Gezien op 7 april in de Stadsschouwburg Amsterdam. Regie: Guy Cassiers
Ik vraag me af waarom toneelgezelschappen er steeds vaker voor lijken te kiezen om een roman op de planken te brengen terwijl er kilometers aan toneelstukken zijn geschreven. Toneelstukken die speciaal bedoeld zijn om op de planken te brengen. Ik begrijp dat niet helemaal. Van de laatste toneelopvoeringen die ik heb gezien kan ik me eigenlijk nauwelijks een oorspronkelijk toneelstuk herinneren. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de verhoudingen in romans niet helemaal overeenkomen voor wat op toneel gewenst is. Afgelopen zaterdag bijvoorbeeld waren we naar ‘Vergeef ons’ van het Amsterdams toneel. Een vertoneelstukte roman. Een lengte van heb ik jou daar. Zonder pauze. Wat kan een mens verdragen en hoe lang kan je zo geconcentreerd blijven. Tweeëneenhalf uur geconcentreerd blijven bij mensen die van alles beleven op het toneel. Mijn concentratie ebt echt wel weg na anderhalf uur. Na twee uur doen al mijn leden pijn van het stille zitten. Dat laatste half uurtje was ik alleen maar aan het hopen dat het snel afgelopen was. Echt heel vervelend. Hoewel het een best aardig toneelstuk was, denk ik dat ‘echte’ toneelschrijvers meer balans aanbrengen in hun stukken waardoor het menselijk lichaam er beter mee overweg kan. Dat denk ik. Met een tintelend en pijnlijk zitvlak en stekende knieën en een temperatuur van rond de dertig graden vind ik dit avondje toneel geen lichamelijke ervaring om vrolijk op terug te zien.
Dan het toneelstuk zelf. Aardig. Je ziet, de vlammen van enthousiasme slaan er niet vanaf. Ik vraag me af: waarom deze roman? Wat is er dan zo bijzonder aan deze roman. Heus, geen slechte. Je hoort mij niet zeggen dat het een baggerboek is, heus niet? Maar om nou te zeggen dat het een verhaal is waar ik nog jarenlang over nadenk… Een verhaal dat mij in mijn diepste wezen geraakt heeft… nee, dat niet. Een roman over gezins- en familierelaties. Een beetje uitvergroot. In welke roman (of toneelstuk) gebeurt dat nou niet. Eigenlijk een doorsnee roman.
Nou zag ik een tijd geleden door dezelfde Toneelgroep Amsterdam de vertoneelstukte voorstelling ‘De Welwillenden’. Ook geen wereldroman, maar wel een wereldtoneelstuk. Een toneelstuk waar ik nog tijden mee rondgelopen heb. Een toneelstuk dat ‘iets’ in me in beweging zette. Een afwijkende en nieuwe kijk op de mens en de geschiedenis. Dat was ‘Vergeef ons’ niet. Ik moet zelfs heel veel moeite doen om alles wat er in het toneelstuk gebeurde te onthouden. Gisteren zat ik er tijdens het ontbijt met Josien toch nog over na te praten. Ik bleek zelfs heuse zwarte gaten te hebben. Josien trouwens ook. Zij kon me dingen vertellen waarvan ik echt niet meer wist dat dat op het toneel gebeurd was. Ik moet toen heel even ingedommeld zijn geweest of iets meer bezig geweest zijn met mijn stekende knieën, voeten of achterwerk dan met datgene dat op het toneel gebeurde. Jammer!
Waar gaat het dan allemaal over? Twee broers die elkaar niet kunnen uitstaan. De één is televisiepersoon, de ander hoogleraar geschiedenis met als specialiteit Nixon. Op thanksgiving verleidt de vrouw van de televisiejongen zijn broer. Tijdens het overspel worden ze betrapt en de televisiejongen slaat de hersens in van zijn vrouw. De televisiejongen verdwijnt in het gevang en de psychiatrie en de Nixonspecialist wordt de stiefvader van de kinderen van zijn broer. Ondertussen heeft hij allerhande betrekkelijk oppervlakkige sekscontacten. De Nixonspecialist wordt ontslagen door de universiteit omdat ze met het vak geschiedenis wat meer naar de toekomst willen kijken (Op zich wel aardig gevonden). En zo kabbelt het verhaal zich voort. Geen idee ondertussen waar het verhaal zal eindigen of beter nog, wanneer. Uiteindelijk bleek dat thanksgiving te zijn. We hadden een jaar meegemaakt van de familie Doorsnee. Nee, dan doe ik ze te kort; er gebeurde heus wel wat…
De vorm waarin Guy Cassiers het had gegoten was wel origineel. Ze stonden er als een groep popzangers bij, de acteurs en actrices. Op het toneel microfoonstandaards. Elke acteur of actrice een eigen microfoon. Dat kan erg statisch worden, maar dat viel mee. De twee stiefkinderen van de Nixonspecialist die elf en veertien waren, werden gespeeld door de oudere Kathelijne Damen en Lucas Vandervorst. Dat gaf op zich een mooi contrast en werkte enigszins vervreemdend, maar werd uiteindelijk wel geloofwaardig.
Al met al…tsja, ik weet niet. Mijn lichaam vond het geen fijn stuk. Mijn geest, in dat gepijnigde lichaam, zegt: “Ach ja…”.