Elke maandag een column in de Volkskrant over gezondheid. ‘Gezond’ heet hij en hij wordt geschreven door Ellen de Visser. Deze keer heeft Ellen de Visser een onderwerp gekozen waarop ik deskundig ben. Ervaringsdeskundige weliswaar, maar toch deskundig. Slechte ogen, daar schrijft ze over. Nou, die heb ik. Daar kan ik echt een partijtje over meeblazen. Ze stelt de vraag of het mogelijk is om je slechte ogen te trainen, zodat je goede ogen krijgt.
Er was een tijd dat men nog niet had onderkend dat er iets aan mijn ogen scheelde. Dat was voor mijn achtste. Ik functioneerde zonder bril en ik had geen centje pijn. Nou, misschien juist wel een centje. Mijn vader kon erg goed tekenen, en dat wilde ik ook. Ik had toen een enorme drive om te tekenen. Ik deed toen een vreemde ontdekking: ik dacht dat ik mijn potlood, kleurkrijtjes of penseel op een bepaalde plek op het papier zette, maar in werkelijkheid zette ik ze op een plaats net daarnaast. Dat was voor mij hoogst verwarrend. Ik heb daar erg mijn hoofd over gebroken en uiteindelijk besloten dat mensen die hun potloodpunt op de juiste plaats kunnen zetten, talent hebben om te tekenen. Mensen die de punt van hun potlood niet zo precies konden sturen, waren in mijn ogen talentloos. Ik was talentloos. Ik kon niet tekenen, dat heb ik toen besloten en dat besluit staat nog steeds als een huis.
Toen ik acht jaar oud was kreeg ik een bril. Voor mij wat dat een nieuwe kennismaking met de wereld. Ik zag ineens details die me nooit eerder waren opgevallen. Toen ik op mijn achtste voorzien van mijn nieuwe bril aan de hand van mijn moeder op straat liep ging een wereld voor mij open; de wereld van het detail.
Toen ik in de puberteit raakte zag ik dat ik een erg lelijk persoon was. Mijn bril vertekende mijn gezicht enorm. Daarom nam ik contactlenzen. Dat werd de grootste oogonsteking die ik ooit gehad heb. ’s Ochtends moest ik mijn ogen openbreken vanwege alle opgedroogde… (Oké, laat maar). Het was in ieder geval dramatisch. Toen dat een beetje genezen was, besloot ik mijn 6+ bril te gebruiken als leesbril en ongebrild verder door het leven te gaan. Dat is me een aantal jaren prima gelukt. Ik trainde daarmee mijn ogen extreem, kan ik wel zeggen. Bewust moest ik op alles mijn ogen scherp stellen. Alleen lezen was te veel gevraagd. Daarmee gaf ik toen antwoord op de vraag die vandaag in de krant wordt besproken; kan je je ogen zo trainen dat je geen bril meer nodig hebt? Ja, dus. Nou ja, voor een poosje.
Ik kan me niet meer herinneren wanneer het gebeurde…maar ineens begon ik onder het fietsen gaten in de weg ging missen. Heus, auto’s zag ik goed aankomen, maar ineens bonkte ik in de gaten van de weg die ik niet had gezien. Je zou denken dat ik boven de dertig geweest moet zijn… Ik weet het niet meer. Maar ineens was het niet meer verantwoord om zonder gezichtshulp te fietsen. Ik heb toen toch maar weer contactlenzen aangeschaft.
Dat is dus helemaal geen antwoord op de vraag of je je ogen kunt trainen… Ik denk dat je je ogen wel kunt trainen, maar je krijgt er niet veel betere ogen door… (wat een slap antwoord!!! Ervaringsdeskundige…aan me neus!)