Gisterenavond laat had ik last van opkomende schaamte en een in opstand komend gevoel voor rechtvaardigheid. Aan tafel bij Jeroen Pauw zat Wil Schuurman. Wil Schuurman is weduwe van Hans Janmaat. Hoewel bijzonder onhandig en zonder veel uitstraling, verwoordde Hans Janmaat met zijn Centrumpartij, een opkomend gevoel van onbehagen met migranten uit een islamitische cultuur. In een tijd dat men nog vond dat racisme niet mocht en niet kon, probeerde Hans Janmaat een racistisch voet tussen de deur te krijgen. Nagenoeg zonder succes. Wat dat betreft heeft Geert Wilders het tij mee.
Een andere overeenkomst tussen Hans Janmaat en Geert Wilders is dat beiden leefden onder een voortdurende dreiging. Daar ben ik niet gelukkig mee. Elk standpunt dien je te bestrijden met argumenten, ook een extreem standpunt. Dreiging lijkt de prijs voor een extreem standpunt. Na de moord op Pim Fortuyn is het beleid rond beveiliging compleet gewijzigd. Wilders profiteert hiervan. Bij Hans Janmaat werd gejuicht als hem iets werd aangedaan. Helaas!
De politieke boodschap van Hans Janmaat staat lijnrecht tegenover mijn politieke opvatting. Dat staat Geert Wilders ook. Hans Janmaat was een overtuigd racist en niet erg slim terwijl Geert Wilders erg gewiekst is en geen politieke opvatting heeft maar meer kijkt naar wat al of geen succes heeft.
In 1986 was er een partijbijeenkomst van de Centrumpartij ergens in het land. Actiegroepen kregen daar lucht van en togen naar dat dorp. Onder de actievoerders een stel regelrechte criminelen. Het grijze gebied tussen actie voeren en crimineel gedrag was toen best groot. Eigenlijk veel te groot. Hoewel de overheid door had dat actiegroepen onderweg waren, deed die overheid niets om de leden van de Centrumpartij te beschermen. Nu, achteraf gezien, volkomen onbegrijpelijk.
Actievoerders gooiden zelfgemaakte fosforbommen in het hotel waar de Centrumpartij vergaderde. Daardoor vloog het hotel in brand. De vergaderende leden van de Centrumpartij waren in doodsangst. Voor de deur stond een joelende menigte gewapend met knuppels en kettingen. Binnen woedde een brand. Als ik me dat nu zo voorstel, dan raak ik ook in een blinde paniek. Geen kant kan je uit. De partijleden holden naar boven. Eigenlijk ook geen optie omdat het vuur snel om zich heen greep en je daarmee wegloopt van de juiste vluchtroute. Die was, dus, geblokkeerd door de actievoerders. Er bleef geen andere keus dan uit het raam te springen… Wil Schuurman raakte daarbij gewond. Sindsdien zit ze in een rolstoel.
Mijn schaamte… Ik heb geen traan gelaten destijds. Ik hoorde het nieuws en liet het over me heenkomen. Misschien heb ik wel gegniffeld: Eigen schuld dikke bult. (Ik wist toen overigens nog niets over wat Wil Schuurman was overkomen).
Mijn gevoel voor rechtvaardigheid komt zwaar in opstand omdat de brandstichters bekend zijn. De brandstichters hebben geen enkel besef van hoe misdadig hun actie was. Brandstichten was toen een ernstige misdaad en is het nu nog steeds. Ik vraag me af hoe rechtvaardig het is dat deze misdaad verjaard is…