Ik ben fan geworden van Gertjan Kiers. Een beetje morbide misschien als je je leven deelt met een veggie, zoals ik. Gertjan Kiers is slager. Een demoslager. Op YouTube snijdt hij grote stukken dood dier in stukjes en vertelt daarbij hoe we dat stukje in de supermarkt noemen. Of in een restaurant. Ook prijst hij het onderhanden zijnde kadaver aan om de vermeende smaak. Kiers laat ons zien hoe je de smaak kunt voorspellen terwijl je het beest in hapklare brokken snijdt. Dat is leuk om te zien want Kiers is een vakman. Een gepassioneerde vakman. Als ik even verzeild ben geraakt in een donker hoekje van het leven, dan zoek ik één van zijn demofilmpjes. Na een kwartiertje uitbenen, voel ik me een ander mens en sta ik weer aan de lichtere kant van het leven..
Kiers ziet er op YouTube uit als een arbeider. Als het toonbeeld van stoer arbeidend Nederland. Een grote kerel. Van spierweefsel (om maar eens zijn eigen termen te gebruiken) heeft hij meer dan genoeg. Grote stukken geslacht rund tilt hij naar de bank. Met zwaar getatoeëerde armen. En als de berg ex-dier dan goed en wel ligt, dan pakt Kiers zijn mes. Een scherp mes. Een heel scherp mes. Het mes glijdt door het vlees. Als je dat mes ziet dan vraag je je af waarom er ook nog een zaag nodig is. ‘Tel tot de vijfde rib en daar steken we het mes tussen. Datzelfde doen we aan de andere kant’, oreert Kiers en vervolgens verdeelt hij het varken in de schouder en de rest. Een mooi gezicht.
Het wordt pas echt mooi als Kiers terecht komt bij de incourante stukken dier. Datgene wat je niet zo snel zou nemen in de supermarkt en dat er dan ook, om die reden, niet ligt; het verkoopt niet. Enthousiast vertelt de slager wat er zo mooi aan dat ‘lekkere stukje vlees’ is. Het mooie bindweefsel dat veel smaak geeft, of dat sliertje vet dat dwars door het vlees loopt en dat het vlees lekker sappig houdt. (‘vet is smaak, zeg ik altijd’, aldus Kiers.) Vlees waar je op moet kauwen maar met veel smaak; werkvlees. Gertjan Kiers wijst ons erop dat maar een klein deel van het dier bestaat uit kogel, haas of entrecote en dat het zonde is om de rest door de gehaktmolen te halen; dat er dan veel verloren gaat.
Door Gertjan Kiers ben ik amateurslager geworden en zoek ik gelegenheden om een idioot stuk vlees te kopen. Zo kocht ik een complete schouder in de herfst om worst van te maken. Ik moet wel zeggen, het resultaat was een daverend succes. Dankzij de YouTube filmpjes ging het uitbenen me voor…de slager! Maar je koop echt niet elke week een schouder, want jongens wat is dat een hoop vlees. Ik heb er braadworst, rookworst en heel veel weggeefworst van gemaakt. Gisteren kon ik het weer eens niet laten. Ik had naar ‘Koken met van Boven’ gekeken. Pulled pork, maakte ze op de televisie. Heel erg hip! Met haar rookoven. Zij deed het met uitgebeende schouder, ik met procureur. Ik kocht een complete procureur. Alleen de naam al geeft het iets speciaals. Twee derde procureur was al een enorme berg vlees. Mijn altijd zo vleeskritische mannen (getsie er zit ‘’wit’ aan het vlees…) deden eerst voorzichtig, maar daarna gingen ze compleet los op het geplukte varkentje. Met zuurkoolsalade en rode peper salsa.
Gelukkig komt het BBQ-seizoen eraan. Ik kan haast niet wachten. Ik heb een nieuw filmpje gevonden. Daarin beent Gertjan Kiers een lam uit. Als we weer in ons eigen huis zijn, nodig ik onze Egyptische buren uit voor een BBQ. Maar ja, dat duurt nog een jaar. Voor dit seizoen misschien een varkensbuik?
Straks weer lekker kijken hoe Gertjan zijn vlijmscherpe mes langs de ribbetjes laat glijden…