Nu even rust…

Mijn bedrijf voert reorganisatie na reorganisatie door. Per divisie is er altijd wel een reorganisatie aan de gang, zo lijkt het. Steeds voorzien van klinkende namen die voor insiders – denk ik – iets betekenen, maar voor mensen daaromheen een volkomen raadsel zijn. Namen als ‘Sluitende ketens’ of ‘organisatie 2020’; volkomen nietszeggend, maar het kost altijd heel veel mensen hun baan. De IT-divisie bleef lange tijd buiten schot. Er moest juist meer geïnvesteerd worden in IT zodat er beter bezuinigd kon worden in andere divisies. Maar aan die bevoordeelde positie kwam afgelopen september een eind. Dure organisatieadviseurs werden binnengehaald. Ze deden – ongetwijfeld goed betaald – onderzoek; interviewde hier en daar en vergeleken onze divisie met vergelijkbare divisies elders en trapten toen een open deur in: Het kon beter en het moest beter. Met minder kosten meer doen, was het devies. Ook wij moesten aan de bak.

Er werd een plan geschreven waarbij mijn bedrijf het aantal werknemers kon inkrimpen maar de besten kon behouden. Men wilde niet volgens een rechtvaardige formule mensen ontslaan, maar selecteren op kwaliteit. Dat is zowel makkelijk als moeilijk want hoe meet je kwaliteit? Wie zegt dat iemand die nu niet helemaal voldoet, straks niet medewerker van het jaar wordt? En in hoeverre is zo’n selectie subjectief? Willen we niet liever die vrolijke, gezellige dikkerd die er eigenlijk niet veel van terecht brengt, dan die magere, immer kritische, chagrijnige collega die wel heel veel kan? Moeilijk, moeilijk. Er werd een nieuwe methodiek omarmd en men moest mee kunnen komen met die nieuwe methodiek. Je kon passend worden verklaard en dan mocht je verder en niet-passend en dan moest je weg.

Dat was behoorlijk zweten voor mij. Want ik wil passend zijn. Ik vind niet-passend een zwaar oordeel. Ik zou niet-passend als een afwijzing beschouwen van mijn persoon. Ik als mens zou mij dan niet-passend voelen. Dat was niet zo bedoeld, maar zo voelt het wel. Het voelt alsof een commissie een oordeel velt over jou als persoon. Collega’s proberen onderwijl aan het werk te blijven maar er hoeft maar niet dit te gebeuren en alles schiet in de emotie. Vaak in de vorm van grappen, maar we weten met z’n allen wel beter: We zijn bang. Bang om afgewezen te worden en – maar dat is veel minder belangrijk – bang om onze welstand te verliezen. Aan je collega’s moeten vertellen dat je niet-passend bent…daar ziet iedereen echt tegenop, weet ik zeker. De gesprekken vinden deze week plaats…

Dus moest ik gisteren naar de toren komen voor mijn ‘plaatsingsgesprek’. Een torenflat naast het gebouw waar ik werk en waar mijn bedrijf nog wat verdiepingen huurt. Ik liep over het door zon overgoten plein naar de toren. Ik had het benauwd. Ik was al wel gaan geloven in mijn passendheid (hoewel ik dat niet zeker wist, maar ik hield de moed erin), maar bij een teveel aan passenden kon ik alsnog via een objectieve formule ontslagen worden. Met kloppend hart zoefde ik naar de achttiende verdieping. Ik liep naar dé kamer. En daar ontmoette ik mijn piepjonge maar zeer briljante teamleidster. Breedlachend…en ja, met mij geen moeilijk gesprek…

Op naar de fusie-reorganisatie met die grote oranje verzekeraar….maar dat is pas over een tijdje…nu even rust.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *