Looking for Lucien Freud part two; Stanley Spencer.

In het statige museum Gare d’Orsay liep ik argeloos te genieten van al het moois dat in de negentiende eeuw in Frankrijk bij elkaar was geschilderd, en toen keek ik recht in ‘l’Origine du Monde’ van Gustave Courbet. Nota bene geschilderd tijdens het meest preutse tijdperk dat men gekend heeft. Een bijna fotografisch geschilderde kut. Natuurlijk behaard, met door het schaamhaar heen piepende schaamlippen. Verder geen herkenbare kenmerken van de eigenaresse. Als je daar in een museum mee geconfronteerd wordt, geeft dat je een ongemakkelijk gevoel. Ga je er nou gewoon voor staan en bekijk je het op dezelfde manier als een zelfportret van Rembrandt? Of mijd je het schilderij en doe je net of het er niet hangt. Als man doe je het voor zo’n schilderij nooit goed; als je er niet naar kijkt, dan ben je een preutse lafaard (zeker voor je eigen gevoel), maar als je er uitgebreid naar gaat staan kijken dan voel je je een beetje vies; een gluurder. Zo’n soort spanning in mezelf vind ik erg interessanten ik ben er vaak naar op zoek.

Stanley Spencer (1891-1959) – Double nude partait: The artist and his second wife 1937

Om die reden wilde ik graag de schilderijen van Lucien Freud zien. Zijn ongepolijste naakten zijn erg beroemd en ik hoopte in de stad – Londen – waar hij zo’n beetje zijn hele leven heeft gewoond, werk van hem te zien. Gisteren was ik al naar Tate Modern geweest. Maar daar hing niets. Ik moest in Tate Brittain zijn, wilde ik enigszins kans maken. Maar al van te voren werd ik teleurgesteld. Wijs geworden na gisteren, had ik de website van het museum onderzocht en daar ontdekt dat het museum verschillende werken bezit, maar er geen enkel doek aan de muur hangt. Helaas.

In Tate Brittain trof ik tot mijn grote verbazing toch een Lucien Freud aan…dacht ik. Dezelfde verwarring en ontluistering. Maar het was geen Freud. In mijn onschuld concludeerde ik dat een zo’n groot schilder epigonen moet hebben; naäpers. Dit moest wel zo’n naäper zijn…Maar toen keek ik naar de jaartallen… De schilder stierf toen ik geboren werd. Het schilderij was zelfs precies gedateerd: 1937. Het beroemde werk van Lucien Freud stamt van heel veel later. Wellicht, bedacht ik, heeft Freud zijn stijl wel met behulp van dit werk van Stanley Spencer ontwikkeld.

Wat ik zie op dit schilderij zijn twee blote mensen op leeftijd. Geen strakke lijven meer; de schoonheid van de jeugd hebben ze achter zich gelaten. Het is een dubbelportret van de schilder met zijn vrouw. Een lamsbout op de voorgrond versterkt het gevoel van vlezigheid. Ook wel een beetje een versterking van het ontluisterende. De wat ingevallen, smalle borst van de schilder. De slappe borsten van zijn vrouw. Gek genoeg een heerlijk schilderij om naar te kijken. Eigenlijk, en misschien geldt dat ook voor de doeken van Freud die ik nog nooit in het echt heb gezien, is het getoonde beeld ontdaan van alle erotiek door de harde manier waarop de lichamen zijn tentoongesteld. Een schilderij dat ons vertelt dat we allemaal mensen zijn en het moeten doen met het vlees rond onze botten dat we hebben gekregen en dat het in de loop van de tijd verandert.

Geen Freud dus maar een Spencer; ik hou van dit schilderij!