A.F.Th. van der Heijden heeft zijn eindeloos doorgaande reeks romans niet voor niets de naam ‘De tandeloze tijd’ gegeven. Een tandeloze tijd is een tijd die moeite heeft om tijd te vermalen. De tijd komt haast tot stilstand. Is het in het gewone leven zo dat de tijd veel sneller verloopt dan we willen en we voordat we weten het mooiste deel achter ons hebben en we steeds gebrekkiger toe strompelen naar het einde, in de romanwereld van Van der Heijden staat de tijd stil. Er zal vast veel gebeurd zijn voordat de roman begint, maar de roman zelf staat bijna stil in de tijd. Leven in de breedte. Niet de lengte van een leven is belangrijk maar de breedte van het leven. Van der Heijden is niet de eerste die zijn verhalen op deze manier schrijft. Richard Wagner kan er ook wat van. Zijn opera’s smeren de gebeurtenissen ook tot in het oneindige uit. Omdat de muziek van de ene spanningsboog naar de andere loopt, blijft het spannend en geweldig en kom je een avontuur rijker uit de schouwburg. Vaak sla je een roman van Van der Heijden uiteindelijk op dezelfde manier dicht als een Wagner opera eindigt. Neem bijvoorbeeld de roman ‘Kwaadschiks’. Ook een roman in de romancyclus ‘De tandeloze tijd’. Die roman beschrijft 24 uur uit het leven van een man die op die dag zijn baan, vrouw en stiefkind verliest en bovendien een moord pleegt. Een roman die in een moordend tempo te keer gaat terwijl het slechts 24 uur beschrijft. Ook daar waren de verwijzingen naar de opera’s van Wagner legio.
Nu dus een nieuwe roman. De erotische roman ‘Stemvorken’. Een roman over de erotische verhouding tussen twee vrouwen en een voyeuristische man. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Zwanet Vrauwdeunt. Haar kwamen we al tegen in diverse eerdere romans en ook haar echtgenoot toneelschrijver Albert Egberts. Vanuit het perspectief van Zwanet stelt Van der Heijden zich in staat om zichzelf als zijn alter-ego Albert Egberts te observeren als de best stevig doorzuipende intellectueel wiens omvang in de loop van de tijd behoorlijk is toegenomen. Een nieuw personage is Corinne Suwijn. Ze is sinds hun middelbareschooltijd in Mierlo en Geldrop, bevriend met Albert Egberts. Ze heeft een carrière als fotomodel achter de rug en is nog steeds een erg knappe vrouw. De leeftijd van de drie personages is ergens tussen de veertig en de vijftig en hun leven lijkt gemarineerd in drank.
Albert nodigt Corinne uit om een avondje langs te komen. Omdat Zwanet vermoedt dat Albert er sinds zijn middelbare schooltijd in het geniep een verhouding onderhoudt met Corinne, ziet ze haar aanvankelijk als rivale en iemand die haar huwelijk mogelijk kapot maakt. Ook vermoedt ze dat Albert en Corinne onder één hoedje spelen om met z’n drieën het bed te gaan delen. Maar gaandeweg de avond draait de stemming om en komt Zwanet onder de indruk van Corinne. Na het afscheid die avond merkt Zwanet dat ze verliefd is geworden. Dat de verliefdheid wederzijds is merken ze als ze de zondag daarop met z’n drieën gaan wandelen in het Amsterdamse bos. Albert wordt de buitenstaander. Thuisgekomen na de wandeling geven Zwanet en Corinne zich over aan de dames-onderling-seks terwijl Albert Egberts zich via het sleutelgat verlekkert. Dat was ongeveer bladzijde 300 van de roman en het punt waar ik er de brui aan gaf. Niet uit morele verontwaardiging maar wat is het allemaal saai en wat melkt Van der Heijden het hier eindeloos uit. Leven in de breedte is hier wel heel erg breed geworden en wat hoop je er dan op dat er ook iets van leven in de lengte komt. 30 pagina’s over de slipjesverzameling van Zwanet, 30 pagina’s over een heftige zoen met gesloten tandenfront, 30 pagina’s over een zelfde soort zoen maar dan met tongen en vingers in een vagina. Vervolgens 30 pagina’s over erotiserende viezige voeten. Zeker 30 pagina’s over kutje vrijen in ‘stemvorkhouding’. Uit en te na beschreven. Sorry, ik heb het helemaal gehad met deze roman en dat terwijl ik in sommige opzichten vrouwenliefde best opwindend vind. In deze roman verging mij de opwinding helemaal en een zucht van verlichting voelde ik toen ik mijn besluit genomen had om het boek voorgoed dicht te slaan. Dichtslaan was een bevrijding. Jammer, want ik had me erg verheugd op deze nieuwe roman van Van der Heijden; ik ben een grote fan van zijn werk. Klein deukje, dus.
Wat een afschuwelijk boek ! Ik wilde mij er doorheen bijten, maar ik kan niet meer. Die gedetailleerde beschrijvingen van het seksleven van twee vrouwen is afstotend en hoe weet de schrijver dit allemaal (door het sleutelgat kun je dat niet allemaal zien) ? Boek dicht bij bladzijde 363, en dan heb ik het al veel te lang volgehouden ! Jammer, want ik bewonder deze schrijver zeer.
We zijn het helemaal met elkaar eens! Je bent 60 pagina’s verder gekomen dan ik; daarvoor hulde. Hoewel…lezen zou je eigenlijk voor je plezier moeten doen!