Already seventy, oh yeah!

Toen het schooljaar begon was er voor vier Havo een kennismakingsweek. Slechts een enkeling was van de derde klas doorgestroomd naar de Havo. De meesten kwamen van andere scholen. Heel erg veel leerlingen die zojuist het examen van de Montessori Mavo gehaald hadden, kwamen in vier Havo terecht. Ik ook. Ik had gewoon de derde klas gedaan en te lui bevonden om naar het VWO te gaan. Te dromerig ook en…misschien toen wel, niet slim genoeg. Ik weet het niet. In vier Havo voelde ik me ontheemd. Eigenlijk kende ik niemand meer. Ik had me altijd wel weten op te werken tot een graag geziene gast. Niet echt een wilde gast, maar desalniettemin een graag geziene jongen. Ik had veel vrienden. Maar zo aan het begin van dat nieuwe vier Havo-schooljaar had ik eigenlijk niemand meer. Ik voelde me moederziel alleen. Dom ook. Iedereen waar ik zo graag mee omging was naar het VWO gegaan en ik voelde me in het afvoerputje terecht gekomen. Niet echt een goede basis om dat schooljaar te beginnen en al helemaal geen goede basis om op kennismakingsweek naar Texel te gaan.

Met het idee dat al die mooie meisjes waar ik heimelijk van droomde nooit meer naar me zouden omkijken omdat ik te dom voor hun was, begon ik aan een slopende kennismakingsweek. Met anderen. ANDEREN. Ze deden anders, wilden anders en waren anders. Daar in dat huis waar we overnachten voelde ik me erg jong. Dat was ik ook want de meesten waren dus – als het ware – blijven zitten want ze gingen van vier Mavo naar vier Havo. De jongens-meisjes verhoudingen waren dan ook anders. Ik zelf interpreteerde het naar ‘minder fijngevoelig’ maar eigenlijk waren mijn nieuwe klasgenoten een stuk volwassener. Al op de eerste dag van de kennismakingsweek ging de paarvorming heftig van start. Daar stond ik bedremmeld van te kijken. Ik wist toen nog niet hoezeer ik aan venustrafobie leed en hoeveel moeite het me zou kosten om die fobie te overwinnen. Nu kon ik mijn falen afdoen door te denken dat al die Mavomeiden echt niet bij mij pasten.

Wat mijn groep graag wilde was ’s avonds naar de disco. De Disco…kan je je het voorstellen? Deze jongen luisterde met zijn vrienden naar de toen nog psychedelische klanken van Pink Floyd, de symfonische klanken van Genesis, de onbegrijpelijke teksten van Bob Dylan en de zoetgevooisde stem van Neil Young. De Disco!. Natuurlijk ging ik mee, waar kon ik anders naartoe? En…gelukkig waren er meer jongens die zich in dit soort omgevingen compleet niet op hun plek voelden. Een beetje somberig dromden we samen in de buurt van de bar en dronken zwijgend bier terwijl dat Mavo-volk compleet uit hun dak ging. Abba. Dat kan ik me herinneren. Steeds maar Abba. Met (you are the) Dancing Queen’ (, young and sweet only seventeen). En ja hoor, de meiden die zo uit hun dans-dak gingen waren zeventien. En ik ook, maar ik was dus geen dancing king. Helemaal dus niet. Ik was terechtgekomen in het afvoerputje van mijn school omdat ik kennelijk niet slim genoeg was. Mijn vrienden gingen VWO doen en ik zat opgescheept met ABBA-fans die aan niks anders dachten dan…Ach, ik weet het niet… Ik was toen best ongelukkig. Hoewel de melodietjes altijd erg aanstekelijk waren en zich doorgaans opdringerig in je brein nestelden, gaf Abba me geen fijn gevoel.

Nu dan het nieuws: De leden van Abba, inmiddels rond de zeventig, zijn weer samen liedjes gaan maken… Dancing Granny, old and grey, already seventy, oh yeah!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *