Sinds de toespraak van Amir Arooni afgelopen dinsdag ben ik best met mezelf en de toekomst bezig. Onomwonden vertelde hij dat ik net zo goed meteen op zoek kan gaan naar een nieuwe baan. Arooni is mijn nieuwe bovenbaas. Niet afkomstig van mijn oude en vertrouwde blauwe werkgever, maar van de nieuwe oranje. Vanaf het moment van de overname, vorige week, bestond mijn geautomatiseerde wereld uit ónze systemen (van het blauwe bedrijf) en hún systemen (van het oranje bedrijf). Veel systemen doen in de blauwe en oranje wereld, overeenkomstige dingen. Net als veel mensen. Dat wil je niet. Dat willen zij niet. ZIJ! Daarom kondigde Arooni aan dat ze de overlap gaan elimineren. Dat is een rotwoord, vind ik. Het ligt dicht aan tegen ‘liquideren’. Vooral als je het over mensen hebt. Je zou het woord niet moeten gebruiken. Zeker niet als je de aandelen van het bedrijf waar die mensen werken die je gaat elimineren nog geen week in handen hebt. Dat doet best pijn bij die mensen. Bij mij. Om een goede bovenbaas te zijn hoef je kennelijk niet over empathische antennes te beschikken. Nee, voor ons was de toespraak van Amir Arooni geen leuke toespraak. Ik zie mezelf nu alvast als ‘overlap’ die ‘geëlimineerd’ moet worden.
Niet dat ik al echt op zoek ben, maar mijn voelsprieten zijn inmiddels wel aan het rondtasten. Wat ligt er voor mij nog in het verschiet? Willen bedrijven nog mensen zoals ik? Je gaat het je toch afvragen. Het liefst zou ik nu de jackpot winnen. De koningsdag loterij…levenslang een jaarlijks bedrag van tweehonderdvijftig duizend euro. Dat zou lekker zijn! Geen enkele zorg meer! Dan heb je maling aan alles. Dan werk je alleen nog maar omdat je het best leuk vindt, zo’n dagbesteding. Gezellig met je collega’s om je heen. En mocht meneer Arooni aan het elimineren slaan, dan is er ook geen man overboord. Maar ja, de kans dat je die prijs in de koningsdagloterij kan winnen, wil ik niet meer voorgerekend krijgen; je moet toch van iets kunnen blijven dromen? Bovendien, geld maakt niet per se gelukkig…zegt men.
Vandaag in de krant een bijzondere zzp’er. Een man die een vreemd, maar best lucratief, beroep heeft gekozen. Wellicht een mogelijkheid voor mij. De man is codista. Rij-ist. Tenminste zo wordt het woord vertaald. Hij is een professionele in-de-rij-staander. Tegen betaling gaat hij voor jou in de rij staan. In Italië schijnt de hoeveelheid rijen waar je in moet staan, eindeloos te zijn. Nederland heeft een hekel aan rijen. ‘Drie in de rij, kassa erbij’. Typisch Nederlands. Ik denk niet dat een codista hier veel werk zal vinden. Afgezien van of ik er talent voor heb.
De enige plek, die me nu te binnen schiet, waar ik echt vanwege het wachten en de rijen, moordgedachten krijg, is de gemeente. Als ik iets van een ambtenaar nodig heb, dan stijgt mijn innerlijke temperatuur snel. Jij zit te wachten en bij de loketten zie je dat er weinig gebeurd. Ze zitten daar van alles te doen behalve jou en je medeslachtoffers helpen. Om gek van te worden. Alleen als het niet anders kan vervoeg ik me op het stadhuis.
Toch maar weer op zoek naar een baan in de IT… Wie wil deze (ervaren) man nog hebben? Wie? Wie-o-wie?