Ik was in de veronderstelling dat er in Europa zo rond de godsdienstoorlogen in de zestiende en zeventiende eeuw in een aantal landen een enorme heksenjacht was. Vooral in Engeland en de gebieden die we nu Duitsland noemen, maar dat het in Nederland eigenlijk nogal meeviel. Susan Smit laat in haar roman ‘De heks van Limbricht’ zien dat er wel degelijk in Nederland heksenprocessen zijn gevoerd. Als basis heeft ze het proces genomen dat tegen Entgen Luijten werd gevoerd in 1674. Om het leven van Entgen te reconstrueren heeft de auteur, voor zover ik begreep, allerhande bronnen gebruikt; Entgen Luijten heeft rondgelopen op aarde, is getrouwd geweest met Jacob en ze hebben samen een dochter Grietchen gekregen. Ze woonden in de heerlijkheid Limbricht dat onrechtvaardig bestuurd werd door de Heren Winand van Breyll. De feiten staan er, maar daar omheen weeft Susan Smit een mooie roman die, zoals de meeste romans, ontsproten is aan haar fantasie. Het waarheidsgehalte dat er zeker in zit, doet wel wat met je; ik denk dat ik daardoor intenser heb meegeleefd met het leven van Entgen. Susan Smit laat op haar roman een mini-essay volgen over hekserij en neemt daarbij een feministisch standpunt in, waar ik wel kritiek op heb. Maar alles bij elkaar is het een fantastisch geschreven roman over een beladen onderwerp die ik in een ruk heb uitgelezen. In ieder geval een van de beste romans die ik de afgelopen tijd in handen heb gehad.
Op 10 juli 1674 wordt de ongeveer 75-jarige Entgen Luijten gearresteerd omdat er bij de heerser klachten zijn ingediend dat ze zich bezig zou houden met hekserij en zwartekunsten. Zo zou ze ervoor hebben gezorgd dat een koe overleed en dat mensen ziek werden toen ze uit haar glas bier hadden gedronken. In totaal worden er eenendertig klachten tegen haar ingediend. Ze wordt vastgehouden in de kerker onder het kasteel. In de kerker overdenkt en herinnert ze haar leven. Ze is voor het huwelijk verwekt, maar omdat haar vader wel haar moeder trouwde werd het geen schandaal. Haar uiterst vrome moeder blijft haar altijd verwijtend behandelen en laat de verzorging van haar jongere broertjes en zusjes aan Entgen over. Ze heeft een bijzondere band met haar vader die een soort opzichtersrol vervuld. Hij leert Entgen veel over de natuur; hij legt bij haar de basis voor haar kruidenkennis. Als oudste dochter wordt er van haar verwacht dat ze ongetrouwd blijft en voor haar ouders zorgt. Maar het lot beschikt anders. Ze ontmoet de zachtaardige Jacob en met hem gaat ze haar leven delen. Ze krijgen een dochter Grietchen. Entgen is een sterke onafhankelijke vrouw met een grote kennis van geneeskrachtige kruiden. Dorpelingen komen vaak naar haar voor advies, een drankje of een zalfje. Beschuldiging van hekserij ligt voortdurend op de loer; je merkt dat Entgen zich daar steeds tegen indekt. Mannentaken zoals onderhandelen neemt ze over van de zachtaardige Jacob want zij is daar veel beter in.
Door het wanbestuur en uitbuiting komen de dorpelingen twee keer in opstand. Entgen speelt daar een rol in. Bij de laatste opstand komt haar man Jacob om en moet Entgen het alleen zien te rooien samen met haar dochter. Daar blijkt ze weinig moeite mee te hebben. Door haar kennis van de natuur, zijn haar oogsten steeds goed en vaak beter dan de oogst van de buren. Het geroezemoes en de jaloezie en de verdenkingen nemen toe… Haar dochter trouwt en gaat uit huis en zo blijft er een ouder wordende vrouw achter, die veel geneeskrachtige kruiden kent en gebruikt, eigenzinnig is en behept is met een scherpe tong. Bovendien heeft ze vijanden gemaakt, ook onder de machtigen…
Als de roman afgelopen is, volgt er nog een soort essay over heksen. Daarin vertelt Susan Smit dat ze zelf een moderne heks is. De oude Europese religies waarbij moeder aarde een hoofdrol speelde zouden op gewelddadige wijze zijn verdrongen door het Christendom. In die oude religies speelde, volgens Smit, vrouwen een centrale rol. Vrouwen moesten van de nieuwe – Christelijke – religie hun rol afstaan. Met dat doel werden vrouwen met kennis van kruiden en natuurgeneeswijzen gekoppeld aan vrouwen die omgang hadden met de duivel. De processen tegen heksen waren een geslaagde poging om de oude heidense religies met wortel en tak uit te roeien. Mannen kregen het voor het zeggen en onderdrukte de vrouw met zeer veel geweld. Niet alles van die oude religies kon zomaar uitgewist worden; veel werd verchristelijkt. Op heilige plaatsen werden kerken en kathedralen gebouwd en van de ‘heidense’ feesten werden christelijke feesten gemaakt.
Het probleem dat ik ermee heb is dat de rol van de vrouw in die pre-christelijke periode vast wel groter kan zijn geweest dan binnen het christendom, maar hoe weet je dat zo zeker? Over die periode is bar weinig overgebleven. Kijk je naar andere religies dan zie je dat mannen eigenlijk altijd de boventoon voeren; waarom zou dat in Europese oude religies anders zijn? Ik wil wel proberen te geloven dat heksenprocessen bedoeld waren om vrouwen te onderdrukken, ware het niet dat het percentage ‘heksen’ onder vrouwen bijzonder laag was. (niet bijvoorbeeld 50% van alle vrouwen werd vervolgd als heks maar heel erg veel minder) Je zou denken dat heksenprocessen zich richtten op vrouwen die aan een aantal voorwaarden voldeden: Veel oudere vrouwen met kennis van geneeskrachtige kruiden, die wat zonderling waren en een scherpe tong hadden en niet makkelijk gehoorzaamden aan het gezag. Daarnaast veel ‘gewone’ vrouwen die ‘erbij gelapt’ werden doordat de oorspronkelijk vermeende heks hen na marteling had aangewezen als lid van de heksenkring. Omdat heksenjagers zulke specifieke kenmerken zochten in vrouwen, denk ik niet dat heksenprocessen tegen vrouwen in het algemeen werden gevoerd. Bovendien geloofden de meeste vrouwen net ze goed in het bestaan van heksen. Ik ben er zelfs van overtuigd dat menige vrouw die wegens hekserij op de brandstapel belandde, eerder zelf ook geloofde in duivelse zwartekunsten…van een ander.
Hoe dan ook, dit boek is een aanrader! Het maakt veel los en leest vlot weg. Echt heel goed geschreven!