Sinds ik onbewust een dikke jas aangetrokken heb, zo rond mijn veertigste, heb ik het moeilijk met mijn interne temperatuur. Die dikke jas kan ik helaas nooit uitdoen en is een deel van mij. Tot mijn vijfendertigste was ik een dunnertje. Af en toe loop ik tegen foto’s aan van mij met een van mijn kleine jongetjes op mijn arm. Dan zie ik de persoon die ik toen aan de buitenkant was en die qua vorm verdomd veel lijkt op een van mijn volwassen zonen van nu. Hoewel ik van binnen dezelfde ben gebleven en ik het gevoel van een klein zoontje op mijn arm nog best wel kan oproepen, ben ik aan de buitenkant gewoon niet meer wie ik was, destijds. Ik rolde in die dagen met veel plezier sjekkies en rookte ze met veel smaak op. Zelfs als er kleine jongetjes bij waren. Ik zag zelf ook wel in dat dat niet echt gezond was. Voor niemand niet in ons huis. Bovendien kreeg ik er een akelig hoestje van en omdat ik ervan overtuigd was dat niemand wilde vrijen met een oudere roggelend hoestende kerel, stopte ik met sjekkies rollen en roken. Als ik het me goed herinner werd ik op de dag dat ik het roken eraan gaf, meteen tien kilo zwaarder. Die gewichtstoename zette zich voort terwijl ik, volgens mij, niet speciaal slecht of heel veel meer at dan gewoon. Ik creëerde een solide isolerende vetlaag die er met geen dieet meer vanaf te krijgen is.
In de zomer breekt die vetlaag mij wel vaak op. Het lukt me niet om af te koelen en ik zweet me een ongeluk. Op vakantie hier in het zuidelijke Ravenna heb ik er extra veel last van. Vooral ’s avonds. Alles zindert boven de dertig graden. Mijn lijf werkt als het nooit gewerkt heeft om de temperatuur op peil te houden. Maar de temperatuur wil maar niet zakken. Het laken waarop ik lig in de tent is me eigenlijk al teveel. Ik wil weg. Weg naar koelere oorden. Ik denk dat het vandaag ons laatste dagje Ravenna wordt en dat we morgen koers naar het noorden zetten.
Maar vandaag nog even genieten van al het moois dat Italië, en dan vooral Ravenna te bieden heeft. Hebben we met Giotta in Padua de start van de (heel erg vroege) renaissance mogen zien, in Ravenna zien we de geboorte van de middeleeuwen. Eigenlijk zien we hier het uitdoven van het grote romeinse rijk. De laatste stuiptrekkingen, om het zo maar uit te drukken. Nee, geen stuiptrekkingen…daarvoor zijn de half tempels, half kerken met hun prachtige mozaïeken te mooi. Toch uitdoven…want die mozaïeken hebben in de beeldende kunst niet echt navolging gehad in West-Europa. Moeilijk. Laat ik ze bekijken zoals ze zijn; wonderschoon wat betreft de kleuren en fantastisch naïef als plaatje. Gisteren hebben we de basiliek die geweid is aan St. Apollinare in Classe bezocht. Vandaag gaan we naar het centrum van Ravenna.
Nu, op dit moment – om kwart over acht in de ochtend – is het nog heel goed uit te houden. Maar als ik naar de lucht kijk en de strakblauwe hemel zie, dan weet ik dat het weer puffen, hijgen en zweten wordt…helaas. Morgen weer naar het noorden waar de hitte al lang verdreven is!