Ik denk dat ik vaak té geagiteerd reageer in mijn hoedanigheid van witte, mannelijke, hetero, goed opgeleide, best aardig verdienende, oudere man, maar het valt ook allemaal niet mee; ik heb mezelf geen piemel gegeven, zullen we maar zeggen. En – hoewel ik destijds helemaal zeker dacht te weten dat ik een vrouwengezin ging krijgen met allemaal dochters – kreeg ik in werkelijkheid alleen zonen. Bij het aanbreken van het tijdperk van de vrouw kreeg ik drie zonen. Geen enkele dochter. Bij het aanbreken van het tijdperk van de hegemonie van de vrouw (nu, dus), kreeg ik een kleinzoon en zeker geen kleindochter. Mág ik dan misschien wat geïrriteerd zijn als journalisten alleen nog maar aandacht voor meisjes en vrouwen hebben en een houding aannemen van ‘oh ja, dinges, die hebben we ook nog…jongens, mannen maar hoe kunnen die het nou zwaar hebben?’ Ik word wat kregelig van het artikel in de Volkskrant van 5 januari over meiden die zich niet zo heel erg gelukkig voelen. ‘Veel meisjes verdwalen in het donker’ heet het artikel en is geschreven door Kaya Bouman. Het artikel beslaat vier volledige pagina’s van de krant!
Het is een artikel op het randje, constateerde ik na lezing. Het randje van wat volgens de bronnen die ze aanhaalt waar is of wat ze verdraait. Grotendeels is het artikel gebaseerd op rapporten van het Trimbos instituut en het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum. De schrijfster van het artikel negeert alles in de rapporten behalve dat wat er geschreven wordt over sombere meisjes. Op die manier schept de schrijfster het beeld dat ze kennelijk graag wil scheppen. Waar de geciteerde deskundigen het over ‘jongeren’ hebben, vertaalt de journaliste het naar ‘meisjes’. Dat mag natuurlijk. Waarom voel ik me dan als man, vader van alleen maar zonen, opa van alleen maar een kleinzoon toch ietwat in mijn kuif gepikt? Misschien omdat je als je een zelfde artikel over jongens zou schrijven, en je zou uit diverse rapporten vooral kijken naar hoe het er met de jongens voorstaat, er absoluut een veel dreigender beeld naar voren komt. Een voorbeeld: Het aantal doelbewuste vergiftigingen is volgens het jaaroverzicht van het NIVC duidelijk gestegen onder jongeren tussen de 13 en 17 jaar. Met name meisjes zijn vaker gerapporteerd. Wat heeft het leeuwendeel van de jongeren (en dus meisjes) ingenomen? Hoofdpijntabletten. Elk kind weet dat je daar niet aan dood gaat. Kijk je daarentegen in het jaarverslag van het CBS over zelfdoding dan zal je zien dat in 2022, onder de doden, veel meer mannen dan vrouwen zijn. Door het bewust innemen van giftige stoffen hebben 64 mannen het niet overleefd tegen 41 vrouwen. Wat betreft het innemen van medicijnen/alcohol of drugs liggen de cijfers wat dichter bij elkaar156 mannen om 151 vrouwen. Totaal hebben een slordige twee keer zoveel mannen als vrouwen zelfmoord gepleegd. In de specifieke groep waar Kaya Bouman het over heeft zijn de verhoudingen niet anders.
Andere indicator van welbevinden: Voortijdig schoolverlaten…drop-outs. Ook daar heeft het CBS cijfers van. Jongeren tussen de 18 en de 25 jaar. 54.000 jongens dropten out tegen 33.000 meisjes. Nog een indicator over welbevinden en welbehagen; jongeren die in de gevangenis terecht komen. Geen cijfers over 2022 maar wel over 2021. Er werden dat jaar 5860 jongens tussen de 18 en 25 jaar opgesloten terwijl er 320 meisjes in het gevang terecht kwamen.
Tsja, het gaat erg slecht met de meisjes. En de jongens? Ze hebben het aan zichzelf te wijten, denk ik; hadden ze maar geen piemel moeten krijgen.