleren dat hij of zij het graag voor je doet. Een machtig wapen in de leefwereld van Willem Holleeder; niks geen dreigementen maar zachte manipulatie zorgen ervoor dat een rijkaard zijn vermogen aan Holleeder overhandigd; te mooi om waar te zijn. Ook een machtig wapen in de wereld die het daglicht wel kan verdragen, trouwens. De wereld waarin bedrijven je willen laten geloven dat het leven meer waard is als je hun spullen koopt.
Het hoe of wat van gedrag en gevoelens wordt bestudeerd in de sociale psychologie. Een zeer aantrekkelijke kant van de psychologie. Maar ook een erg fraudegevoelige tak van de psychologie bleek in de recente geschiedenis. Juist daar waar de kennis zo aantrekkelijk is, trekt het oplichters en charlatans aan.
Diederik Stapel was in Nederland de kwade genius. Hij bedacht onderzoeksresultaten zelf. Dat kwam allemaal aan het licht door een onderzoek waarbij ons leven, het leven van Josien en mij dus, direct geraakt werd.
Zoals ik al vaak heb duidelijk gemaakt, eet ik alles wat gelopen, gekropen, gegleden, gevlogen of gezwommen heeft. Niets is koosjer en niets is treife; ik eet alles. Dat in tegenstelling tot Josien. Voor haar hoeft er geen dier te worden gedood. Ze pikt wel de eieren van het kippetje en de melk van de koe, maar daarmee zijn haar misdaden tegen de dierlijkheid wel volledig benoemd. Wat wil het toeval; een hoogleraar sociale psychologie (zelf vegetariër) had bedacht dat het weleens zo zou kunnen zijn, dat vleeseters agressiever zijn dan niet-vleeseters. Ze bedacht enquêtevragen en wilde daarmee het land intrekken om mensen naar eigen gedrag te laten kijken. Na het nuttigen van een lekkere, sappige, bloederige biefstuk, zouden de respondenten dan wat vragen mogen beantwoorden. Een hoop werk… Een andere hoogleraar, Diederik Stapel, stelde voor dat hij die enquêtevragen zou voorleggen aan zijn representatieve respondentengroep. Dat scheelde een hoop werk en daarom ging de onderzoekster hiermee akkoord. Achteraf bleek die respondentengroep te bestaan uit één persoon; Diederik Stapel. Vanuit de losse pols beantwoordde hij de enquêtevragen en creëerde daarmee bewijs voor de stelling dat vleeseters agressiever zijn dan vegetariërs…
Dat onderzoek kwam in het nieuws en heeft bij mij thuis wel wat teweeggebracht. Mijn tomeloze agressie werd daarmee verklaard! Een tijdlang waren biefstukken taboe! Diederik Stapel, bedankt!
Na dit onzinnige agressieve vleeseters onderzoek, sneuvelde het ene na het andere onderzoek. Vandaag in de krant het onderzoek naar de glimlach; als je glimlacht voel je je vanzelf gelukkiger…blijkt dus ook onzin. Waar gaat het heen met de wereld?