Een dagje Amsterdamse School

Het valt niet mee om op dit moment een post te schrijven. Een cursus in Arnhem zorgt ervoor dat ik erg vroeg van huis moet en pas laat weer thuis kom. ’s Avonds te moe om nog wat te doen. Zo gaat dat. De Olympische spelen helpen ook niet mee… Toch is er voldoende om over te schrijven. Eigenlijk is er altijd meer dan voldoende om over te schrijven. Maar nu over mijn verjaardag. De veertiende hadden we geen bezoek en hebben we grotendeels besteedt aan de Amsterdamse School. ’s Ochtends hebben we gezien wat die architecten konden bouwen voor de allerrijksten en ’s middags wat ze voor de arbeidersklasse voor elkaar hebben gekregen. Tussendoor hebben Josien en ik heerlijk rondgefietst en met z’n tweeën zitten tafelen bij de Bijenkorf. Echt een heel lekkere dag! Mag ook wel als je zo oud bent geworden als ik…

Het Amrath hotel had haar deuren opengesteld voor gratis rondleidingen. Ik had de advertentie niet gezien, maar Josien wel. Daarom stonden we om elf uur ’s ochtends in de rij. De rondleidingen begonnen pas om twaalf uur, maar gelukkig had Josien de onduidelijke advertentie niet helemaal goed begrepen. Daardoor een plekje vooraan in de rij. Een rij die in dat uurtje explosief groeide.

In het hotel liepen we ons te vergapen aan de extreme luxe. Ook de schoonheid waarmee deze luxe was ingevuld. Marmeren trappen, prachtig siersmeedwerk. Erg fraai allemaal. Met als hoogtepunt de bovenste etage met de gebrandschilderde ramen. Wat opvalt is de manier van versieren van de Amsterdamse School architecten. Elk detail heeft een associatie met de zee of de scheepvaart. Siersmeedwerk met ankers, ankerkettingen en harpoenen. In de deuren golfjes maar net zo goed vissen. Grepen op de deur in de vorm van drietanden. Overal zee, scheepvaart en visserij. Hoewel visserij weinig met het Scheepvaarthuis te maken had; het scheepvaarthuis was het kantoor van zeven rederijen die lijndiensten onderhielden. Als bewoner van Het Schip en socialist, besefte ik wel dat de mythe van Michel de Klerk als working class hero, maar heel beperkt is; ik kreeg de indruk dat hij maakte waar hem de mogelijkheden toe beschikbaar werden gesteld. Was er een rijke geldschieter dan maakte hij een luxueus paleis en kwam wethouder Wibaut met een zak geld, dan bouwde hij een arbeiderspaleis.

De man die ons rondleidde was architect; iemand met een beroep tussen kunst en techniek in. Hij was zo enthousiast over de schoonheid van het gebouw dat dat behoorlijk aanstekelijk werkte. Hij ging helemaal uit zijn dak bij de lift. Zo’n lift die je soms in stomme films weleens ziet. Zo een die alsmaar doorgaat en waar je aan de rechterkant naar boven gaat en aan de linkerkant naar beneden. Eigenlijk zie je die liften niet meer omdat in dezelfde ruimte ook een moderne lift past. Deze lift heeft alle vernieuwingen overleeft. Het hele gebouw was trouwens prima geconserveerd. Opmerkelijk omdat gebouw lange tijd niet als monumentaal gezien werd.

Na dit heerlijke, maar veel te korte bezoek aan het Scheepvaarthuis, fietsten Josien en ik naar ‘mijn’ bibliotheek. Mijn moeder noemde dat altijd de ‘leeszaal’. Daarin bleek ze gelijk te hebben; het was een leeszaal en geen bibliotheek, zo had de architect bepaald. De bibliotheek aan de Coöperatiehof was een leeszaal. Boven de ingang een prachtige gevelsteen met daarop ‘Leeszaal’. Vaak heb ik om tien uur, op zaterdagmorgen voor de deur gestaan? Steeds maar turen naar de klok op het torentje. Om tien uur werd er een verhaal voorgelezen. Eerst werd door de juffrouw de deur opengedaan en liepen we in een stroom de brede trap op. Dan de volwassenen bibliotheek door naar de kinderbibliotheek. Daar gingen we in een kring op de grond zitten om de voorleesstoel van de bibliothecaresse. Ik kan me geen verhaal meer herinneren, wel de spanning vooraf.

We fietsten nog wat door die prachtige buurt. Niet zo mooi als onze buurt natuurlijk, maar toch heel fraai. We stuitte op het bezoekerscentrum van De Dageraad; die andere socialistische woningbouwvereniging. Voor de somma van zevenvijftig per persoon kregen we een bijna individuele rondleiding door de buurt. Een bijzonder jonge maar ook deskundige gids liet ons de buurt zien. Vooral alles wat met de Amsterdamse school te maken had. Ik was diep onder de indruk van de prachtige beeldengroepen op het Berlage Lyceum. Bleek juist dat Berlage Lyceum niet van bekende Amsterdamse School architecten te zijn maar van een groep gemeente architecten. De beeldengroepen waren wel van Hildo Krop. Dat de architecten niet per se tot de Amsterdamse School architecten beheerden, toonde voor mij de enorme invloed die deze architectuurstroming heeft gehad. Ze moeten andere architecten uitgedaagd en geïnspireerd hebben. Het schoolgebouw is heel wat ‘normaler’ dan de andere woningen, maar de invloed van die nieuwe stroming is toch onmiskenbaar.

Ook in deze woningen weer allerhande ornamenten en andere details waarin het doel van het gebouw duidelijk werd. Daarin verschilden de arbeiderswoningen eigenlijk niet van het luxueuze Scheepvaarthuis. De rondleiding was echt een aanrader. Ook het bezoekerscentrum De Dageraad zie ik makkelijk uitgroeien tot een volwaardig museum.

Wat een verjaardag!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *