Gezien en gehoord op 3 maart 2018 in het Concertgebouw
De meeste films gaan langs me heen als een zacht briesje in maart. Je voelt ze wel, maar je bent het ook zo weer vergeten. Soms is er een film die inslaat als een bom. Master and Commander: The far side of the World, was er zo één. Het is moeilijk te zeggen wat me nou zo verschrikkelijk aansprak, maar dat hij mij aansprak, dat is overduidelijk. Inmiddels heb ik de film een keer of vijf gezien en dat is uitzonderlijk voor een film. De meeste films op DVD staan stof te vangen en worden zelden uit hun hoesje gehaald. Maar deze film dus wel. Een opmerkelijke film. Op een enkele figurante na, speelt er geen enkele vrouw in de film. Verder een prachtige confrontatie tussen twee vrienden; kapitein (lucky) Jack Aubrey en de scheeparts Maturin. De één uit plichtsbesef jagend op de vijand en de ander vol onderzoeksdrift. De jonge adelborsten aan boord – jochies aan het begin van de pubertijd soms nog – en de opvoeding die de kapitein hen geeft; vol zorgzaamheid maar hard waar het moet. Ook heel erg ontroerende scènes. Als na de zeeslag de lijken worden klaargemaakt voor het zeemansgraf. Eén van de adelborsten naait zijn vriend in zijn slaapmat. Vooral ontroerend omdat de jongen het met één hand moet doen omdat zijn andere arm in een eerder stadium werd afgezet. Haast ongemerkt wordt je emotie nog eens extra geprikkeld door de muziek. Je hoort de muziek wel, maar je merkt het niet en je voelt zeker niet wat het met je doet. Dat is zo’n beetje de kracht van muziek in een film.
We zaten in het Concertgebouw voor een concert van het Nederlands Kamerorkest. Vanwege het Requiem van Fauré had ik dit concert gekozen. Maar wat gebeurt er. Er wordt muziek gespeeld waarvan de titel mij niets zei. Té lui om het even van tevoren te beluisteren. Dan begint het orkest te spelen en deze jongen werd door een mokerslag getroffen. Het stuk heeft ook zo’n idiote naam. ‘Fantasia on a Theme by Thomas Tallis’. Maar de componist Ralph Vaughan Williams had me moeten waarschuwen; een zeer ondergewaardeerde componist. Hij krijgt veel minder aandacht dan hij verdiend. Prachtige symfonien heeft hij geschreven en dus ook ‘Fantasia on a Theme by Thomas Tallis’. De muziek was koud begonnen of ik zat met kippenvel mijn tranen in te houden en zag voor me hoe een oude zeebonk het eenarmige adelijke jochie hielp bij het dichtnaaien van de slaapzak met daarin zijn dode gesneuvelde vriend. Zo verschrikkelijk mooi! Zo mooi gespeeld ook. Terwijl je tijdens de film de muziek als toegift krijgt, zag ik nu de filmbeelden als bijzaak. Alles draaide nu om deze bijzondere muziek waarbij een speciale opstelling van het orkest vereist bleek. Een strijkkwintet zat afgescheiden van de rest van het orkest. Dat gaf een heel apart ruimtelijk effect aan het stuk. En natuurlijk was het zo dat in de film alleen datgene werd gebruikt van de muziek dat ze konden gebruiken en nu kregen we het hele stuk te horen. Heel apart omdat de componist eerst het thema laat horen en vervolgens elk deelthema uitwerkt en niet meer terugkeert naar het hoofdthema. Wat verschrikkelijk mooi! Thuisgekomen had ik de muziek al snel op Spotify gevonden en sindsdien schrijft hier een Vaughan Williams addict en zou ik haast vergeten dat er nog meer gespeeld werd.
Het programma begon met de wereldpremiere van ‘Liturgies de Lumière’ van de componist Guillaume Connessons. De compositie bestaat uit drie delen voor koor en orkest. Een compositie op twee gedichten van Charles van Leberghe en een gedicht van Hildegard von Bingen. De muziek van deze componist deed me erg aan het werk van impressionisten als Debussy denken. Datzelfde ingekeerde ervaarde ik. Vooral het tweede deel, het deel op tekst van Von Bingen sprak mij aan. De woorden: ‘Maria Mater Materia’ dat alleen al door de mooie alliteratie ietwat in je hoofd blijft hangen, gebruikte Connessons als een soort mantra. Na Connessons dus Vaughan Williams…en daarna gelukkig pauze zodat ik even van de emoties kon betijen en niet meteen door hoefde naar dat fantastisch requiem.
Onder leiding van Risto Joosten werd het beroemde requiem van Fauré uitgevoerd. Het griepvirus(..?) had toegeslagen want sopraan Judith van Wanroij bleek niet in staat om te zingen. Zij werd vervangen door Anna Dennis. Fantastisch vervangen. Ze stond er! En hoe. Het publiek ging over tot gejuich toen zij na afloop het applaus in ontvangst nam. Terecht. Ook Martijn Cornet zong een mooie rol, maar had gewoon niet de power van Dennis. Gordan Nikolić speelde een vervreemdende rol. Zowel het werk van Connessons als het requiem van Fauré werden gedirigeerd door dirigent Risto Joost. Maar die dirigent had niet de leiding. Het Nederlands Kamerorkest is zo verschrikkelijk het orkest van Gordan Nikolić dat de eventueel extern aangetrokken dirigent altijd de tweede viool speelt. Dat vind ik heel erg opmerkelijk. Of hij het nou wil of niet, HET is Nikolić. In het requiem nam Nikolić helemaal een vreemde rol in. Hij zat in een hoekje van het podium ver van het orkest weg. In sommige delen speelde hij een vrijwel onhoorbare vioolsolo. Heel merkwaardig.
Desalniettemin een fantastische avond gehad. Ralph Vaughan Williams, waarom spelen ze niet vaker wat van die man!