De discussies met mijn jongste, zo verschillend van mij denkende zoon, geeft gelegenheid tot zelfreflectie. Hoe sterk zijn mijn standpunten eigenlijk en hoe vastgeroest. Soms is dat confronterend. Wat je jarenlang vol overtuiging verkondigde blijkt lang niet zo zeker als je dacht. Pijnlijk. Vaak is het ook verfrissend. Soms denk ik, had die en die ook maar een jongste zoon die zo heftig verschillend denkt. De omgekeerde spiegel die je voorgehouden wordt brengt je nieuwe inzichten. Neem bijvoorbeeld de jodenvervolging in de tweede wereldoorlog. Ik ben er helemaal mee opgegroeid. Mijn moeder, mijn omaatje, mijn opa, mijn tantes…de oorlog de oorlog en de oorlog. Vergassing, concentratiekampen, honger. Ik ben er mee groot gegroeid en in mijn stelligste overtuiging is alles wat er over geschreven is, alles wat er over gefilmd is, uitermate belangrijk. Daar denkt mijn jongste zoon dus heel anders over. Heus hij is geen holocaust ontkenner ofzo en hij staat zeker niet te wachten om iets uit die tweede wereldoorlog goed te praten, maar hij beschouwt het wel als geschiedenis. Iets dat ooit geweest is. Iets dat nu voorbij is. Heel erg verschrikkelijk, heus wel, maar het past in het rijtje van andere heel verschrikkelijke dingen die de mensheid is overkomen. En hij zegt dat we zo’n holocaust moeten voorkomen, maar dan ook net zo goed de uitroeiing van de Tutsi’s door de Hutu’s, of de Armeniërs door de Turken. En daar heeft die jongste van mij helemaal gelijk in. Zo uniek was die holocaust niet. Wel misschien de manier waarop de holocaust is uitgevoerd, maar niet als fenomeen. Zo leer ik door mijn zoon de wereld herontdekken en vaste waarheden ter discussie stellen. Ik gun anderen ook wel zo’n zoon. Mensen die denken dat ze de waarheid in pacht hebben.
Neem bijvoorbeeld Asha ten Broeke. Ik gun haar echt mijn zoon. Laat haar eens een paar avonden discussiëren met mijn nageltje aan mijn doodskist. Ja, ik kwalificeer hem nu even negatief want tijdens zo’n discussie verwens je hem vaak. Je moet iets masochistisch hebben om zo’n trap op je ziel fijn te vinden. De catharsis komt pas na afloop, als je alles nog eens overweegt wat het rotjoch je voor de voeten heeft geworpen. Dan denk je…mmmm. En soms…tsja… En dan zit er best wat in.
Asha ten Broeke heeft heel erg vaststaande waarheden. Dat blijkt ook weer uit haar column van vandaag. Natuurlijk heeft ze het over de SIRE-reclame en beweert ze dat de makers een ‘Mars-en-Venus-kloof van spelende kinderen uit hun duim zuigen’. Voor haar heb je geslachtloze mensen die allemaal zo ongeveer dezelfde behoeftes hebben. Dat jongens op dit moment stelselmatig slechter presteren in het onderwijs kan dus niet aan het feit liggen dat ze jongens zijn maar…ja, aan wat dan wel? Laten we zeggen dat het eraan ligt dat ze een piemel hebben.
Maar ook Ten Broekes standpunt in de racisme discussie en de nauwelijks serieus te nemen Gloria Wekker. Asha ten Broeke weet alles zeker en haar columns kan je haast van tevoren uittekenen. Nee, ik gun Asha ten Broeke een paar daagjes met mijn jongste. Ik hoop dat het haar goed doet. Nou maar hopen dat mijn jongste ook met haar aan de praat wil.