Looking for Lucien Freud and Francis Bacon

Als je als liefhebber van de kunsten in Londen bent – zoals ik, op dit moment – en je hebt het over moderne Britse beeldende kunst, dan heb je het in mijn geval, vooral over twee schilders: Lucien Freud en Francis Bacon. Hoewel ze beiden al geruime tijd dood zijn, vertegenwoordigen zij voor mij de Britse moderne schilderkunst. Van hen heb ik te weinig werk in het echt gezien. Gisteren zou dus dé dag worden en dus reisde ik, samen met geliefde J., per dubbeldekker naar de Tate gallery voor moderne kunst.

De Tate gallery bleek een gigantisch gebouw. Als ik zeg gigantisch, dan bedoel ik dat ook. Twee flatgebouwen, dus. Vlak naast elkaar met een overdekte ruimte er tussenin. Een imposante ruimte. Vrijwel leeg. En hoog. Waar moet je in zo’n gebouw beginnen? Met het kopen van een plattegrond dus. Dat leverde, behalve wat papier, weinig op. De nietszeggende plattegrond stond weliswaar op de gekochte versie, maar verder ook op zo’n beetje elke muur. Meer dan dat er op een verdieping beeldende kunst hing, leverde die plattegrond niet op. Dus begonnen we maar lukraak ergens. Op zich liepen we langs mooie werken. Het feit dat bijna alle kunstenaars van de getoonde kunst dood waren, gaf ons het idee dat we zo ook tegen de kunst van het illustere duo aan zouden kunnen lopen. Maar nee dus. Geliefde J. vond dat een goede reden om het te gaan vragen. Op dezelfde verdieping maar precies in het andere gebouw… werd haar verteld.

Via roltrappen, gewone trappen en ook nog eens liften, kwamen we uiteindelijk op de aangewezen verdieping. Maar daar bleek een tentoonstelling van de Deens- IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson. Nooit van de goede man gehoord, maar hij maakte indruk. Zeker, dat wel.

Een wand helemaal gevuld met rendiermos. En…spreek je over een wand in de Tate gallery, dan is dat ook echt een wand. Ik ben slecht in schatten, maar zal het tien bij twintig geweest zijn, het zou best kunnen. En ga je daar dan vlak voor staan, dan krijgt deze persoon een hallucinerend toendra gevoel in zijn hoofd. Al die aaneengesloten plukjes mos in dat enorme tapijt steken iets aan in je brein dat je niet helemaal onder controle hebt. Met dat verlies van controle over je brein, daar speelde de kunstenaar voortdurend mee. Zo was er een opstelling die hij ‘Beauty’ noemde. Een ruimte waar een superplantenspuit een voortdurende wolk produceerde waarop een bundel licht gericht was. De wolk veranderde steeds van richting en het licht speelde met die veranderingen. Inderdaad heel fraai. En best hypnotiserend; je kan uren kijken naar dat spel van water, lucht en licht.

Het hoogtepunt van de tentoonstelling was toch wel de tunnel. Hoewel, bij mij viel dat een beetje in het water. Als toeschouwer loop je door een veertig meter lange gang, gevuld met dichte mist. Je zicht is hooguit één meter. Met felle lampen krijgt de mist kleur. Als toeschouwer word je daardoor met kleur omgeven; één met kleur. Maar helaas, dat vertelde geliefde J. me achteraf. De mist had een andere invloed op mijn brein. Survival. Ik raakte volledig gefocust op J., die voor me liep en die ik niet uit het oog wilde verliezen en de muur die ik wilde blijven voelen. En zo had ik het idee dat ik slechts in een witte omgeving had gelopen…

Maar van Francis Bacon en Lucien Freud dus geen spoor. Later bleek dat er nog een Tate Gallery is in Londen. Wellicht hangt hun werk daar… Wie weet of we er deze vakantie nog tijd en zin in hebben; er valt in deze stad zo veel te beleven!!!

Gisteren ook nog een dansje gemaakt in de overblijfselen van het Shakespearetheater The Rose. (J. helemaal verguld, want zo makkelijk ben ik niet naar de dansvloer te krijgen…maar ik deed het…) De dans werd geleid door een mevrouw die ik, volgens mij, had zien figureren in The Lord of the Rings films.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *