Alex Boogers – Alleen met de goden

Uitgeverij Podium, 2015

Een roman in de traditie van schrijvers als Hemingway, Andre Gide en Bukowski. Boogers gebruikt de Rotterdamse zelfkant als decor voor een ontwikkelingsroman. Een jongen groeit op onder slechte omstandigheden en weet zich eruit te vechten. Als kickbokser wordt hij wereldkampioen terwijl zijn opa, vanuit Japan, hem zachtjes stuurt naar de vechter via de spirituele weg. Uiteindelijk overwint de jongen alles. Hoewel geen wereldkampioen meer, en met een gebroken lichaam, wint hij het meisje en de liefde en weet hij zich een weg te vinden naar een toekomst als intellectueel. Daarnaast is het ook het verhaal van een groep jongens die in een moeilijke buurt met elkaar opgroeien. Hoewel de roman mij regelmatig diep raakte, blijft alles toch een vraagteken. Achteraf vind ik het teveel in de stijl van genoemde schrijvers. Wat dat betreft te weinig origineel. Maar taalgebruik, vergelijkingen en de plot zijn volkomen origineel. Deze roman werd ook genomineerd voor de Libris-literatuurprijs. Voor mij het laatste boek van de shortlist die ik gelezen heb. Al met al een goede roman die zeker wel op de shortlist thuishoort.

Aaron Bachmann groeit op in een moeilijke buurt in Rotterdam. Een ongewenst kind verwekt door een jongen die het leven als vader niet aandurfde en verdween uit moeders leven. Leen werd de vader die Aaron zou opvoeden. Pappa Leeuw, zoals hij door Aaron wordt genoemd, en Aaron is tijgerwelp. Een schreeuwende, scheldende en vloekende man maar met een hart van goud. Zo wordt de pleegvader voorgesteld. Moeder is te vergelijken met de pleegvader, maar heeft een hart vol gif. Gekregen om wat haar is aangedaan als ongehuwde moeder. Hoewel nou niet meteen een ideaal gezin om in op te groeien toch een omgeving met liefde.

Maar het noodlot slaat toe. Pleegvader pleegt per ongeluk een moord en moet daarvoor de gevangenis in. Het gif dat in moeder zit, bepaalt vanaf dat moment zijn opvoeding. Aaron staat er alleen voor. Pleegvader blijkt het gezin ook nog diep in de schulden te hebben achtergelaten. Aaron klopt aan bij de sportschool van Art en belooft hem dat hij, in ruil voor geld om zijn Mavo af te ronden, kickbokskampioen zal worden zodat hij met zijn gages alles terugverdiend. Zogezegd zo gedaan. Aaron wordt kickboks wereldkampioen in zijn gewichtsklasse.

Ondertussen schrijft Aaron veel. Hij schrijft de woede die in hem zit van zich af. Beelden. Losse verhalen. Of ze goed zijn of slecht, we komen het niet te weten omdat hij vrijwel niet over zijn schrijfsels communiceert in de roman. Hij schrijft. Schriften vol die hij onder zijn bed bewaart.

Tijdens een bok gala ontmoet hij zijn grote liefde Nadine. Zij zal ook de uiteindelijke hoofdprijs zijn voor Aaron. Maar ze moet hem nog wel leren wat de liefde is.

Zoals gezegd, ik heb wat moeite met deze roman hoewel hij me ook verschrikkelijk geraakt heeft. Veel staccato in lange zinnen als: ’De meeste mensen denken dat zij de enigen zijn die knokken en tijgeren, en die de klappen moeten vangen, maar volgens mij stak het leven in elkaar als zo’n waardeloze musical op de lagere school: iedereen speelt en acteert en leest een tekst op die van je wordt verwacht, en uiteindelijk zingen we allemaal hetzelfde liedje en is er geen woord van gemeend.’ Ik hoe wel van dit soort taalgebruik. Ook erg mooie vergelijkingen soms: ‘We reden langs de kust en we hoorden het ruisen van de zee, en het aanspoelen van de golven en het gesis van de schuimkoppen die als cobra’s in het zand beten.’ Erg mooi, vind ik.

Uiteindelijk een erg mooie roman die zeker op de shortlist van de Libris-literatuurprijs thuishoort. Ik heb een paar bedenkingen. Vooral omdat Boogers naar mijn smaak te veel de traditie opzoekt van andere schrijvers. Dat geeft een beetje het gevoel van een would-be zelfkanter. Maar kijk ik daar overheen, dan zie ik een fantastische roman. Ik heb hem in ieder geval in een ruk uitgelezen.