We kunnen de tweede wereldoorlog niet vergeten. Inmiddels is bijna iedereen overleden die deze oorlog bewust meegemaakt heeft. Maar dat lijkt maar ten dele uit te maken. Wellicht had Harry Mulisch gelijk toen hij schreef dat de tweede wereldoorlog pas vergeten wordt als de derde wereldoorlog woedt. Aan de andere kant, is het wel zo goed om de tweede wereldoorlog te vergeten? In die periode is zoveel gebeurd wat we niet willen. Nieuwe begrippen en woorden zijn ontstaan om de hel te benoemen. Neem het woord ‘genocide’. Heus, er was wel eens volkerenmoord geweest, maar het hoogtepunt qua volkerenmoord vond toch plaats tijdens de tweede wereldoorlog. Sindsdien wordt er door strijdende volkeren geregeld gevist om op hun situatie te kunnen spreken van genocide door de tegenpartij want dat plaatst de tegenpartij in een heel verschrikkelijk erg daglicht.
Aan de andere kant is het zo dat je soms in Nederland politieke situaties en opvattingen tegenkomt die echt wel aan de tweede wereldoorlog doen denken. Als verantwoordelijke burger zou ik graag de mensen willen wijzen op die gelijkenis. Ik heb dan het doel om met z’n allen een les te leren uit de geschiedenis. Dit wordt door de bekritiseerde partij al snel opgevat als een poging om hen monddood te maken. Mijn wijze les werkt dan tegengesteld. Lessen leren uit de tweede wereldoorlog? Vergeet het maar!
Gisteren kwam de film ‘Son of Saul’ uit en deze werd uitgebreid besproken in de Volkskrant, vandaag een artikel over de Wolfskinderen. Dat gaat over slachtoffers aan de andere kant van het tweede wereldoorlogs-spectrum. Wolfskinderen, op drift geraakte wezen uit Köningsbergen in Ost-Preuβen. Aan het eind van de oorlog werd Ost-Preuβen grotendeels Pools. Een klein deel daarvan, Köningsbergen, werd het Russische Kalinagrad. Toen Rusland de oorlog aan het winnen was, en Duitsland binnentrok, was inmiddels alles onmenselijk verhard. Duitse mannen waren er in die contreien niet meer; die waren dood of gevangen en anders hadden ze geen kans en geen keus; dood of vechten. De Russen vonden bejaarden en vrouwen en jonge kinderen op hun pad. Wie kan het ze kwalijk nemen, die Russische mannen, dat ze verhaal haalden op deze weerloze groepen?. Alle ellende die ze doorgemaakt hadden en al het menselijk verlies dat ze geleden hadden! Ze moordden en verkrachtten naar lieve lust en dronken zich daarbij een stuk in hun kraag. Ik wil het ze wel kwalijk nemen, die Russen, maar ik kan het niet; ze hebben beesten van ze gemaakt, ze werden als beest behandeld en dientengevolge gedroegen ze zich ook als beest. Als daarvan iets de schuld is, dan is dat de oorlog.
Mannen weg of dood; vrouwen verkracht en vermoord; hun kinderen hoorde het gebeuren vanuit de plek waar ze verstopt zaten, zo stel ik het me voor. Op het moment dat de horde verder trekt (naar nog levende vrouwen?) komen de kinderen tevoorschijn uit de kruipruimte of het gootsteenkastje. Vluchten. Vluchten naar een gebied dat wellicht ietsje veiliger is. Ze steken het riviertje de Memel over en komen terecht in Litouwen. Dan op zoek naar eten en onderdak. Velen lukt dat niet. Die gaan dood van de ontberingen Anderen lukt het wel. Die overleven.
Claudia Heinermann is deze overlevende kinderen van toen gaan zoeken en heeft ze gefotografeerd en hun verhaal gedocumenteerd. In het Nutshuis in Den Haag worden haar foto’s tentoongesteld. Ik ga er heen!