Gezien op 1 februari 2024 in het DeLaMar theater
Ik was veertien jaar oud. Tussen servet en tafellaken in, zeiden ze tegen me. Ik was overweldigd door alles wat de wereld te bieden had maar begreep niets van huiswerk en eigen verantwoordelijkheid op school. Ik kan me niet meer herinneren of ik me gelukkig voelde of niet. Wel dat ik heel graag naar muziek luisterde en dat ik een ware veldslag met mijn moeder heb moeten uitvechten om popmuziek te kunnen luisteren in mijn eigen kamertje; die muziek kwam er niet in. Ik won uiteindelijk de slag om Toppop. De uitzending van Toppop werd voor mij het belangrijkste half uurtje van de week. De hele zaterdagmiddag zat ik gekluisterd aan de radio te genieten van de top40 op radio Noordzee en volgde het stijgen en dalen van mijn favoriete nummers op de hitlijsten. In die periode kwam de film Jesus Christ Superstar in de bioscopen. Ik heb die film gezien. Ik kan me niet meer herinneren of ik met iemand samen naar de bioscoop ging of waar ik hem gezien heb, maar ik heb de film gezien. Kapot was ik Helemaal verdwaasd. Ik vond het de mooiste film die ik ooit gezien had. Vooral Yvonne Elliman stal mijn hart; Maria Magdalena in de film. Haar lijdende gezicht, haar mooie stem, haar troostende handen. Ik liet geen enkele erotische gedachte toe als ik aan de Magdalena uit de film dacht, terwijl daar misschien wel aanleiding toe was. Wat een mooie film! Wat een mooie muziek. Ik zal denk ik keihard voor de plaat gespaard hebben, maar ik had hem. Ik heb hem grijsgedraaid. Dag in dag uit. Maar hoe gek ik ook was op de Maria in de film, ‘I don’t know how to love him’ heeft me nooit echt kunnen bekoren. Mijn nummer was ‘Everything’s alright’. Ik denk dat ik meer troost zocht in die dagen, dan liefde…
Maar ik werd een grote man en Jesus Christ Superstar werd een herinnering aan het puberjongetje dat ik toen was. Mijn grote passie werd opgevolgd door andere passies. Maar in 2024, kwam Jezus weer op aarde…in het DelaMartheater in Amsterdam. Een wee gevoel van binnen. Ook wel een wat opdringerig gevoel. Ik wilde hem graag zien die vernieuwde Jesus Christ Superstar. Maar geliefde J. dan. Geliefde J. houdt niet van te harde popmuziek en eigenlijk vindt ze popmuziek al te hard als er een versterker aan te pas komt. En ja, die kwam eraan te pas, dat weet je van te voren. Toen heb ik de knoop doorgehakt en ging ik alleen, gewapend met gehoorbeschermers (die ik helemaal niet nodig had) naar de voorstelling. Toen het zaallicht doofde en de eerste klanken de zaal instroomde en ik vanaf het hoge balkon het geheel overzag, gutste bij mij het jeugdsentiment naar binnen. Elke noot was mij vertrouwd. Elke melodie kende ik van haver tot gort. Elk woord kende ik en kreeg zowaar betekenis omdat de tekst voor een deel fonetisch in mijn geheugen zat en ik nu de woorden en de vertaling kende. Wat een fantastische belevenis werd dat!
Dat muziek een veel directere band heeft met je gevoel bleek al snel; wat er op het toneel gebeurde was compleet nieuw voor me en zou me nooit naar mijn jongensjaren in het verre verleden hebben gebracht. Ivo van Hove had het geregisseerd en hoewel de recensenten doorgaans in katzwijm vallen als deze man iets met het toneel heeft gedaan, zag ik eerlijk gezegd best iets leuks op het toneel tot stand komen, maar om nou superlatieven te gaan gebruiken…dat gaat me veel te ver. Het speelvlak had de vorm van een piste; rond, met aan alle kanten publiek. Geen decor, geen ingewikkelde kostuums. Wat er aan decor was, kwam van de belichting wat zo nu en dan best spektakel opleverde. Verder ging het om beweging en dans op het toneel en op zich vond ik dat goed geslaagd.
Mijn lievelingsnummers van destijds – eigenlijk alles waar Magdalena bij betrokken is behalve dan dat ene nummer – werden fantastisch gezongen en gespeeld door de Maria van dienst Magtel de Laat. Zonder lijdend en gepijnigd gezicht deed ze het goed. Degene die de Jezusrol zou zingen werd uitstekend vervangen door Dave Rijnders. De kreten die Jezus slaakt in de hoge registers waren soms wat moeilijk, maar desalniettemin bracht hij het er prima vanaf. Waar ik echt helemaal goed over te spreken was waren de priesters. Zij hadden trouwens wel degelijk kostuums; priestergewaden. Richard Spijkers als Kajafas met een prachtige bas maar vooral Jules Avery viel positief op met zijn snerpende tenor; je voelde dat hij niet veel goeds voor had met die arme Jezus. Helaas viel Lucas Hamming negatief op. Dat terwijl hij een dragende rol als Judas vertolkte. Regelmatig zong hij vals, zijn hoge noten waren niet om aan te horen, hobbelde vaak achter de muziek aan en hij speelde als een houten klaas. Ten slotte Alex Klaasen als Herodes; subliem!!!
Ik heb een verschrikkelijk leuke avond gehad hoog in het DeLaMar theater! Jesus Christ Superstar is absoluut een aanrader.