Je kunt je allerlei nachtmerriescenario’s indenken; de mens is per slot creatief. Eén van die scenario’s overkomt vaak beroemde mensen. Iemand klapt voor het oog van de wereld uit de school over hun intieme leven. Voor mij al reden genoeg om nooit beroemd te willen zijn; laat mij maar in de anonimiteit. Er zijn namelijk altijd wel dingen in je leven gebeurd waaraan je met schaamte terugdenkt en die je liever niet aan de grote klok hangt. Zeker als er ook liefde in het spel is. Er is niets wat zo makkelijk in pure haat overgaat als de liefde. In dat geval kan je wellicht vaak niet eens herinneren dat je iets deed waarover je je zou moeten schamen. Het gebeurde tussen jou en mij in het volste vertrouwen dat het ook tussen jou en mij zou blijven. In de nieuwe roman van Tommy Wieringa komt zo’n nachtmerriescene voor. Hoofdpersoon Hugo Adema rouwt al enkele jaren om zijn grote liefde Loïs die het met hem heeft uitgemaakt. Hij blijft hangen in de herinneringen die hij aan hun fantastische leven samen had. Hij, de beroemde kunstschilder, zij fotografe. Ze fotografeert veel tijdens hun relatie, maar tot echt serieus werk komt het niet…denk hij. Maar dan krijgt hij een uitnodiging voor een tentoonstelling van, onder anderen, haar werk. Ze heeft voor het werk veel uit haar archief geput, staat er in het begeleidend schrijven…toen ze nog met de beroemde schilder Hugo Adema samenwoonde. Dan blijkt dat Loïs zich tijdens hun relatie aan handen en voeten geboeid voelde. Indirect, maar zeker voor Hugo wel voelbaar, beschuldigt ze hem van seksueel misbruik. Hij ziet onherkenbaar gemaakte foto’s van hem in posities die je liever niet aan de openbaarheid prijsgeeft; het horrorscenario, dus. Zoals in meerdere verhaallijnen in de roman ‘Nirwana’ denkt Hugo samen met Loïs een paradijselijk leven te hebben gehad, maar blijft van dat paradijselijke niet veel over als je het door Loïs d’r bril bekijkt.
Hugo Adema en zijn tweelingbroer Willem hebben altijd ruzie. Hugo lijdt onder Willem. Om onduidelijke reden wordt Hugo ondergebracht bij zijn puissant rijke grootouders. Grootvader Willem is rijk geworden in de offshore industrie en is betrokken bij de olie- en gasindustrie. Tijdens de oorlog was hij ss-er. Volgens het verhaal kwam hij halverwege de oorlog tot inkeer en ging hij juist in het verzet. Na de oorlog bouwde hij een imperium op met boten waarmee boortorens gemaakt kunnen worden; schepen die een gigantisch hijsvermogen hebben. De vader van Hugo, ook Willem, zal nooit de absolute leiding over het bedrijf krijgen hoewel hij wel toetreedt tot de directie. De derde Willem, de tweelingbroer van Hugo, wordt wel weer de CEO. Ondertussen heeft Hugo zich in een geheel andere richting ontwikkeld, want hij is kunstschilder geworden. Een succesvolle want zijn werk zit in de collecties van musea en verzamelaars. In die hoedanigheid ontmoet hij Loïs, die net als hij kunstacademie heeft gedaan maar dan richting fotografie.
Hugo zit nadat Loïs van hem scheidde, te rouwen en schildert niet meer. Op een dag komt hij schrijver Tommy Wieringa tegen. Deze schrijver doet onderzoek naar het duistere verleden van grootvader Willem die de honderd gepasseerd, nog steeds in het huis woont waar Hugo als kind bij inwoonde. Samen gaan ze naar het NIOD om daar het dossier van Willem Adema te bekijken. In het dossier vinden ze een aantekening dat er dagboeken ontbreken; die zijn destijds verdwenen. Bovendien blijkt uit de stukken dat zijn verzetsverleden op zijn minst dubieus is. Wieringa vertelt Hugo dat hij de gouvernante van Hugo destijds kende en dat hij samen met die gouvernante bij Hugo op bezoek is geweest toen ze nog kinderen waren. Hugo heeft erg goede herinneringen aan die gouvernante. Samen zoeken ze haar op. Al snel blijkt ze ongeneeslijk ziek en overlijdt ze. In haar inboedel vindt Hugo de verloren dagboeken. Uit die dagboeken blijkt dat SS-er Willem Adema zich schuldig heeft gemaakt aan de verschrikkelijkste oorlogsmisdaden. Dat inspireert Hugo om weer aan het schilderen te gaan en hij schildert een serie schilderijen waarin grootvader figureert. Om de schilderijen te maken is hij weer bij zijn grootouders ingetrokken.
In deze roman wordt heel duidelijk de verbinding gezocht met de huidige politiek en de politieke vragen die er nu spelen. Ook congruenties met het verleden. Zo gaan er zware geruchten dat de NSDAP destijds met behulp van grote giften van grootkapitalisten als Thysse,. IGFarben en Siemens aan de macht is gekomen. De auteur verbindt deze geruchten aan tweelingbroer Willem Adema die in de aanloop van de provinciale statenverkiezing van 2019 als CEO van het offshore bedrijf, aanzienlijke sommen geld in de partijkas van Forum voor Democratie stort en deze partij daarmee aan een klinkende verkiezingsoverwinning hielp. Een ander politieke vraag die in de roman aan de orde komt is de visie van de auteur op klimaatverandering. Nirwana, zo lezen we in een citaat dat aan de roman vooraf gaat, wordt verbeeld door het doven van een vuur. ‘…als de vuren van hebzucht, haat en waan zijn geblust, is de geest vrij om op volle kracht te werken.’ De mens, zo betoogt Wieringa, leeft doordat het het vuur heeft weten te beheersen. Eerst in open vuren maar met de tijd steeds gecontroleerder en veel verborgener. Het vuur brandt nu altijd en overal; van elektriciteitscentrales tot verbrandingsmotoren en het brandende vuur vraagt om steeds meer brandend vuur en dreigt ons te verstikken maar we kunnen alleen maar denken aan meer vuur terwijl we eigenlijk op zoek moeten naar het doven van het vuur…Nirwana.
Zoals eigenlijk wel elke roman van Tommy Wieringa, leest dit boek heerlijk weg. Ik vond het een mooi boek en heb er veel plezier aan beleefd. De ontmoeting met het personage Tommy Wieringa in de roman, daar heb ik een beetje twijfels over; wel leuk gevonden, maar aan de andere kant, tsja. Verder begrijp ik wel dat de hoofdpersoon na zijn rouwperiode weer behoefte heeft aan liefde en seks, maar ik vind dat verpleegster Vera er maar bekaaid van afkomt; een lijntje van niks naar nergens in de roman; zijn neukerdje en meer ook niet.