Salome; een grandioze uitvoering

Gezien op 24 juni 2017 in de Stopera

Zo’n slordige acht jaar geleden kregen wij, en alle anderen die een kaartje hadden gekocht voor Salome van Richard Strauss enkele dagen voor de voorstelling een brief toegestuurd met daarin een waarschuwing. Dat had ik nog nooit gehad en zou ik nooit meer krijgen. Kennelijk voelde de Nationale Opera toen ook wel aan wat voor gedrocht ze ons gingen voorschotelen. Ze hadden voor deze opera de Duitse regisseur Peter Konwitschny aangetrokken. De man had toen al jaren psychiatrische problemen. Van dat psychiatrische leed kregen wij een weerslag te zien op het toneel. Samenhang of diepgang waren voor de ‘gewone’ mens niet te ontdekken. Een rampzalige voorstelling en achteraf was de waarschuwing die de Nederlandse Opera deed uitgaan, volkomen terecht; er was geen touw aan vast te knopen. Ondanks de lovende recensies van enkele deskundigen, blijf ik erbij dat de regie van Peter Konwitschny een mislukking was. Kan gebeuren. Ik vermoed dat men er bij de Nationale Opera er nu net zo over denkt als ik toen en dat ze het nu betreuren dat ze toen niet op tijd hebben ingegrepen. Een aanfluiting was het! Dit had tot gevolg dat mijn geliefde alle lust tot het zien en horen van Salome ontnomen was. Zelfs nu er een nieuwe enscenering op de planken staat en de muziek wordt vertolkt door het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van de nieuwe chef-dirigent Daniele Gatti was ze niet te vermurwen. Daarom had ik maar één kaartje gekocht. Weliswaar even duur als anders twee kaartjes, maar de betere plaats moest het gemis van mijn lief compenseren en dat lukte maar matig. De enscenering is in handen van Ivo van Hove. Die ken ik natuurlijk wel. Ik ben niet altijd een fan van hem, maar over het algemeen maakt hij mooie voorstellingen met Toneelgroep Amsterdam. Trouwens, hoe ik er ook over mag denken, hij is een wereldvermaarde regisseur. Toen ik ’s avonds na de uitvoering compleet overdonderd naar huis fietste, besefte ik dat deze Salome  één van de hoogtepunten van het seizoen was geweest.

De voorstelling begint voordat het zaallicht uit is. Dat zie ik ook vaak in van Van Hove’s toneelwerk. Het decor bestaat uit een groot zwart vlak, met in het midden een opening die uitzicht biedt op een luxueus zitje. Obers lopen langs dat zitje. Er moet een soort diner aan de gang zijn waarvan wij, als toeschouwers niet veel meekrijgen. Als het zaallicht uitgaat staat er op het grote zwarte vlak een maan geprojecteerd en wordt het duidelijk waar we zijn. We zijn in de tuin terwijl binnen een feest aan de gang is. Salome ontvlucht de hitsige blikken van haar stiefvader in de tuin. Daar hoort ze de stem van de profeet Jochanaan die in een ondergrondse kerker gevangen zit. Hij verkondigt de komst van de Messias. Salome wil de profeet spreken en eist dat de bewakers hem ophalen. Maar dat heeft haar stiefvader Herodes streng verboden. Maar uiteindelijk zwicht de commandant omdat hij verliefd op haar is.

Jochanaan weigert het gesprek met Salome. In plaats daarvan vervloekt hij haar en haar moeder en wil hij haar zelfs niet aankijken. Zijn houding wekt de lust van Salome; ze wil hem kussen. De profeet wil op geen enkele manier ingaan op de avances van Salome. De profeet wordt weer weggebracht en de verliefde commandant die Jochanaan bij Salome bracht plaagt zelfmoord.

Op prachtige wijze wordt er van decor gewisseld. Langzaam verplaatst de handeling van buiten naar binnen. Het doorkijkje in de grote zwarte wand wordt langzaam steeds kleiner tot het helemaal dicht zit. En als we dan in de paleiszaal zijn, dan is het decor klaar voor de dramatische hoogtepunten: De dans en de onthoofding van Jochanaan. De dans is theatraal gezien een moeilijk issue. Herodes moet door de dans zo opgehitst worden dat hij Salome alles wil geven. Dat is moeilijk om dat geloofwaardig op de planken te brengen. Ivo van Hove lukt dat wel. Gelukkig kreeg Ivo van Hove niet alleen te maken met een vertolkster van Salome die geweldig kan zingen, maar ze heeft ook een mooi lichaam en ze kan goed dansen. Alleen een dansende Malin Byström zou datgene wat op het toneel moet plaatsvinden, het tot het uiterste opgeilen van Herodes, nooit waar kunnen maken. Maar gecombineerd met de opzwepende muziek en muurprojecties krijgt Van Hove het voor elkaar om die totale opwinding te bereiken. Virtuoos! Een prestatie van jewelste. Daarmee wordt het verloop van de rest van de opera geloofwaardig. Want Herodes moet wel aan de wens van Salome voldoen. Hij krijgt geen andere mogelijkheid dan Jochanaan te onthoofden. Ondanks dat Herodes beseft dat de profeet een heilig man is. Salome wil Jochanaan’s hoofd omdat ze dan haar lusten kan botvieren. Hij wilde niet met haar kussen, ze mocht niet aan zijn haar komen; nu heeft hij daar niets meer over te zeggen. Ik zelf heb wel wat moeite met deze perverse uitleg van het bijbelverhaal. Maar zo zit het nou eenmaal in deze opera en Van Hove weet ook dit botvieren van haar lusten uit te buiten. Langzamerhand besmeurt Salome zich met bloed. Haar jurk wordt zwaar van het bloed. De vlekken zitten overal op haar jurk en later ook op haar gezicht. Walgelijk maar geweldig.

En dan heb je nog de muziek. Op zichzelf al geweldige muziek; zelfs als het door gewone stervelingen wordt uitgevoerd. Maar Gatti en het Koninklijk Concertgebouworkest wisten elke noot en elke vezel van de muziek uit te buiten. Ze wisten eruit te halen wat er denkelijk in zat; een reeks van orgastische klankophopingen die je nauwelijks rust gunnen. De muziek gaat van hoogtepunt naar hoogtepunt en zet daarvoor alles in. En Danielle Gatti wist het eruit te halen. Echt geen makkelijk in het gehoor liggende muziek, deze opera van Strauss maar jongens die muziek blijft een week denderen in je hoofd zonder dat je ook maar een idee van enige melodie hebt, Echt fantastisch.

Natuurlijk was Malin Byström geweldig als Salome. Wat een stem en wat een perfect voorkomen om Salome uit te voeren. Maar ook de anderen. Ik heb eigenlijk geen foute noot of stem gehoord. Als ik toch al iets van kritiek zou moeten hebben dan is het op het uiterlijk van Jochanaan. Hij zag er meer uit als een verdwaalde Hells Angel dan een profeet. Niet dat ik me er erg aan stoorde, maar dit had beter gekund. Wat mij betreft is de zeperd van acht jaar geleden volledig weggewist en vervangen door deze geweldige uitvoering. En de muziek? De muziek raast voort in mijn arme hoofd en ik geniet ervan!