De heiligen van Reims

Hier in Reims hebben twee verschrikkelijk belangrijke heiligen rondgelopen, vindt ‘de kerk’. De belangrijkste is Saint Remi. Niet omdat hij nou zulke spectaculaire dingen heeft gedaan. Hij heeft, voor zover ik kan nagaan weinig wonderen verricht, maar voor de geschiedenis van Reims en meteen ook heel Frankrijk, is zijn belang enorm. De man heeft Clovis, koning van de Franken en daarmee de eerste koning van Frankrijk gedoopt. Op de kathedraal staat Clovis afgebeeld in iets dat best een beetje lijkt op een wastobbe, maar wat in werkelijkheid natuurlijk een doopfont is. Voor Saint Remi is een aparte basiliek gebouwd met klooster, waar zijn lichaam bewaard wordt in een gouden kist. Gisteren heb ik de gouden kist bewonderd. Door Saint Remi werd het Franse koningschap door God gegeven en kon het absolutisme welig tieren tot dat men er genoeg van kreeg en toen rolde de koppen.

Die andere verschrikkelijk belangrijke heilige van Reims is Saint Nicasius. De man wordt doorgaans afgebeeld met zijn afgehakte hoofd in zijn handen. Wat is er aandoenlijker dan een man die zijn eigen hoofd in zijn handen heeft en haast doet of er niets aan de hand is? De heilige is de stichter van het christelijke Reims. Op de kathedraal komt zijn verhaal op diverse manieren terug. Op z’n compleetst staat hij als groot beeld aan de noordelijke poort van de kathedraal. De heilige houdt zijn hoofd in zijn handen terwijl twee engeltjes boven de vrijgekomen plek van zijn lichaam iets onduidelijks vasthouden (een kroon?). Ook de engeltjes missen wel wat onderdelen maar dat heeft te maken met de tand des tijds.

Het leven van Saint Nacasius speelde zich af in de periode toen het romeinse rijk wankelde. Hordes uit alle windstreken vielen het rijk binnen. Reims was een romeinse stad. Het zou niet lang meer duren voor het West-Romeinse rijk definitief ineenstortte, maar dat wist men toen nog niet. De Vandalen, afkomstig uit Oost-Europa uit de streek waar we nu Polen situeren, was een van de volken die vanuit het oosten het romeinse rijk binnenviel. De Vandalen hielden er rare gewoonten en ideeën over gastvrijheid op na: Waar ze als gasten kwamen vermoordde ze de mannen meteen, de vrouwen verkrachtte ze eerst en vermoordde ze daarna. Vervolgens pakten ze wat ze konden gebruiken en staken de rest in de fik. Ze deden hun naam eer aan. Een spoor van verwoesting achterlatend, trokken ze door Europa. Nadat ze Rome even ‘aangedaan’ hadden, klopten ze ook aan de poort van Reims. (nou ja, kloppen…). Het plaatselijke hoofd van de net gestichte kerk, de op dat moment nog niet heilige pater Niceaise redde de kerkgemeenschap door zichzelf op te offeren. Hij ging naar de bruten toe. Meteen hieven de Vandalen hun bijlen want des paters kop wilden ze zien rollen. Niet onder de indruk van de bloeddorstig dreigende barbaren, reclameerde de pater psalm 118. Juist halverwege vers 26 viel zijn hoofd. De eerste helft van het vers werd gezegd door het hoofd nog aan de romp, en het tweede deel door het hoofd zonder romp. Door deze opoffering werd de kerkgemeenschap gered…en werd pater Niceaise de Sint Nicasius wiens beeld nu aan de noordelijke poort van de kathedraal in Reims staat. Ik geloof dat een enkele vandaal zich na de onthoofding meteen bekeerde tot het christendom… Omdat er volgens Christenen altijd vergeving is, kom je nu waarschijnlijk, ook een barbaarse vandaal tegen in de hemel.