Mijn grenzeloze en immer beschonken pa had aparte ideeën over Antonio Vivaldi. Muziekleraar in een weeshuis voor meisjes in het Venetië van de vroege achttiende eeuw. Mijn pa zag het helemaal voor zich. Hij had graag Vivaldi’s plaats ingenomen omdat mijn pa van mening was dat meisjes en vrouwen die van jou afhankelijk zijn, ook jouw eigendom zijn en je er dus alles mee kunt doen wat je maar wilt. Zijn lusten en zijn fantasieën projecteerde hij op Vivaldi. Volgens mijn beschonken pa leefde Vivaldi in Kutjes paradijs. Toch denk ik er anders over. Ik heb het idee dat Vivaldi een fatsoenlijk en verantwoordelijk mens was en het beste wilde voor de kwetsbare meiden waar hij de verantwoordelijkheid voor droeg. Ik denk – beter nog – ik wil denken dat Vivaldi zijn meiden een vak leerde waarmee ze geld konden verdienen zodat ze niet aan gebrek en ellende overgeleverd zouden zijn. Ik wil denken dat Vivaldi priester uit roeping was. Natuurlijk zei seks hem wel wat. Ik wil graag denken dat de man gek was van zijn meiden en best wel eens opgewonden raakte van die knappe musicerende jonge vrouwen, maar ik wil dat die meisjes er niets van gemerkt hebben en dat hij zijn geilheid en zijn fantasieën bij zichzelf hield tussen zijn eigen lakens. Natuurlijk weet ik dat niet, maar ik wil graag dat het zo is. Dat het veilig was voor die kwetsbaren daar in het Ospedale della Pietà in Venetië.
Vivaldi leerde zijn meisjes de kunst van muziek en ik denk dat die meiden met hem geboft hebben. Hij moet de beste leermeester zijn geweest die ze konden hebben. Hij componeerde naar het spelersmateriaal dat hij in huis had. Het enthousiasme en het talent moet groot geweest zijn in dat weeshuis voor meisjes in Venetië. Vandaag heb ik de opera Judith Triumphans in het Muziektheater gezien en gehoord. Natuurlijk heel ergens anders dan in het Ospedale della Pietà in het Venetië van begin achttiende eeuw. Maar juist in een opera zie je de meiden aan het werk; alle rollen worden gezongen door vrouwen; ook de mannenrollen. Dat is opvallend want ging de discussie over de passiemuziek van Bach en muziek uit de barok juist niet over dat er, zelfs voor de sopraanpartijen, geen vrouw aan te pas kwam? Bij Vivaldi in diezelfde barok kwam er juist geen man aan te pas. Wel in het koor overigens en daar bekroop mij even de twijfel of men de tenoren en bassen in het koor er soms later bij verzonnen had. Het zal wel niet en misschien doet het er wel niet zo toe.
De opera Juditha Triumphans wordt maar zelden uitgevoerd. Überhaupt worden er weinig opera’s van Vivaldi uitgevoerd. Ik kan me van een flinke tijd geleden herinneren dat Cecilia Bartoli een CD uitbracht met louter aria’s van Vivaldi. Dat ze naar aanleiding van deze CD interviews gaf waarin ze vertelde hoe jammer ze het vond dat er zo weinig aandacht bestond voor het operawerk van Vivaldi. Dat men niet zoveel aandacht had voor Vivaldi, Ik kon me daar toen wel wat bij voorstellen. Op de één of andere manier komt Vivaldi wat goedkoop over. Het zijn de Vier Jaargetijden die Vivaldi dwars zitten, volgens mij. Prachtige muziek objectief gezien, daar niet van, maar zo verschrikkelijk uitgekauwd en grijsgedraaid dat het wat mij betreft nauwelijks meer om aan te horen is. En ook in Judith komt afentoe de Vivaldi van de Vier Jaargetijden boven, maar dan heel erg anders. Omdat de muziek van Judith zo onbekend is, hoor je waardoor die vermaledijde Vier Jaargetijden zo beroemd zijn geworden. Vivaldi’s muziek is zó melodisch. Zijn muziek kan zo teder zijn en vrolijk en somber tegelijkertijd. Van Vivaldi’s muziek kan je heel erg simpel genieten. Geen muziek overigens, die je op een zonnige winterdag in februari zomaar even wegspeelt. De muziek is licht en diepzinnig tegelijkertijd. Soms simpel en rechttoe rechtaan en dan weer virtuoos. Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat Vivaldi op het moment dat hij deze opera schreef een paar fantastische zangeressen in huis had en een groot violiste…
De opera bestaat uit twee scenes of aktes. In de eerste akte wordt legeraanvoerder Holofernes, die de stad Bethulië in Israël aan het belegeren is, getroffen door de schoonheid van de weduwe Judith. Hij ontmoet haar omdat zij hem graag zegt te willen spreken. Hij nodigt haar uit om samen met hem de maaltijd te gebruiken. In de tweede akte gebruiken Holofernes en Judith samen de maaltijd. Ondertussen brengt Judith Holofernes’ hoofd steeds verder op hol en drinkt hij zoveel dat hij op bed gaat liggen en in slaap valt. Dan pakt Judith Holofernes’ zwaard en hakt hem zijn hoofd af. De Israëlieten hebben de oorlog gewonnen.
In de mise-en-scene van de opera wordt teruggegrepen op het beeld van de oorlog zoals wij hem kennen. Dat is de Duitse bezetting. Holofernes draagt een quasi SS-uniform. Zijn soldaten hebben Stahlhelmen op hun hoofd; het kan dus niet missen. Het eerste toneelbeeld: Gezinnen in jaren veertig kleren met koffers; dat kan niet anders dan teruggrijpen op de jodenvervolging en dat komt in dit geval weer goed uit, want ook in het verhaal Judith gaat het om de strijd van het joodse volk tegen een onderdrukker. De kunstroof die de Duitsers hebben gepleegd op de joden komt prominent aan bod. Het beroemde Carravagio schilderij van Judith die Holofernes onthoofd. Omdat dat schilderij een paar keer terugkomt, wordt het wel een beetje flauw. Aan de andere kant; in de laatste scene vernietigd Judith dit kunstwerk en lijkt daarmee te zeggen dat het doden van een mens nooit een overwinning is.
In de eerste akte vond ik dat alles lekker vlot ging op het toneel. De tweede akte ging juist erg traag. Dat ligt natuurlijk ook aan Vivaldi die van lange Da Capo aria’s houdt waarin heel weinig gebeurt. Aan de andere kant is dat het gegeven en heeft de regisseur de taak om er een spannend toneelbeeld van te maken. In de tweede akte lukte hem dat niet altijd. Ook het ronddraaiende toneel begon me toen wel wat te irriteren. Gelukkig bleef de muziek steeds even mooi.