Eén van de ingewikkeldste dingen in de democratie is dat de meerderheid niet altijd beslist. In een democratie moet namelijk de minderheid worden beschermd. Het regeren van een democratisch land en het toezicht op die uitvoering, wordt gedaan op basis van meerderheid. Het handhaven van de rechten van minderheden wordt gewaarborgd door de rechterlijke macht. Ook als de meerderheid rechten wil schenden of rechten wil ontnemen aan minderheden. Voor de wet is iedereen gelijk en de rechterlijke macht ziet daarop toe. Daarom zijn deze twee machten streng gescheiden en moet de rechterlijke macht bij een conflict tussen de twee (drie) machten uiteindelijk aan het langste eind trekken.
In sommige landen die ons, om wat voor reden ook, na aan het hart liggen, is de rechterlijke macht onderhorig gemaakt aan ‘democratische’ regels. Dat leidt naar dictatuur en onbezonnen en verschrikkelijke besluiten en uiteindelijk het einde van de democratie. Als de meerderheid alle tegenspraak uitsluit dan is er sprake van een door het volk goedgekeurde tirannie en zal de lust om tegenstand te bieden, en dus de uitgevoerde macht te controleren, verdwijnen als sneeuw voor de zon. Een kliek van gelijkdenkenden krijgt het dan voor het zeggen en helaas, de mens is vaak geneigd tot het kwaad als hij te veel macht krijgt en er niemand tegenwicht biedt. Hoedt u daarom voor het uithollen van de trias politica!
Turkije is een voorbeeld van een democratie in verval. Wat heet verval; de democratie is een ruïne. Dramatisch. Niet alleen is de rechterlijke macht gesloopt, maar ook de oppositie is in het gevang gesmoord. Met stevige hand regeert Erdogan als onbetwist dictator terwijl hij zijn macht vooralsnog ontleent aan een meerderheid van het volk. Die meerderheid ziet elke poging tot oppositie als een aanval op hun leider en ze zien elke maatregel om een minderheid in bescherming te nemen als een frontale aanval op de veiligheid. Turkije is geen democratisch land meer, terwijl ze dat wel was.
Afgelopen zomer werd er in Turkije een referendum gehouden om de laatste hindernisjes voor een totale dictatuur uit de weg te ruimen. Daarvoor gingen leden van de Turkse regeringskliek naar Turkse kiezers in het buitenland. Ook dus in Nederland. Op dat moment was het in Nederland verkiezingstijd. In verkiezingstijd wil men zich graag stevig profileren. Voor iedere democraat is de huidige Turkse regering de vijand. De relatie met Turkije en een deel van de van oorsprong Turkse Nederlanders is op z’n minst gezegd, gespannen. Moet Nederland ervoor zorgen dat een regeringskliek van een dictatoriaal bestuurd land hier, voor een intimiderend deel van de Turkse Nederlanders die weinig op heeft met democratie, te gaan pleiten voor het afschaffen van de laatste barrières voor de vestiging van de absolute tirannie? Onze voltallige tweede kamer (in verkiezingstijd), minus twee, was het er roerend over eens; die Turkse regeringskliek komt er niet in. En aldus geschiedde.
Naar nu blijkt, had Nederland, volgens de Nederlandse wet, gewoon de vertegenwoordigers van de Turkse dictator moeten ontvangen en had Nederland de bijeenkomsten met die Turkse leiders moeten laten doorgaan. Ik vond toen ook dat die Turken wel een toontje lager mochten zingen en dat die ministers terecht waren teruggestuurd. Maar…dat zou wel eens de eerste stap kunnen zijn naar de teloorgaan van de Nederlandse rechterlijke macht. Iedereen is gelijk voor de wet, zelfs als je een Turkse minister bent en voor een tiran komt pleiten., Toch nog maar eens over nadenken. De vrijheid van vergadering is een namelijk een groot goed.