Tag archieven: Libris literatuurprijs

Tussentijds – Peter Zantingh; Een fijne man reist met de trein

Ik heb het al vaker hier op deze website geschreven; mensen die opkomen voor natuur en milieu hebben een streepje voor bij mij. Ik ben van mening dat wij mensen alles in het werk moeten stellen om minder schadelijk te zijn voor de natuur. De aarde zal het worst wezen, die zal doordraaien, maar de zo van het milieu afhankelijke mens, zal die zijn eigen vervuiling overleven? Juist bij de geboorte van een nieuwe generatie ga je je afvragen of zij het net zo goed zullen kunnen hebben als wij het hadden. Maar helaas, de wereld is dreigender dan hij in decennia is geweest. Oorlog en ellende liggen op de loer en de berichten over de gevolgen van de vervuiling die de mens al generaties achterlaat worden steeds heftiger. Zo heftig dat velen het weigeren te geloven. Als je gelooft dat die onheilspellende berichten waar zijn, en je draagt het huidige leven op aarde een goed hart toe, dan zal je moeten aanvaarden dat je je leven moet wijzigen en dat je je levensplezier moet zien te halen uit bezigheden die minder vervuilend zijn. Op dezelfde manier doorgaan zal onherroepelijk leiden tot de ondergang van de natuur zoals hij er nu (nog) uitziet en de ondergang van de natuur is ook de ondergang van de mens. De aarde zal even sidderen om de mens en de huidige natuur van zich af te schudden, maar daarna gewoon door blijven draaien en wie weet zullen er daarna weer natuurkundige en scheikundige toevalligheden  plaatsvinden die nieuw leven zal doen ontstaan. We weten het niet. Maar vóór die fatale siddering van de aarde vind ik het de moeite waard om te strijden voor een ommekeer. En ja, dat ik ook een auto heb, van een lekker stuk vlees hou en toch nog een keer naar Athene wil vliegen maakt mij nog niet perse tot een hypocriet. Ik geloof dat schrijver Peter Zantingh het met mij eens is; in hem zie ik een medestrijder en dat voelt goed want zoveel geëngageerde romans lees ik niet op dit moment.

De roman ‘Tussentijds’ van Zantingh is genomineerd voor de Libris literatuurprijs 2023. Dat is de reden waarom ik hem gelezen heb. De hoofdpersoon is een man met een ‘gewone’ kantoorbaan die zich inzet voor de natuur. Dat heeft hij van zijn vader meegekregen. Zijn vader streed voor het behoud van de Amelisweerd. Dat natuurpark ligt ingeklemd tussen snelwegen en die snelwegen eisen steeds meer op van het gebied. De strijd die zijn vader voerde om het bestaan van Amelisweerd heeft de hoofdpersoon overgenomen. De partner van de hoofdpersoon tekent prentenboeken. In de loop van het boek heeft ze er twee gemaakt en ze gaat de boeken in Duitsland promoten. Voor zover ik begreep reist hij haar beide keren met de trein achterna. Ik denk dat het stel zich voor de eerste reis naar Duitsland en dus voor het eerste prentenboek ernstig zorgen maakt over haar vruchtbaarheid (onvruchtbaarheid is een familieaandoening) en vragen ze zich aan de andere kant af hoe verstandig het is om in deze tijd een kind op de wereld te zetten. De vader van de hoofdpersoon lijdt aan beginnende dementie. Het stel krijgt een kind. Een jongetje. Ik heb het gevoel dat het tussen de twee reizen naar Duitsland inzit, maar weet het niet helemaal zeker. Omdat de roman de titel ‘Tussentijds’ heet en de geboorte van hun zoontje de belangrijkste gebeurtenis is, ga ik ervan uit dat het jongetje geboren werd tussen de twee reizen in.

Uit het bovenstaande blijkt al wel een beetje wat ik het bezwaar van dit boek vind: Ik vind het moeilijk om de volgorde van de beschreven gebeurtenissen te bepalen en uit elkaar te houden. Dat werkt heel erg verwarrend; het desoriënteert me tijdens het lezen. En ja, ik ben een pretlezer. Ik lees een boek nooit in één keer uit. In dat geval heb je iets meer houvast nodig dan mij nu geboden werd. Vond ik het dan een slecht boek? Nou nee, de gebeurtenissen werden mooi beschreven. Ik had erg te doen met de vader die zich met zijn tanende geheugen geen raad weet. De scene met een hoogzwangere vrouw in de trein zag ik mooi voor me. De ontreddering van de hoofdpersoon tijdens de bevalling was voelbaar. De strijd voor een betere wereld was zeker geloofwaardig en de angst voor onvruchtbaarheid en de liefde voor het kind vond ik mooi beschreven. Maar ja…wanneer wat precies plaatsvond, dat vond ik erg moeilijk te volgen en haalde al die positieve gevoelens die ik over het boek had onderuit. Reisde hij nou met het kind in de draagzak zijn vrouw achterna? Hij verschoont hem ergens op een overstapstation. Daar zoekt hij ook naar drinken en te eten voor het kind. Maar…in de draagzak? Hoe oud was het kind dan? Hoe kan hij die hoogzwangere vrouw helpen om uit de trein te komen en haar bagage te dragen als hij met een klein kind in de trein zit? Goed, kortom, de vragen vliegen je om je oren en dat verpest het leesplezier weer.

Dat Peter Zantingh goed kan schrijven dat staat voor mij als een paal boven water maar helaas ontbreekt er in deze roman nogal wat. Ik hoop dat het in zijn toekomstige romans allemaal wat duidelijker gestructureerd wordt.