Ik werkte bij een vrij groot ziekenhuis op een kleine, autonome, afdeling. Het ging daar niet soepel. Het ene conflict volgde op het andere. Kleine irritaties werden erg belangrijk. Emoties speelde eigenlijk bij alles wat er gebeurde een rol. De teamleidster was niet berekend op haar taak, zover was wel duidelijk. Ze voelde zich door alles en iedereen bedreigd. Niet zo gek want ze begreep weinig van wat het afdelinkje deed maar moest er wel over praten met andere partijen. Kortom, een hopeloze situatie veroorzaakt door een verkeerde benoeming. De teamleidster werd geacht een plan voor de nabije toekomst te schrijven over onze afdeling. Dat was spannend, want het moest zuiniger; het geld was op. Tuurlijk waren we heel erg nieuwsgierig naar de incompetente plannen van die incompetente teamleidster. Op onze gezamenlijke schijf stond een document met een titel die niets aan de fantasie overliet; dat was zonder meer het plan voor die nabije toekomst. Dat had zij geschreven. Wat gebeurde er…De teamleidster ging een weekje op vakantie en toen ze terugkwam zag ze dat de laatste datum waarop het document was opgeslagen, binnen de week was geweest dat ze er niet was. Iemand had dat document dus geopend. En dat mocht niet. Ik wist van niets; ik had zelfs dat document niet eens gezien.
We werden bijeengeroepen en getrakteerd op een donderpreek. ‘Wie heeft het gedaan!!!?’ Tsja, daar stonden we. Ik kreeg het erg benauwd van de hele situatie en voelde het bloed naar mijn hoofd stromen. Dat maakte me natuurlijk verdacht. Maar niemand gaf toe dat hij (allemaal mannen) het document had geopend. Daarom werden we één voor één in het kamertje van een hogere manager geroepen en werden we aan een kruisverhoor onderworpen. Zo zag ik het onheil langzaam op mij af komen. Wat voelde ik me beroerd. De ene medewerker ging er in en kwam er na verloop van tijd zwaar verhit weer uit. Dan ging de volgende collega naar binnen. Gelukkig, degene die voor mij het kamertje ingeroepen werd gaf het toe dat hij het had gedaan.
Vandaag lees ik in de Volkskrant dat één van de fractievoorzitters in de tweede kamer gelekt heeft. Informatie was naar buiten gekomen. Er is een commissie ‘stiekem’. Alles wat besproken wordt in de commissie ‘stiekem’, dat is geheim. Niemand mag daarvan weten. (waarom mag ik daar niet bij? Wat een eer om alles te weten wat niemand anders mag weten!) Er was iets besproken in die commissie over het gedrag van onze veiligheidsdienst. Dat stond in zekere zin haaks op wat de minister daarover in het openbaar had verklaard. Een saillant detail: Datgene wat de minister in het openbaar zei, zette de minister in een kwaad daglicht; had hij de waarheid kunnen vertellen, dan was dat veel gunstiger voor hem geweest. Eén van de commissieleden nam contact op met een journalist en vertelde wat er besproken was in de commissie. Dat mag dus niet. Het gevolg…
Er is aangifte gedaan van lekken van geheime informatie. Eén voor één worden de fractieleiders in hun rol als leden van de commissie ‘stiekem’ in een kamertje geroepen (zo stel ik me dat voor) en worden ze door de rijksrecherche aan een kruisverhoor onderworpen. Waarom staat er niet één van die commissieleden op en zegt ‘Ik heb het gedaan!!!!’. Ik zou het zo benauwd hebben als fractieleider. Of ik het nou wel of niet naast de pot gepist had, ik zou het nauwelijks kunnen uithouden. Voor het oog van de pers. Man of vrouw, neem je lot in eigen hand; treedt naar voren!!! Laat ik het toegeven…Ik ben ook wel erg nieuwsgierig naar wie het gedaan heeft en…wat de gevolgen zijn.