Tag archieven: achttiende eeuw

De mens gereduceerd tot schoothondje

De gebroeders van Limburg hebben het kasteel dat wij gisteren bezochten, geschilderd. In het beroemde getijdenboek uit de hoge middeleeuwen dat we vorig jaar op z’n dichtst benaderd hebben; we bezochten toen het chateau te Chantilly waar men het, beschermd tegen het licht, in een donkere kluis bewaard. Op de kalender voor september staat het kasteel van Saumur in al haar glorie afgebeeld. Veel van de glorie heeft het kasteel verloren na zoveel honderd jaar. Pas na een ingrijpende restauratie aan het begin van de twintigste eeuw, begon het weer te lijken op wat het ooit geweest is. Het ligt hoog boven de Loire en ziet er van de kastelen die we deze vakantie bezocht hebben het meest uit als een kasteel. Het heeft wel iets weg van het Muiderslot.

In het kasteel hebben ze zo goed en zo kwaad als het kon een museum ingericht. Het laat zo ongeveer de dingen zien die er door de eeuwen heen in gehangen hebben. Een paar prachtige vijftiende eeuwse gobelins. Probleem is, vind ik, dat ze er daar te onbeschermd bijhangen. Een jongetje zag ik even aan de stof voelen… Niets dat hem tegenhield…

De gravin van Lauzan

In het kasteel ook dit schilderij van de gravin van Lauzan in de achttiende eeuw. Een wicht nog. Hoe oud zal ze geweest zijn toen ze hier als gravin werd geschilderd? Ik schat dat ze nog geen twintig was. Door een vakman geschilderd. Een anoniem gebleven vakman. Ik zou er langs gelopen zijn als me in de rechterbenedenhoek niet iets onaangenaam getroffen had. Volgens mij een slaafje. Geschilderd in een tijd dat het nog heel gewoon was dat de ene mens eigenaar was van een ander mens. In een tijd dat men er in geloofde dat de orde van de wereld was bepaald door een hogere macht en dat wij ons daarnaar te schikken hadden. Maar een slaaf…is het een slaaf? Ja, dat denk ik wel. Rond zijn nek een metalen slavenband. Het jonge gravinnetje lijkt een speciale band met het slaafje te hebben. Zoiets als tussen wat nu veel mensen met een hondje hebben. Haast teder legt ze haar hand op het bolletje van haar slaaf. Met haar andere hand wijst ze naar hem. Ze lijkt te zeggen: Wat een lief, brutaal klein opdondertje is het. Hij eet stiekem van de (slecht geschilderde) kersen die natuurlijk voor haar bedoeld waren. Ik denk dat dit jonge wicht heeft mogen kiezen met wie ze samen geportretteerd mocht worden; met haar lievelingshondje of haar lievelings slaafje. Dat maakt het allemaal zo verschrikkelijk fout, terwijl ze het zelf absoluut niet besefte. Ik kan me heel goed voorstellen dat ze het idee had dat haar slaven het beste leven op aarde hadden want ze zorgde er in haar ogen voor dat het hem aan niets ontbrak…

tsja….

Als ik dit schilderij bekijk vraag ik me steeds meer af over wat voor relatie de twee met elkaar hadden. Maar dat weten we verder niet. Ze behandelt hem misschien wel als haar lievelingshondje, maar dat was hij niet. Het was een man, met alles erop en d’r aan. Ondanks het astronomisch grote verschil in status, toch bijzonder spannend voor een meisje van, pak ‘em beet, achttien.

Als we het over slavernij hebben is dit schilderij even schrijnend als de beelden die we kennen van afgeranselde mensen; de mens gereduceerd tot schoothondje…