Reorganisatie

Eigenlijk zou ik vandaag mijn tekstverwerker moeten laten zwijgen. Hoewel ik me voorgenomen heb om me niets aan te trekken van de komende ontslaggolf bij mijn werkgever, doe ik dat wel. Ik had me voorgenomen om te denken dat alles al beslist was en dat ik er nauwelijks invloed op kan uitoefenen. Dat klopt wel, maar desalniettemin ben ik er nu dag en nacht mee bezig. Het gaat mij niet in de koude kleren zitten. ‘Ze willen gewoon van een aantal rotte appels af’, wordt er gezegd, maar wie zegt dat ik zelf niet tot die rotte appels behoor? Wat is precies de definitie van ‘rotte appel’? Ik weet het niet.

Overdag heb ik last van migraineaanvallen. Bij mij geen hoofdpijn maar een zich uitbreidende blinde vlek. Ik kan dan nauwelijks nog zien. Je wordt er behoorlijk moe en misselijk van. Ook hoofdpijn. Echte spanning. Ik merk dat ik niet goed tegen zo’n reorganisatie kan.

Inmiddels hebben we gehoord dat ruim tien procent van het vaste personeel weg moet. Dat is veel. Heel erg veel. Je troost jezelf dat er van die en die waarschijnlijk heel veel eruit moeten, maar zekerheid, dat heb je niet. Geeft ook niemand. Bovendien zijn er al lijstjes gemaakt en op welk lijstje sta ik? En bij wie sta ik op een lijstje. Om gek van te worden!

Maar zo erg is het nou ook weer niet om eruit gestuurd te worden. Je krijgt een zak geld mee en een outplacementtraject… Wat kan je gebeuren? Niets! Zeg ik dan. Van alles! Denk ik dan. Ik word helemaal gek! Voel ik dan. Maar pensioenen, dat is toch niets voor mij? Wat een saaiheid. Alleen al als je aan pensioenen denkt, verval je in één grote gaapkramp. Ja, dat is ook zo. Maar het verschaft mij wel welstand. Die is heus niet heilig, maar toch…

Zo’n reorganisatie doet mij geen goed. Zelfs het idee dat het anderen nog veel meer treft dan mij is helemaal geen pleister op de wond. Ik wil ook niet dat het een ander treft. Ik heb het echt moeilijk. Sorry dat ik een beetje zeur. Ik ben nou eenmaal iemand die best geeft om zekerheid en die zekerheid staat op de tocht. Was ik wat dat betreft maar iets meer als mijn pa; hem kon het allemaal helemaal niets schelen. Pfff, mijn pa. Hij zou er een pilsje op genomen hebben en gedacht hebben aan de zak met geld die hij mee zou krijgen.