Mattijs Maris in het Rijkmuseum

De prerafaëllieten hadden een speciale band met Ophelia, als je het mij vraagt. Het meisje uit Hamlet dat krankzinnig van verdriet zelfmoord pleegt door zichzelf te verdrinken. Zeg je prerafaëllieten dan denk je Millais en dan zie je een beeldschoon meisje drijven in een van bloemen en planten vergeven meer. Onwillekeurig doet het meisje met de vlinders van Matthijs Maris sterk denken aan Ophelia. Weliswaar niet dood en niet verdronken en geschilderd in één van Maris ’eigen stijlen, doet dit schilderij me toch erg aan de prerafaëllieten denken. Meerdere schilderijen, maar deze sprong er bovenuit. Behoorde Matthijs Maris tot de prerafaëllieten? Heel erg ten dele. Een klein poosje misschien. Hij ontwikkelde zich razendsnel. Begonnen als schilder van de Haagse school – net als zijn broers Willem en Jacob – eindigde hij als een abstract schilder avant la lettre. Hij eindigde met schilderijen die alleen nog maar sfeer hebben en waarin figuratie nauwelijks zichtbaar is. Ook kleur niet, trouwens. Alleen tonen in dezelfde kleur en patronen in de verf. Heel speciaal.

Nederlandse musea hebben niet veel werk van Matthijs Maris. Hoewel in het buitenland erkend als Nederlandse meester, heeft de man in zijn werkzame leven nauwelijks in Nederland gewoond. Zijn gloriejaren leefde hij in Parijs en later in Londen. Daar overleed hij ook. In Groot-Brittannië hangt zijn meeste werk en het is te danken aan een renovatie van het Schotse museum dat we nu in het Rijksmuseum de schilderijen van Matthijs Maris kunnen zien. Zo vreemd dat hier zo weinig werken van hem hebben terwijl hij, naar verluidt, zo’n belangrijke schilder was. Doet me denken aan die andere schilder waarvan we vorig jaar een tentoonstelling hebben gezien: Alma-Tadema. De man heeft zo’n beetje bepaald hij wij naar de oudheid kijken. Ook nauwelijks in de Nederlandse musea vertegenwoordigd. Maar daarom was de tentoonstelling die er afgelopen jaar was, waarschijnlijk zo sensationeel. Matthijs Maris is een moeilijker te doorgronden kunstenaar dan Alma-Tadema. Meer een man die zich liet inspireren en toen in een voortdurend zoeken naar het (schilders)ideaal zijn stijl extreem ontwikkelde en daar eigenlijk nooit mee klaar was. Succes hield hem in zijn ontwikkeling niet tegen terwijl je dat van Alma-Tadema wel kunt zeggen; ergens in zijn carrière had hij zijn ideaal gevonden en vervolgens bleef hij in die stijl doorgaan.

De tentoonstelling in het Rijks laat een chronologisch beeld zien en die beweegt zich van zeer figuratief naar vrijwel abstract. Wat me uit zijn vroege periode opviel zijn de schilderijen van het keukenmeisje van zijn zus. Op de tentoonstelling twee schilderijen en een tekening van dit meisje. Hij moet erg gek op haar geweest zijn, denk ik. Ze heeft één van de liefste gezichtjes uit de Nederlandse schilderkunst; haast niet van deze wereld. Piepjong staat ze ingekeerd voor het fornuis met lang donkerblond haar. Waar denkt ze aan…waar droomt ze over. Maris moet zich dat tijdens het schilderen hebben afgevraagd. Maar vergis ik me nou of niet…Zie ik een gebolde buik? Is het soms een zwanger meisje? Ik weet het niet zeker en de bordjes in het Rijks geven geen uitsluitsel. Ik neem het voor lief dat ik er nooit achter ga komen.

Een schilderij uit de periode dat hij tegen de prerafaëllieten aanschurkte vind ik wel de Koningskinderen. Qua onderwerp past het bij deze stroming. Ook dat sprookjesachtige. Ook dat extreem romantische. Aan de andere kant was Matthijs Maris niet iemand die zich bij zo’n groep wilde aansluiten. Het blijft sterk zijn eigen stijl. Bij de prerafaëllieten kan je de ene schilder nauwelijks van de andere onderscheiden; Maris lijkt uitsluitend op zichzelf. Hier ook al het langzaam uitvlakken van de tekening. Een fascinerende weg die hij langzamerhand gaat perfectioneren.

Van een later schilderij ben ik vergeten het bordje te fotograferen; probeer dan nog maar eens terug te halen om wel schilderij het gaat. Geen idee, dus. Maar wel tekenend voor de latere stijl van Maris. Eigenlijk is het een soort mist waaruit drie gezichten vagelijk opdoemen. Alleen nog maar sfeer. Wat de figuren doen of hoe ze eruitzien is nauwelijks te zien. Fascinerend!

Leuk om de schilderijen van Matthijs Maris een keer in het echt te kunnen zien in het Rijksmuseum. Leuk om schilderijen van de man te zien die Vincent van Gogh heeft geadviseerd om alles te worden behalve kunstschilder. (Kennelijk had hij weinig oog voor talent) Maar niet meer dan dat. Leuk. Nou niet direct een tentoonstelling waar ik erg warm van werd of enthousiast. Leuk, dat is het juiste woord. Als je liefhebben bent van het werk van Matthijs Maris dan heb je nu de kans om de werken in het echt te zien. Dus voor hen zou ik zeggen: Spoed je naar het Rijksmuseum. Voor de anderen? Als je er toch bent is het wellicht leuk om de Philipsvleugel op te lopen en wat schilderijen te bekijken; de man maakte als kunstenaar een bijzondere ontwikkeling door.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *