Laat de Gouden eeuw voor wat hij is

Er is geen publiek debat zo verwarrend als het debat over al of niet vermeend racisme. Om aan te tonen hoe erg die discriminatie is en hoezeer vooral blanke mensen er schuldig aan zijn, wordt alles erbij gehaald. Het lijkt alsof er van een kritische blik geen sprake meer is. Wordt er wel kritisch naar gekeken, dan stuit dat doorgaans meteen op heel veel verzet. Discriminatie, slavernij, racisme, gouden eeuw, Michiel de Ruyter, de ‘aard’ van de witte Nederlanders, kolonialisme…alles wordt op een hoop geveegd en alles zou met alles te maken hebben. Ook vandaag een opiniestuk in de Volkskrant van Jörgen Tjon A Fat. Een reactie op een stukje dat afgelopen zaterdag in de krant stond van Martin Sommer. In Sommers artikel kwam historicus P.C. Emmer aan het woord die een standaardwerk over Nederland en de slavernij heeft geschreven. Een wetenschappelijk, maar ook redelijk harteloos boek. Ik heb daar al een recensie over geschreven. Elk mens dat als slaaf moest leven is er één te veel maar neem je de slavenhandel en slavenhouderij in z’n geheel dan was de slavenhandel geen groot succes, is de Gouden Eeuw daar zeker niet op gebaseerd en hadden er relatief maar heel weinig blanke Nederlanders mee te maken. De slavernij als basis zien van ongelijkheid is kolder. Dat is wat Sommer en PC Emmer probeerde te zeggen.

Waar Sommer geen enkele uitspraak over doet is over er in Nederland gediscrimineerd wordt of niet. Zoals ik al vaker beweerd heb; huidskleur kan een reden zijn voor racisme, maar niet elk racisme heeft huidskleur als oorzaak. Slavernij kan gebaseerd zijn op huidskleur, maar is dat vaker niet dan wel. Slavernij als oorzaak van racisme en discriminatie is onzin. Andersom is het wel zo dat gediscrimineerde mensen tot slaaf gemaakt werden. Want, dat mensen discrimineren en dat er racisme is, staat voor mij als een paal boven water. Dat heeft in mijn ogen niets met geschiedenis te maken maar meer met de aard van de mens. De mens is een sociaal wezen. Sociale wezens sluiten pacten met elkaar; ze vormen groepen. Kenmerk van een groep is dat je insiders hebt en outsiders; mensen die erbij horen en mensen die er niet bij horen. Ik denk dat het wel zo is dat je liever outsiders tot slaaf maakt dan insiders. Haal er geen ingewikkelde verklaringen bij. Zoek niet naar vermeende misdaden van een groep in het verre verleden om racisme van nu te verklaren. Het is gewoon: Jij hoort tot mijn groep en ik kan je daarom vertrouwen; jij hoort daar niet toe dus vertrouw ik je niet. Simpeler kan het niet.

Wat wij in Nederland denken is dat we alle Nederlanders tot één groep vinden moeten horen. Dat vind ik ook echt, maar tegelijkertijd weet ook ik dat dat niet zo is. Nederlanders verzamelen zich rond het geloof, de huidskleur, hun oorspronkelijke landstaal, rond een president van een land waar ze niet meer wonen en ga zo maar door. Groepen die zich onderscheiden binnen Nederland discrimineren zonder meer mensen uit andere groepen en omdat iedereen tot één of meerdere groepen hoort, discrimineren we allemaal.

Laten we racisme en discriminatie weer gewoon als een sociaal probleem opvatten in plaats van een historisch probleem. Laat daarbij de Gouden Eeuw voor wat het was: Een periode van ongekende bloei waarin de meest fantastische kunst werd gemaakt en waarin Michiel de Ruyter met zijn vloot, ónze vloot, een klinkende overwinning behaalde op die vermaledijde Engelsen!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *