Lize Spit – Het smelt: Een fantastische roman!

Ik weet heel zeker dat dit boek erg hoog gaat scoren in mijn Libris-literatuuurprijs lijstje. Gewoon een erg goed boek. Het verhaal is prima, de architectuur is mooi en het taalgebruik is lekker. Alles bij elkaar klopt het gewoon. Lize Spit is met haar jeugdige leeftijd en haar debuutroman één van mijn favorieten. De roman van toch maar even vierhonderd pagina’s heb ik verslonden. Voor mijn doen heb ik het in no-time uitgelezen. Van begin tot het eind was het boeiend. Voor mij een stimulans om weer veel te gaan lezen. Het eerste boek van de Librislijst verschafte mij niet veel moed voor de toekomst, maar hopelijk heeft Lize Spit het tij gekeerd en ga ik er vol tegenaan!

De hoofdpersoon Eva is onderweg naar de boerderij van Pim om de dood van diens broer Jan zo’n tien jaar geleden te herdenken. In haar achterbak ligt een groot blok ijs. Terwijl ze daarnaartoe rijdt wordt het verhaal van haar jeugd vertelt. Moeder is alcoholiste en vader heeft ze ook niet helemaal op een rijtje. De ouders zijn geen mensen om kinderen op te voeden. Maar desalniettemin hebben ze een gezin gesticht waarvan Eva de middelste is van drie kinderen. Ze heeft een oudere broer Jolan en een kleiner zusje Tesje. Tesje zie je in de roman ontsporen. Eva verklaart ergens in het midden van het boek haar absolute liefde voor haar kleine zusje waarmee ze een kamer deelt. Ze ziet met lede ogen aan hoe langzamerhand het leven van haar zusje wordt ingenomen door gekke en tijdrovende rituelen.

Eva groeit op in een klein agrarisch dorpje in de buurt van Lier. In haar geboortejaar zijn er maar drie kinderen geboren: Zij, boerenzoon Pim en slagerszoon Laurens. Op school komen ze in een aparte klas die bij een andere klas wordt aangeschoven. Ze noemen zichzelf de drie musketiers. Dat Eva een meisje is en de andere twee, jongens zijn, speelt de eerste tijd geen enkele rol van betekenis. Pas als de prepubertijd zich aandient krijgt het feit dat ze meisje is, een dubieuze betekenis. Maar dan popt ook Elisa op. Een meisje dat van buiten het dorp komt en waarvan men niet weet hoe ver ze met school is. Ze wordt bij de drie geplaatst. Eva is diep onder de indruk van het knappe meisje en gaat een slaafse vriendschap aan. Maar als Elisa verder blijkt en na enkele maanden naar een hogere klas gaat, laat ze Eva achter in haar oude klas en doet alsof ze haar nooit gekend heeft. Ondertussen bedenken de jongens een spel om meisjes te kunnen befoezelen. Ze lokken een meisje naar een beschut geheim plekje. Eva, die de meisjes met haar aanwezigheid, een veilig gevoel moet geven, geeft hun een raadsel op. Via vragen stellen moeten ze achter het antwoord komen en elk fout antwoord kost hun een kledingstuk (schoenen tellen voor één). Raad het meisje het, dan krijgt ze een prijs. Is ze helemaal naakt dan mogen de jongens haar een opdracht geven. De drie gaan alle meisjes af die ze kennen in de volgorde van onaantrekkelijk tot superaantrekkelijk. Elisa zal de laatste zijn… En dan, op het hoogtepunt van de roman, gaat alles fout en begrijp je waarom Eva jaren later, een blok ijs achter in haar auto heeft liggen als ze naar de herdenking van Jan gaat. Tenminste, je krijgt een vermoeden over wat ze ermee van plan is.

Ik heb zelden een roman gelezen waarbij de hoofdpersoon zich zo verschrikkelijk een ‘niemand’ voelt. Je krijgt het er haast benauwd van. De jongens willen dat meisjes zich voor hen uitkleden, maar Eva lijkt helemaal niet in hun fantasie voor te komen. Eva is, als vrouw, totaal onbelangrijk voor hen. Ook Elisa gebruikt haar naar believen en dumpt haar naderhand. Behalve Jan, de broer van Pim. Jan heeft gezegd dat hij Eva een knappe en leuke meid vindt. Om die reden is Eva weleens naar zijn kamer geslopen en heeft ze stiekem het kussen gezoend waarop hij zijn hoofd legt. Maar Jan lijkt zelfmoord te hebben gepleegd, hoewel dat niet echt heel expliciet wordt verteld. Jan verdrinkt in de gierkelder. Erger lijkt haast niet te kunnen. Met Jan die verdrinkt, Elisa die haar verraad, Pim en Laurens die haar gebruiken, Tesje die steeds dwangmatiger wordt en haar ouders die voortdurend beneveld door de drank zijn, is Eva alleen. Heel erg allen. Alleen aan haar broer heeft ze iets houvast.

In de roman lopen twee verhaallijnen: De ene verteld het verhaal van het opgroeien van Eva in het kleine dorpje met haar jaargenoten Pim en Laurens. De andere lijn beschrijft de rit die de volwassen Eva maakt naar de herdenking van Jan. Juist op het moment dat je denkt dat je ergens in de roman iets gemist hebt waardoor je niet begrijpt waarom de hoofdpersoon doet wat ze doet, begrijp je de link tussen de twee lijnen en wordt alles je duidelijk. Dat is romanarchitectuur!

Op de avond van de prijsuitreiking werd Lize Spit geïnterviewd op de televisie. Ze roemde elke roman. Ze wist van elke andere genomineerde roman een potentiele winnaar te maken en leek er helemaal niet aan te denken dat ze zelf net zo goed een laureaat was. Opmerkelijk. Ik dacht even iets te herkennen van Eva, die zichzelf ook zo graag wegzcijfert.

Een ander aspect is dat de roman zich afspeelt in een tijd dat onze kinderen ongeveer dezelfde leeftijd hadden als de hoofdpersoon. Ik, mijn persoon dus, ben van de generatie van de ouders van Eva. Gelukkig zorgt Lize Spit ervoor dat ik me op geen enkele manier hoef te identificeren met de ouders van de hoofdpersoon.

Het moge duidelijk zijn; ik ben diep onder de indruk van deze roman en zie hem zeker als potentiele winnaar van Frits’ Libris literatuurprijs!