De piemelparade in het Archeologische museum

In het Nationaal Archeologisch Museum in Athene zitten archeologen klaar om je vragen te beantwoorden. Echt heel sympathiek, want loop je door de zalen van dit museum, dan komt de ene na de andere vraag bij je op. Er is zoveel moois te zien, maar van zo lang geleden dat je een grote culturele stap moet maken om te begrijpen wat je ziet. En natuurlijk zat ook deze jongen vol met vragen toen hij anderhalve week geleden door dat museum dwaalde. Er is veel vraag naar archeologische bijstand, dat was wel duidelijk, want het is mij niet gelukt om mijn vragen te stellen omdat de archeologe van dienst het heel erg druk had.

Als je in Athene bent en je houdt van antieke kunst, dan kan je echt niet om dit museum heen. Het enige bezwaar dat je in kunt brengen is dat ze er zo waanzinnig veel hebben. Je kijkt je ogen uit en na afloop ben je compleet uitgewoond en heb je nog geen kwart gezien. Ben je in het Rijksmuseum van Amsterdam – ook met een overweldigende en grote collectie – dan kan je makkelijk het advies van Wieteke van Zeil opvolgen: Neem je voor om maar een paar werken in een van tevoren bepaald hoekje van het museum te bekijken en neem daar dan rustig de tijd voor. Maar in het buitenland gaat dat gewoon niet lukken. Je kunt de volgende dag niet even teruggaan om een volgende stukje van het museum te bekijken. Dat betekent dus dat je als kunstliefhebber, doorgaat tot het gaatje. Na het Prado konden we ons uitsluitend nog schuifelend voortbewegen; het Louvre verlieten we met zware migraine en het Nationaal Archeologische museum van Athene liet ik depressief achter me. Zoveel moois niet gezien en datgene wat ik gezien had, had ik eigenlijk maar half gezien en mijn vragen voor de archeologen had ik niet kunnen stellen en ik was zo moe…zo verschrikkelijk moe. Met een dikke jas aan heb ik een tijdlang in het schrale winterzonnetje zitten bijkomen. Zo gaat dat.

Als je het museum inloopt, dan loop je direct aan tegen de meest beroemde opgravingen aller tijden aan; de opgraving bij de stad Troje. Van Schliemann. Het gouden masker van Agamemnon. De sieraden van de mooie Helena die de hele oorlog van destijds veroorzaakt heeft. Je ziet het allemaal voor je! Hoewel ik wel een beetje in verwarring was omdat ik de Ilias en Odysseus associeer met het klassieke Athene. Maar dat is uiteraard niet zo; alle gebeurtenissen uit die oorlog werden doorverteld en uiteindelijk door Homerus op schrift gesteld. De Trojaanse oorlog vond ver voor de grote tijd van Athene plaats, ver voor Plato en Aristoteles. En dat ligt daar zomaar! Dat gouden masker waarvan in elk geschiedenisboek wel een plaatje staat. Wat opvalt is hoe dun het is. Dat masker lijkt wel van papier.

Need for speed

Op de benedenverdieping voornamelijk beeldhouwwerken. Het viel mij op dat bronzen beelden de tijd beter hebben overleefd dan de marmeren beelden. Ik raakte helemaal van mijn stuk van het ruiterjongetje op dat voortsnellende paard. Alles straalt snelheid uit. Ook veel opgejaagde drang om te winnen. Het enige dat de tand des tijds, kennelijk, niet heeft overleefd, het rechterarmpje en de teugels. Voor de rest helemaal compleet. Zo’n slordige 2500 jaar oud! Die compleetheid gold ook voor het prachtige Zeus- of Poseidon beeld (waarom niet gewoon gekozen voor Poseidon als ze het niet zeker weten; het beeld werd per ongeluk door vissers uit zee opgevist; dan kan je toch alleen maar een zeegod zijn?). Bij het beeld van de schone jongeling (bordje vergeten te fotograferen…) ontbreken zelfs de ogen niet. Het beeld kijkt je met zijn strakblauwe ogen haast eng aan.

Maar waar ik veel van wilde zien, zo had ik me voorgenomen toen ik het museum betrad, was het prachtig beschilderde aardewerk. Ik wilde de afbeeldingen van de goden zien en van de verhalen van de Trojaanse oorlog en van het leven van alledag in het oude Athene. In eerste instantie kon ik ze niet vinden. Ja een paar, tussen de beeldhouwwerken op de begane grond. Maar toen ontdekte ik de eerste etage… My God, zoveel vazen en schotels had ik zelden van dichtbij gezien. Honderden. Uit alle periodes van de Griekse beschaving. Om moedeloos van te worden. En dat werd ik ook. Zoveel moois te zien terwijl het al eigenlijk nauwelijks meer lukt.

De vraag die ik had willen stellen aan de archeologe was waarom de Grieken zo verschrikkelijk van het mannelijk naakt hielden. Tot op de kleinste details precies. Piemeltjes absoluut realistisch. De balzak lekker groot (was zeker lekker warm voor het model in kwestie) waarin de ballen qua vorm realistisch zijn (geen zak met twee knikkers, dus). De spieren…ik hoef maar in de spiegel (veertig jaar geleden) te kijken en ik zie mijn eigen torso in de beelden weerspiegeld. Maar geen vrouwelijk naakt. Dat ontbreekt vrijwel geheel in het Archeologische museum. Een mooie blote vrouw met lekkere zachte maar toch stevige billen en borsten. Ze zijn er niet. Wel een piemelparade, maar niks geen tieten. Hoe zat dat nou in het oude Griekenland? Terwijl de beeldhouwers toch voor het overgrote deel mannen waren. Hielden die allemaal van mannen? Waren die niet even gek op vrouwen als…ik?

Jammer, ik heb het niet kunnen vragen. Maar…wat een museum!