Libris literatuurprijs 2016

Ik lees de boeken op de shortlist van de Libris literatuurprijs. Ik wil ze allemaal lezen ondanks dat de prijs al uitgereikt is aan Connie Palmen. Het zouden de beste boeken moeten zijn die kortgeleden zijn uitgekomen. Daar ga ik van uit. Een deel heb ik inmiddels gelezen. Ik las ‘De onderwaterzwemmer’ van Thomése. Een adembenemende roman. Zeker het begin. Later zakt de roman wat in, maar het begin mag er heel erg zeker zijn. Ik las ‘De onervarenen’ van Van Leeuwen. Niet alleen het begin van de roman spettert van kracht en macht, maar de hele roman. Prachtig taalgebruik en een fantastisch verhaal. Onbegrijpelijk dat ze niet gewonnen heeft.

Vervolgens heb ik ‘Als de winter voorbij is’ van Thomas Verbogt gelezen. Geen idee waar die roman over gaat. Over ditjes en datjes. Ook hier een veelbelovend begin. Hij schrijft over zijn pleegzus Becky. Rebecca eigenlijk. Ze landt in het gezin als pleegkind. Een oorlogswees en de ideale grote zus voor de verteller. Al snel in het boek komt ze om. Met Becky sterft ook de roman. Dan zijn we nog maar op pagina 30 terwijl we er nog zo’n 150 moeten. Echt een drama. De verteller sleept zich van de ene dame naar de andere. In het verleden of het heden…maakt niet uit. Een beetje quasifilosofisch geneuzel en een meisje dat wat langer blijft hangen. Ik koop er als lezer weinig voor. Zonde van mijn tijd om het te lezen.

Ik weet zeker dat deze roman over een jaartje vergeten is. Ik begrijp daarom niet waarom een professionele jury dit boek op de shortlist zet. Je zou denken dat ik iets niet zie, wat zij wel zien. Ik heb het allemaal overwogen, maar ik kan het niet vinden. ’Als de winter voorbij is’ kan je beter niet lezen dan wel. Het boek verrijkt je niet, het gaat nergens over en irriteert je aan het eind omdat je er toch tijd aan besteed hebt. Ik weet het zeker, dit boek hoort niet thuis op een shortlist voor een serieuze literatuurprijs.

Nu ben ik ‘Muidhond’ van Inge Schilperoord aan het lezen. Ik ben al op bladzijde 30. (wat heb ik toch met bladzijde 30?) Goed…bladzijde 30. Het verhaal lijkt wel oké, zal ik maar zeggen. De afgelopen tien jaar heb ik zelden een roman gelezen met zulk onbeholpen taalgebruik. Iemand die literatuur schrijft moet minstens de taal goed beheersen. Ik strompel van het ene taalkundige dieptepunt naar het volgende. Als de hoofdpersoon gespannen is dan ‘…trilt zijn hart in zijn keel’. Het hart klopt in zijn keel, mag ik aannemen. Een voorbeeld in een oneindige reeks van onbeholpen taaluitingen. Nauwelijks fijn om te lezen. Ik moet ook regelmatig een alinea teruggaan om te begrijpen waar ze het precies over heeft. Iets als een taalcoach zou haar boek hebben kunnen opvijzelen. Desalniettemin staat haar roman wel op de shortlist van de Libris literatuurprijs. Dat begrijp ik dus niet. Inge Schilperoord beheerst de taal niet voldoende om een goede roman te schrijven.

Toch ga ik haar boek helemaal uitlezen. Ik wil alle boeken van de shortlist gelezen hebben. Ik ben zo benieuwd of ik tot dezelfde conclusie kom als de jury! Wie er volgens mij had moeten winnen, lijkt me wel duidelijk, maar ik heb nog niet alles gelezen…