Elke jaar tijdens de Mattheus moet ik aan de mooiste uitvoering ooit denken. Lang geleden. In Naarden. Via toenmalig schoonzus C. hadden we kaartjes gekregen voor de uitvoering in de grote kerk. Dé uitvoering. Met Ton Koopmans en zijn orkest. Michael Chance zong de altpartij. Voor het eerst dat ik een man de altpartij hoorde zingen. Hoe lang geleden? Heel erg lang geleden. Volgens mij hadden J. en ik nog hele kleine jongetjes thuis en hadden we de jongetjes voor een dag mogen afleveren bij hun grootouders in Badhoevedorp. Die kleine jongetjes zijn al heel erg lang niet meer klein en wij hoeven met niets meer rekening te houden als we naar de Mattheus gaan. Maar die uitvoering in Naarden, dat was de mooiste die ik ooit gehoord heb. Zo mooi dat ik geen herinnering meer heb aan de harde kerkbanken… Daarom was de afgang een aantal jaren geleden zo enorm toen ik kaartjes had gekocht voor de Mattheus onder leiding van Koopman en hij de uitvoering uit bozigheid liet afzeggen en we daarvoor in de plaats – het concertgebouw moest toch wat – de slechtste uitvoering kregen die ik ooit gehoord heb. Sindsdien, zo heb ik met mezelf afgesproken, zal ik nooit meer kaartjes kopen voor een concert met Ton Koopman. Hoe mooi zijn uitvoeringen ook zijn; ik zal nooit meer een kaartje kopen; hij heeft het helemaal verpest bij mij.
Maar gelukkig blijken er ook andere orkesten en andere dirigenten te zijn die een Mattheus kunnen brengen. Gisterenavond heb ik dat ervaren. Het Nederlands Kamerorkest onder leiding van Marc Albrecht. Het orkest hoor ik regelmatig en de dirigent is ook geen vreemde voor me en hoewel orkest en dirigent onder dezelfde muziekkoepel zitten heb ik ze nog nooit samen gezien. Ik ken Marc Albrechts vooral als chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest met de grote symfonische werken. In ieder geval geen kamermuziek en zeker geen Mattheus Passion. Maar dat je voor barokmuziek specialisten nodig hebt bleek gisterenavond achterhaald; Marc Albrechts bracht een uitvoering die makkelijk in het rijtje past van die fantastische uitvoering zo verschrikkelijk lang geleden in Naarden. Is dit het einde van de originele uitvoeringspraktijk? Niks geen oorspronkelijke instrumenten meer. Niks geen zoeken meer naar de omvang van koor en orkest dat Bach tot zijn beschikking had, destijds. Niks geen proberen te reconstrueren hoe Bach zelf die Mattheuspassion gehoord en uitgevoerd moet hebben. Niets van dat alles. Puur de muziek nemen en daar het mooiste van maken. Dat deed Marc Albrechts dus gisteren. En daar slaagde hij ook in.
Wat viel mij in positieve zin op? De koralen, bijvoorbeeld. Doorgaans de wat saaiere stukken in het oratorium omdat ze dezelfde melodie hebben (veertien koralen lees ik in het uitstekende programmaboekje, Veertien want dat is de handtekening van Bach => (B=2 + A=1 + C=3 + H=8) = 14). Albrecht wist sommige van deze koralen zo’n kracht mee te geven dat de spanning in de zaal haast tastbaar werd. Die spanning werd doorgaans doorbroken door evangelist Padmore die, ondanks alle troost of verontwaardiging die het koraal opriep, door moest met het verhaal waarvan hij getuigde. Wat een stem! Was er ook een solist bij die negatief opviel? Nee, eigenlijk niet. Alt Helena Rasker kende ik al; zij moest het heiligste der heiligen (Erbarme dich) van de Mattheus vertolken en deed dat perfect. Tegenwoordig heb ik meerder favoriete aria’s. ‘Aus liebe will mein Heiland sterben’ bijvoorbeeld. Hemelse muziek met fluiten en sopraan. De sopraan die, onder anderen, deze aria zong, leek nog maar nauwelijks droog achter d’r oren…in 2015 afgestudeerd en zomaar opgetrommeld om de zieke Sibylla Rubens te vervangen; Lucie Chartin. Wat een fantastische sopraan! Wat zong ze de genoemde aria mooi.
In de eerste van de twee tenoraria’s had ik het gevoel dat Kenneth Tarver wat kneep in de hoogte. In de tweede aria had ik daar weer helemaal geen last van en ontroerde hij me diep. Nee, iets negatiefs kan ik moeilijk vinden.
Wat een leuke traditie is die Mattheus toch in Nederland. Heel veel meer jongeren in de zaal dan tijdens welk willekeurig concert van het Nederlands Philharmonisch of het Nederlands Kamerorkest dan ook. Het is dan een stuk onrustiger in de zaal (niet alleen door het jongere publiek, vooral doordat de zaal afgeladen vol zit), maar dat neem ik voor lief. Regelmatig verliet iemand zachtjes – maar toch storend – de zaal en ik zag dat er veel gefluisterd werd. Normaal is elk geluid dus taboe… Aan de andere kant waren er hele stukken waar er alleen muziek was samen met de spanning die het opriep. Mooi! Heel erg mooi. De lente is begonnen!