Eigenaar van een mens

Ik ben op zoek gegaan naar slavernij en Nederland in Amsterdamse musea. Niet zozeer een vergeten hoofdstuk als wel een nieuw hoofdstuk in de Nederlandse geschiedenis. Op zich kende Nederland nooit veel slavernij. In Nederland waren voldoende goedkope arbeidskrachten, daarvoor hoefde men niet elders naar oplossingen te zoeken. Bovendien, zo las ik bij P.C. Emmer, was slavernij iets dat op gespannen voet stond met de calvinistische leer. Op den duur en heel ver weg wist men zich daar wel overheen te zetten, maar helemaal koosjer was het niet volgens de calvinisten. Wellicht dat daarom zoveel planters in Suriname een joodse achtergrond hadden. Slavernij is pas echt onderdeel van de Nederlandse geschiedenis geworden sinds de zwarte Surinamers emancipeerden. En dat is pas sinds kort. Om te kunnen emanciperen moet je je thuis voelen in een land. Ik kan me voorstellen dat men daar een tijd over gedaan heeft in Nederland. Misschien is de onthulling van het slavernijmonument in het Oosterpark wel de ommekeer geweest.

In het Tropenmuseum kwam ik in een donker hoekje iets over het verleden van Suriname tegen. Onooglijk opgesteld. Net alsof je het niet mag zien. Een heel klein stukje over slavernij. Het biedt geen enkel inzicht in wat daar toen speelde. Met het stukje Suriname maakt het Tropenmuseum een slechte beurt. Een hele afdeling, badend in het licht en vol met glitter over landen als India en maar een klein donker hoekje over Suriname. Als je het mij vraagt zou het in het Tropenmuseum moeten gaan over het Nederlandse verleden in Tropische streken. Nederland en Indonesië. Nederland en Suriname. Nederland en Sri Lanka wellicht of Zuid-Afrika. Niet dat kleine beetje aandacht dat Suriname nu krijgt. In het Tropenmuseum een stel diorama’s die het leven van alledag in Suriname laten zien. Verder een deel van een boot. Waarschijnlijk een slavenboot. Maar dat zie je nergens aan af. Over het Tropenmuseum kan ik niet echt enthousiast worden.

Slavendans van Gerrit Schouten

Ook in het Rijksmuseum geven ze ietsje aandacht aan het koloniale slavernij verleden. Een heel klein beetje om te zien hoe het daaraantoe ging, maar doorgaans toch gewoon omdat het toevallig op een mooi schilderij aan de orde komt. Bijvoorbeeld in de schilderijen die Frans Post maakte over Brazilië. Heel kortstondig een kolonie van Nederland. Post schilderde vooral het landschap en de dieren. Haast terloops ook plantages met slaven. Hij gaf daarmee de werkelijkheid van zijn tijd weer; op plantages werkten slaven. Punt. Datzelfde kom je ook tegen in een stel diorama’s die Gerrit Schouten heeft gemaakt. Een soort natuurlijke aanvaarding van het feit dat mensen tot slaaf waren gemaakt. Je ziet blanke mensen. Ze dragen westerse kleren – weliswaar ouderwets – maar toch heel herkenbaar en je ziet slaven. Heel anders gekleed. Doorgaans met niet veel meer dan een schaamlap. En dat leeft naast elkaar alsof het nooit anders is geweest. Alsof het de natuurlijke orde der dingen is. Iedereen lijkt gelukkig met de situatie. Zo is er een diorama waarin slaven lekker aan het dansen zijn… Slavernij als natuurlijk gegeven. Met mijn brein kan ik daar maar moeilijk bij; hoe kan je je eigenaar voelen van een mens? Onbegrijpelijk!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *