Ik heb al een paar keer geschreven over de treinkaping in 1977 die zo gewelddadig werd beëindigd. Die kaping waarbij uiteindelijk het grootste deel van de kapers werd doodgeschoten en waarbij ook nog een ‘onschuldig’ meisje en ‘onschuldige’ man omkwamen. Ik focuste me steeds op de vermoedelijke standrechtelijke executie van Hansina Uktolseja. Ik kon en kan me op geen enkele manier voorstellen dat een volwassen kerel een zwaar gewond meisje dat bovendien ongewapend is, zomaar pardoes doodschiet. Ik kan daar niet bij. Voor die houding van mezelf heb ik verklaringen gezocht. Ik weet niet of ze geldig zijn. In de buurt van een gewonde vrouw voel ik al snel ridderlijkheid: Help haar! Het laatste wat in mij opkomt is: Schiet haar door d’r hoofd! Maar ik ben dan ook geen marinier geworden.
Waar ik verder nooit op gereflecteerd heb is de doodgeschoten mannen en jongens. Dat is op zich wel heel erg gek want ik ben vader van drie zonen. Van zonen waar ik helemaal gek op ben. Ik zou ze met mijn eigen leven willen beschermen. Zelfs als ze stommiteiten hebben begaan. Zelfs dan.
Onze zonen hebben ook stommiteiten begaan. De ergste hebben wij destijds kunnen voorkomen. Josien heeft het voorkomen. Ik had het niet ontdekt, maar zij wel. Ineens kwam ze op één van de kamers een bivakmuts tegen. Zo’n muts die je helemaal over je hoofd kunt trekken. Waar twee gaten inzetten waar je door kan kijken. Waarvoor heb je als jongen van veertien een bivakmuts nodig? Bij die bivakmuts lag het erwtenschietpistool dat hij in Tsjechië had gekocht. Op het eerste gezicht niet te onderscheiden van een echt pistool. Daar hadden we ons nog zorgen over gemaakt toen hij het kocht. Josien combineerde die twee attributen en bedacht een afschrikwekkend scenario… Na ons kruisverhoor bleek dat hij niet van plan was om een bankoverval te plegen. Hij biechtte op dat zijn vriend en hij de pest hadden aan een klasgenoot die zich graag als alfa-mannetje voordeed; ze wilden hem eens ‘in zijn broek laten schijten’. Nee, achteraf vond hij dat zelf ook niet zo’n slim plan, die zoon van ons. Maar sindsdien werden Josien en ik soms ’s nachts badend in het zweet wakker; ons jochie met bivakmuts en erwtenpistool omsingeld door geharnaste mariniers. Ook met bivakmutsen maar dan met echte pistolen…
De ouders van Max Papilaja is onze ergste nachtmerrie in het echt overkomen. Max was zo’n beetje de leider van de kaping bij de punt. De familie put troost uit het feit dat Max een ongeladen geweer had gebruikt en de kogels had thuisgelaten. Hij wilde koste wat koste voorkomen dat hij slachtoffers zou maken; dat hij iemand zou vermoorden. Maar als je een trein kaapt dan doe je dat met dreigende wapens waarvan alleen jij weet dat ze niet kunnen doden. Voor wat voor zaak je het ook doet, een kaping is altijd fout omdat je onschuldige mensen tot slachtoffers maakt. Een treinkaping is niet onschuldig. Hansina Uktolseja en Max Papilaja begingen een grote stommiteit door een trein te kapen. Daarmee namen ze het risico dat ze het niet zouden overleven en ook dat er onschuldige mensen zouden kunnen omkomen.
Maar ik ben vader van jongens die net zo goed stommiteiten hebben begaan en vader van jongens waar ik verschrikkelijk gek op ben. Het idee dat hen iets overkomt maakt me gek van verdriet; daarom denk ik er nooit aan. Mijn gedachten zijn bij de 88-jarige moeder van Max. De rechtszaak gaat morgen beginnen. Dan zal ze horen of haar zoon op last van hogerhand standrechtelijk is geëxecuteerd. Als dat zo is, dan betekent dat een heel klein stukje erkenning van haar verdriet en kunnen we Dries van Agt vervolgen. De doodstraf bestaat niet in Nederland en standrechtelijke executies mogen zelfs niet van het oorlogsrecht.