Onze groentetuin staat er boven verwachting florissant bij. Sterker nog, we weten bij God niet hoe we alles op moeten krijgen. We geven veel weg. Maar omdat de oogst overal behoorlijk overweldigend is, kunnen we veel aan de straatstenen niet kwijt. Inmaken dus, zodat we er later van kunnen genieten. Dat gaat niet altijd goed. Ik had zes weckpotten gevuld met de heerlijkste sperziebonen op aarde. Mals, zoet, echt heerlijk. Zelfs na een lange tijd pasteuriseren/steriliseren in de oven gingen de bonen na een dag of vier gisten. Gistende bonen ruiken niet lekker. Ook de courgettes groeien ons haast boven het hoofd. Voor de zekerheid had ik drie plantjes gezet. Dan kan er één probleemloos sterven, was de gedachte. Maar geen van drieën wilde dood. En ze produceren me toch een hoop courgettes! Van een aantal ga ik soep maken en die vries ik als eenpersoons porties in. Verder bereid ik ze in eindeloze variaties. Gebakken, gepureerd, geraspt, gevuld, in de soep in de pastasaus en in de curry. Dan te bedenken dat we ook nog elke week een courgette of drie, vier aan de kippen voeren. Die zijn zo groot geworden dat er geen land meer mee te bezeilen valt. Ook mijn veel geprezen koolveld groeit dat het een lieve lust is. De boerenkool en de spruitjes torenen hoog op uit de aarde. Van de witte kolen hebben een paar planten het opgegeven. Dat wil niet zeggen dat we kool te kort komen. De witte kolen die er nog staan zijn zo groot en sappig; we zullen zuurkool in overvloed hebben aankomende winter in ons eigen huis!
Een speciaal plekje nemen de gele komkommers bij mij in. Ik heb er een zwak voor gekregen. Zeker nadat ik ze op de werelderfgoedlijst van lekker eten heb gekregen! Een komkommersoort die je nergens meer kunt kopen maar die ik me nog in de schappen van de supermarkt kan herinneren. En ik weet dat mijn moeder ook een stevige bijdrage heeft geleverd aan het verdwijnen van deze soort; die bittere komkommer wilde ze niet. Wel die lange dunne zoete groene komkommers. Niet dat ze altijd bitter zijn, maar er hoeft maar niet dat te gebeuren en ze zijn voor rauwe consumptie haast niet meer geschikt. Voor amateur tuinders is er gele komkommerzaad in overvloed en dat behoedt ze zeker voor uitsterven. De gele komkommer heeft nogal wat voordelen boven zijn populaire groene broertje; gele komkommers hebben geen kas nodig en zijn heerlijk om in te maken. In zoetzuur. Dat gebeurt op heel kleine schaal nog wel professioneel. Tafelzuurmaker De Leeuw aan de Vrijheidslaan bijvoorbeeld. De ingelegde komkommer van De Leeuw zijn een omrit waard. Ook Kesbeke maakt ze in. Maar op nog kleinere schaal.
Gisteren oogstten we komkommers. Een imposante berg. Terwijl ik ook al een bergje in de koelkast heb liggen en er, zo te zien, ook nog een heleboel nieuwe aan gaan komen. Ik heb zoetzuur gemaakt: Een pond suiker, een halve liter water en anderhalve liter biologische witte natuurazijn. Dat is de basis. Ik heb er twee knoflooktenen en een ui in gesneden en een mengsel mosterdzaad, korianderzaad, dillezaad en laurier aan toegevoegd. Dat staat lekker samen smaak en geur te integreren. De lege potten staan klaar. Nog even en dan gaat het grote vullen van start. Oh ja, suiker/diabetes/Frits… Tsja, ik heb al een pot komkommer met stevia gezoet. Ik weet niet of ik daar zo blij van word. Misschien dat ik nog wat met mijn gewone zoetjes probeer. Ik zie wel. Eerste de grote bulk!